Alleen al uit zakelijke overwegingen is het verstandig de diversiteit in bedrijven te vergroten. Een breed samengesteld team dat bestaat uit werknemers met verschillende achtergronden, komt tot betere besluiten.
Dit stelt Kamini Aisola, general manager Benelux Amazon Web Services (AWS), tijdens de AWS Community Day Amsterdam. Aisola, die ruim acht jaar de Benelux-vestiging van AWS leidt, vindt dat diversiteit belangrijk is om de markt goed te kunnen blijven volgen. ‘Het is een standaardgegeven dat klanten gediversifieerd zijn. Wanneer die verscheidenheid niet wordt weerspiegeld in het management loop je kans verblind te raken en het verkeerde spoor te volgen.’
Studies van McKinsey bevestigen Aisola’s betoog. Er blijkt een sterke correlatie te bestaan tussen genderdiversiteit en de financiële prestaties van een onderneming. Bedrijven die qua diversiteit in het hoogste kwartiel zitten, zijn 21 procentpunten meer winstgevender dan bedrijven in het laagste kwartiel. Ook als naar etnische afkomst en ras wordt gekeken, blijken bedrijven met een gediversifieerd management beter te draaien.
De ict-sector ziet een oververtegenwoordiging van mannen. ‘Het gaat al in een vroeg stadium mis. Onder de ict-studenten in de EU is het percentage vrouwen gemiddeld zeventien procent’, concludeert Simone van Erp, mede-eigenaar van Team Rockstars IT. De verschillen in Europa zijn groot. Relatief goed scoort België met 33 procent. Alleen Bulgarije scoort hoger (35 procent). Hekkensluiter is Nederland met een schamele zes procent. ‘Dat is jammer, want juist in de ict is de vraag naar personeel het grootst. Het verschil in honorering valt ten nadele van vrouwen uit. Dat komt voor een belangrijk deel omdat vrouwen vaak in slecht betaalde beroepen terechtkomen’, aldus Van Erp. Ze haalt ook een studie van Accenture aan waaruit blijkt dat liefst de helft van de vrouwen in de tech-industrie rond hun 35ste afhaken. Dit komt ten dele omdat deze vrouwen zich niet goed thuis voelen in hun werkomgeving. Volgens Van Erp is sprake van een negatieve spiraal. Als een vrouwelijke ontwikkelaar in dienst treedt, blijft ze vrij geïsoleerd. Het wordt lastig om haar draai in het team te vinden. Dan ontstaan twijfels of de vrouwelijke ontwikkelaar wel in het team thuishoort. Bij de volgende werving wordt gekeken of iemand goed bij de rest past. Gevolg is dat het team steeds minder divers wordt. En zo ontstaat een vicieuze cirkel waar een bedrijf niet meer uitkomt.
Buurmeisje
Van Erp heeft een aantal adviezen hoe mannelijke ontwikkelaars kunnen helpen. ‘Stap op een vrouwelijke collega af en vraag hoe je het haar naar het zin kunt maken. En vraag ook hoe je haar werk leuker kunt maken. En welke ondersteuning ze nodig heeft om haar loopbaan-ambities waar te maken.’ Van Erp vindt dat ontwikkelaars ook met hun leiding moeten praten over het vrouwvriendelijker maken van de werkomgeving. Verder zouden mannelijke ontwikkelaars zich meer moeten verdiepen in dit onderwerp. ‘Het kan geen kwaad hier met de partner, moeder, zuster of vriend over te praten.’ Haar vierde tip is om vrouwen uit de omgeving te stimuleren om in de it te gaan werken. ‘Maak je dochter, nichtje of het buurmeisje enthousiast. Vertel haar over je werk en zeg haar waarom dat zo leuk is.’
Van Erp meent dat het mogelijk is het huidige aandeel van drie procent vrouwelijke it-ontwikkelaars te verhogen naar dertig procent in 2030. Dat kan door meisjes van 8 tot 18 jaar rolmodellen te laten zien en de sociale impact van software te tonen. De volgende stap is om de it-afdeling, hr en het management te doordringen van het belang van diverse softwareteams. De laatste stap is een werkomgeving te scheppen waarin vrouwelijke it-ontwikkelaars zich thuisvoelen.
Vooroordelen
Uit de discussie die volgt op Van Erps betoog blijkt dat vrouwen worden geconfronteerd met hardnekkige vooroordelen. Zo wordt al snel aangenomen dat een vrouw met jonge kinderen niet in staat is zich voor de volle honderd procent in te zetten. Maar als hun mannelijke tegenhanger thuis met jonge kinderen zit, twijfelt vreemd genoeg niemand aan zijn inzetbaarheid. Een vrouwelijke technische software-architect vertelt over de stereotypes in haar wereld. Als ze bij klanten over de vloer komt, wordt voetstoots aangenomen dat ze een sales- of marketingfunctie heeft. Ongeloof valt haar ten deel als ze de architect blijkt te zijn. Dit soort ervaringen gaat vrouwen niet in de koude kleren zitten. ‘Je hebt altijd het gevoel dat je je dubbel moet bewijzen.’
Kamini Aisola denkt dat het probleem is te verlichten door vrouwen continu in de juiste rolmodellen te plaatsen. ‘Dit moet al op jonge leeftijd gebeuren. Begin al vroeg de leiding op meerdere niveaus aan vrouwen toe te vertrouwen. Plaats hen in kaderfuncties, dan wordt hun potentieel erkend’, besluit zij.