De webtool Infectieradar, in juni offline gehaald na een datalek, gaat stapsgewijs weer van start. Via de toepassing gaven deelnemers wekelijks door of zij corona-achtige klachten hadden. Ruim veertigduizend mensen worden nu stapsgewijs opnieuw uitgenodigd, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Infectieradar werd geïntroduceerd op 17 maart van dit jaar. Begin juni bleek deze versie een datalek te bevatten, waardoor antwoorden van tienduizenden deelnemers zichtbaar waren. De tool werd op 6 juni ontkoppeld van internet.
Leverancier Formdesk uit Wassenaar dichtte het lek en werkte samen met het RIVM aan een toekomstbestendige versie. Deze is de afgelopen maanden getest, onder meer door pentesters van dienstverlener Sogeti. Vanaf nu nodigt het instituut de veertigduizend oorspronkelijke deelnemers uit om weer mee te doen. Over enkele weken kunnen ook nieuwe geïnteresseerden meedoen.
Vragenlijst
Het is de bedoeling dat tienduizenden Nederlanders wekelijks via Infectieradar een vragenlijst invullen waarmee ze doorgeven of ze klachten hebben die kunnen wijzen op coronabesmetting. Ook als ze geen klachten hebben geven ze dit door. Bij hun eerste aanmelding moeten deelnemers ook achtergrondgegevens invullen, bijvoorbeeld hun leeftijd, geslacht, werk en bestaande ziektes en aandoeningen.
De informatie uit Infectieradar geeft volgens het RIVM een aanvulling op andere gegevens en onderzoeken van het instituut uit Bilthoven. Zo kan het zijn dat deelnemers via de site wel lichte coronaklachten melden, maar zich (nog) niet laten testen bij een GGD. Uiteindelijk wordt de toepassing ook ingezet om andere infectieziekten te volgen.
Influenzanet
Infectieradar is oorspronkelijk ontwikkeld door het Europese samenwerkingsverband Influenzanet om de symptomen van infecties te volgen. Amper twee weken na de introductie in maart, kampte de tool met technische problemen. De techniek en de beveiliging bleek achterhaald. Toen is het RIVM overgestapt op Formdesk als leverancier.