Medisch-specialisten vormen binnen de (gezondheid)zorg veruit de grootste sector als het gaat om de toepassing van kunstmatige intelligentie (ai). Ruim zestig procent van de ai-toepassingen komen voor rekening van deze sector. Daarentegen maken de gehandicaptenzorg en de jeugdzorg weinig gebruik van ai.
Dit blijkt uit een inventarisatie van KPMG in opdracht van minister Van Ark (Medische Zorg). KPMG moest vaststellen welke ai-toepassingen in Nederland op dit moment voor gezondheid en zorg worden getest of ingezet in de praktijk. In totaal werden vierhonderd toepassingen geteld.
Ai-toepassingen worden het vaakst ingezet in de start van het zorgtraject (35%), voor diagnostiek. AI als onderdeel van de behandeling komt minder vaak voor (6%). De AI-toepassingen maken het vaakst gebruik van patroonherkenning (29%), gevolgd door beeldherkenning (24%) en natuurlijke taalverwerking (16%). De meeste toepassingen richten zich op analyse van beelden, zoals fundusfoto’s, ct- en mri-scans.
Naast het betrekken van patiënten wordt er in de fases van pilot en (pre)productie veel samengewerkt met andere partijen bij de ontwikkeling van ai-toepassingen. Voorbeelden zijn een kennisinstelling, technologiebedrijf of zorginstelling. Het delen van data en modellen onderling wordt als lastig ervaren, maar het samenwerken lijkt wel bevorderlijk voor het succes. De meeste ai-toepassingen hebben als doel het verbeteren van de zorgkwaliteit (77%) of het verbeteren van de doelmatigheid van zorg (76%).
De inventarisatie biedt het ministerie handvatten om succesvolle ai in de zorg in Nederland verder vorm te geven.