Werkgevers denken de Covid-19 crisis goed te hebben aangepakt. Een grote meerderheid meent dat het personeel snel de nodige ondersteuning en training heeft gekregen. Maar volgens IBM overschat het management schromelijk de effectiviteit van hun inspanningen.
Dit is de voornaamste conclusie uit een studie die IBM heeft gedaan onder ruim 3.800 topbestuurders uit 20 landen en 22 industrieën. Opvallend is dat directeuren een heel ander beeld hebben van de situatie tijdens de coronacrisis dan hun werknemers. De verschillen in perceptie zijn levensgroot. IBM constateert een aanzienlijke kloof tussen management en werkvloer.
De meeste ceo’s gaan er prat op veel te hebben vernieuwd om de zaak draaiende te houden. Maar het is de vraag of die voldaanheid altijd terecht is en hier geen sprake is van borstklopperij.
74 procent van de leidinggevenden gelooft dat zij hun medewerkers helpen nieuwe vaardigheden aan te leren die nodig zijn om op de nieuwe manier te werken. Maar slechts 38 procent van de medewerkers is het daarmee eens.
Vier op de vijf werkgevers zegt dat ze de fysieke en emotionele gezondheid van hun personeel ondersteunen. Daarentegen voelt minder dan de helft van de werknemers die steun. Volgens 86 procent van de leidinggevenden geeft hun bedrijf duidelijke richtlijnen over hoe hun organisatie werkt in deze periode. Ook hier ligt de werkelijkheid anders. Maar iets meer dan de helft (51 procent) van de werknemers is het daarmee eens.
Scepsis
Volgens IBM gaat het hier niet louter om verschillen in perceptie. Big Blue denkt dat de scepsis onder werknemers wel degelijk is gegrond. Uit het onderzoek blijkt dat 22 procent van de werknemers of tijdelijk verlof heeft gekregen of definitief de baan kwijt is. Daar komt bij dat veel bedrijven over zijn gegaan op kostenbeheersing. Dit kan op werknemers overkomen als een signaal dat ze overbodig zijn en worden vervangen.
Toegenomen automatisering, adoptie van kunstmatige intelligentie en de opkomst van ‘contactloze’ activiteit zorgen ervoor dat minder mensen nodig zijn om het werk te doen. Ook de grotere nadruk op kostenbeheersing heeft zijn weerslag. Dit kan ertoe leiden dat werknemers minder ondersteuning krijgen, ook bij het werken op afstand. Verder kunnen de persoonlijke banden die zo belangrijk zijn voor veel bedrijfsculturen, hieronder lijden.
Innovatie
De overgrote meerderheid van de ceo’s meent dat Covid-19 het innovatietempo aanzienlijk omhoog heeft gebracht. Bij 59 procent van de organisaties is de digitale transformatie in een hogere versnelling gezet. Bij 66 procent kwamen initiatieven tot stand die voorheen weerstand ondervonden, menen de topbestuurders.
Volgens het rapport verschuiven de prioriteiten die executives stellen, heel snel. In het begin van de pandemie draaide alles om crisismanagement en veiligheid op de werkplaats. Maar de aandacht verschuift naar cash-flow management en liquiditeitsbeheer. Kostenbeheersing wordt cruciaal geacht. 87 procent van de respondenten noemt dat als prioriteit. Managers richten zich nu op interne operaties. Dit kan ten koste gaan van de klantenservice, juist in een tijd dat de klantervaring kritiek is.
It-resilience
Ook op de veerkracht komt extra nadruk te liggen. Driekwart wil de komende twee jaar voorrang geven aan ‘it-resilience’. Verder moet de bevoorradingsketen beter in staat zijn tekorten op te vangen. 40 procent wil meer reservecapaciteit om toekomstige crises het hoofd te bieden.
Volgens IBM hebben veel bedrijven afstand genomen van ‘just-in-time’ leverantie. De bezorgdheid over cybersecurity heeft een hoogtepunt bereikt. Driekwart van de topmanagers geeft daar de komende tijd prioriteit aan. 46 procent wil kunstmatige intelligentie gaan gebruiken om de veiligheid te verhogen. 65 procent geeft voorrang aan iot, cloud en mobiliteit.
De bestuurders noemen organisatorische complexiteit, ontoereikende vaardigheden en burn-out van medewerkers als de drie belangrijkste uitdagingen voor de komende twee jaar. De weg naar economisch herstel is niet zonder hobbels.