Een verregaande modernisering moet de WBSO, de belastingkorting voor innovatieve werkzaamheden, toekomstbestendig maken. De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd als het gaat om ict en softwareontwikkeling. Twee onafhankelijke experts op gebied van programmatuurontwikkeling, prof.dr.ir. Jan Friso Groote en prof.dr. Mariëlle Stoelinga, hebben de definitie van het begrip programmatuur aanzienlijk bijgesteld. Ze hebben daarbij hun nek flink uitgestoken. Hun voorstellen zijn voer voor juristen.Aan de Eindhovense hoogleraar Groote de vraag welke aspecten van het nieuwe voorstel naar zijn mening tot het meeste debat aanleiding zouden kunnen geven.
Professor Groote verwacht vooral discussie over de vraag wat onder de nieuwe definitie nu feitelijk onder programmatuur gaat vallen. ‘Hiervoor moet jurisprudentie worden opgebouwd,’ zegt hij. In de nieuwe definitie zouden ‘operationele beschrijvingen van wetgeving’ opgeschreven in een domein specifieke taal, uitvoerbaar door een computer en te begrijpen door juristen, eronder kunnen vallen, mits technisch vernieuwend.
Groote: ‘Vooral het begrip ‘door mensen te begrijpen’ is iets waar jurisprudentie over ontwikkeld moet worden.’ Een ander gebied, het bouwen van SQL scripts, valt niet onder de oude definitie. Want deze beschrijvingen zouden “geen formele programmeertaal” zijn. In de nieuwe opzet komen deze scripts wel in aanmerking voor subsidie.
Versoepeling
Hij verwacht ook discussie over het laten vallen van de vereiste dat het werkingsprincipe wordt aangetoond door het runnen van de software. Die versoepeling leidt tot de vraag wat afdoende is als middel om het werkingsprincipe aan te tonen. Groote: ‘Het doel van dit aspect is om het denken over software op een hoger niveau te brengen en niet iedereen tot het kloppen van code te dwingen. Dat laatste leidt tot matig tot slecht gedocumenteerde bakken software, en die zijn op den duur schadelijk.’
Groote vervolgt: ‘Afgeleid hiervan is de vraag of dit ook voor andere artefacten die onder de WBSO vallen moet gelden. Mag je de werking van een nieuwe versnellingsbak aantonen zonder de versnellingsbak fysiek te bouwen, door alleen maar een model te maken, en daarvan overtuigend te beargumenteren dat het werkt als het fysiek gebouwd zou worden? Dit laatste is geheel van deze tijd waar veel vernieuwend onderzoek in bijvoorbeeld de chemie en de fysica plaatsvindt door louter computermodellen te maken, en de fysieke kant over te slaan.’
Zie ook de uitgebreide discussie: Dekt nieuwe programmatuurdefinitie nu wél de lading?
Nou zeker weer een tekort aan jur-dev-ops.
Nog niet zo lang geleden was het nooit een probleem dat niemand wist wat die IT-ers nou eigenlijk deden 😉
Dino,
IT heeft op allerlei manieren raakvlakken met de maatschappij en dus lijkt het me aannemelijk dat als gevolg hiervan er ook juridische vraagstukken komen omdat we niet in de anarchistische wereld van hippies leven maar in een democratische rechtsstaat. Er is dan ook al een jarenlange juridische interesse in wat IT-ers doen en ik kan honderden voorbeelden geven welke varieëren van rechtszaken over de rechten op intellectuele eigendommen van bepaalde algoritmen of een vermeende discrimentoire aard hiervan tot een schuldvraag over de tegenvallende verwachtingen van IT projecten omdat het digitale optimisme groter was dan de realiteit. We danken daarom de 2 onderzoekers voor hun inspanningen aangaande het definiëren van programmatuur en gaan over tot de orde van de dag omdat Nederlandse definities uiteindelijk weinig waarde hebben in een internationaal speelveld.