RoboValley, een Delfts ecosysteem rondom robotica, gaat samenwerken met SAS (analytics-software). Doel is om mens/robot-interacties te verbeteren. De natuurlijke samenwerking tussen mensen en robots is thans nog vaak een ondergeschoven kindje. En dat terwijl dit aspect juist aanzienlijk kan bijdragen aan een betere werk- en leefomgeving.
Momenteel zijn veel robotica-projecten gericht op de optimalisatie van een specifieke taak. Dat geldt ook voor RoboValley. Om daar verandering in aan te brengen slaan RoboValley en SAS de handen ineen. Ze gaan gezamenlijk bepalen hoe data-analyse kan helpen bij symbiotische robotica. De uitdaging is de interactie tussen mens en machine intuïtiever en effectiever te maken.
SAS biedt ondersteuning vanuit het D(N)A Lab, een open innovatieplatform voor organisaties die met maatschappelijk relevante projecten bezig zijn zoals ook robotica. Zo werkt SAS bijvoorbeeld samen met het project March, een onderdeel van RoboValley. Daarbij wordt data-analyse ingezet om een robotisch harnas (exoskelet) te verbeteren. Van dit harnas naar de drager en omgekeerd wordt informatie teruggekoppeld. Deze drager kan zo gemakkelijker bewegen in het harnas.
Exoskelet
Tijdens het SAS Analytics Forum bleek dinsdag dat het project March ondanks Covid-19 goede voortgang boekt. Het exoskelet waar elk jaar een nieuw team van studenten aan werkt, wordt steeds beter.
SAS ondersteunt RoboValley door haar Viya-platform beschikbaar te stellen. Daarnaast helpen data scientists van SAS met vraagstukken rondom data-analyse. Volgens Jaimy Siebel, algemeen directeur van RoboValley, kan SAS ertoe bijdragen dat de robot gebruiksvriendelijker wordt. Er zijn al veel data verzameld, maar de analyse daarvan kan beter.