Het Nationaal Groeifonds zoals aangekondigd in de vorige Miljoenennota, is definitief vormgegeven. Het investeringsfonds, waarin twintig miljard euro verspreid over vijf jaar wordt gestoken, richt zich behalve op fysieke infrastructuur ook op kennisontwikkeling, r&d en innovatie. Vooral op deze gebieden liggen kansen om de productiviteit te verhogen.
Voor economische groei is het nodig onderzoeks- en innovatie-ecosystemen te versterken. Kunstmatige intelligentie en robotica worden daarbij uitdrukkelijk genoemd. Onder de fysieke infrastructuur vallen ook digitale verbindingen. Binnen r&d en innovatie valt wetenschapsinfrastructuur (archieven, databestanden, computersystemen, communicatienetwerken voor de wetenschap).
Dit blijkt uit een brief van minister Hoekstra (Financiën) en minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) aan de Tweede Kamer.
Anders dan Invest-NL verstrekt het fonds geen generieke publieke financiering aan private bedrijven. Projectsubsidie of -aanbesteding staat centraal. Het fonds richt zich op publieke investeringen die bijdragen aan het verdienvermogen van Nederland. In het aandragen en bedenken van investeringsvoorstellen is een belangrijke rol toebedacht aan ondernemers, (mkb-)bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen uit het veld. Een onafhankelijke commissie zal de investeringsvoorstellen beoordelen.
Het gaat weliswaar om grote projecten, maar ook het mkb en startups kunnen als onderdeel van een ecosysteem profiteren van investeringen uit het fonds. Projecten moeten een omvang van tenminste dertig miljoen euro hebben en additioneel zijn aan private investeringen.