Als een verkeerslicht op rood staat, moet je stoppen. Die regel geldt in het verkeer, maar tijdens de coronacrisis ook bij Albert Heijn in Franeker. Een camera met kunstmatige intelligentie houdt bij wie naar binnen of buiten gaat. Als er te veel mensen binnen zijn, gaat het stoplicht op rood. Het is de oplossing die ICIT bedacht voor de lokale supermarkt. Supermarktbezoekers zien op een tv een stoplicht. Zo is er nooit meer dan een klant per vierkante meter in de winkel. Het project ‘Camera met kunstmatige intelligentie’ van Albert Heijn Franeker en ICIT is genomineerd voor de Computable Awards 2020 in de categorie Digitale Innovatie.
Het systeem dat ICIT ontwikkelde doet iets wat andere systemen niet doen, het tellen van mensen en dit snel doen en direct presenteren. Veel supermarkten blijven onder het maximum door winkelen met een karretje verplicht te stellen en niet meer winkelkarretjes neer te zetten dan er klanten in de winkel mogen zijn. Maar dat is niet zo handig als er naast de Albert Heijn nog een andere winkel zit, zoals in Franeker het geval is. En daar kan een slimme camera, die in- en uitgaande klanten telt en op een tv een stoplicht toont, de uitkomst bieden. Bij het hoofdkantoor van Albert Heijn vinden ze het concept zo interessant dat ze dit misschien wel in meer winkels gaan invoeren. Het hoofdkantoor heeft in ieder geval contact gezocht met ICIT om meer informatie over het systeem te vergaren.
Het klinkt heel eenvoudig: even kunstmatige intelligentie aan een camera koppelen en klaar ben je. Maar er waren wel wat hordes want het systeem moest leren mensen herkennen. Er moet dus gefilterd worden. Het systeem moet begrijpen of er nou een kind of een boodschappentas in de wagen zit. En het moet anoniem, dus het moet contouren weten vast te leggen. Om een mens te herkennen moet het algoritme de beelden bekijken en een persoon herkennen. Dat doet het door een combinatie te maken van beweging en de vorm. ICIT garandeert dat het systeem het in 95 procent van de gevallen goed heeft, maar in de tests scoort het nog steeds 100 procent. Het systeem is volgens ICIT ook na de coronacrisis nog goed te gebruiken, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat er altijd genoeg mensen achter de kassa zitten.