Nederlandse machinebouwers hebben de komende drie à vier jaar vooral meer software-ontwikkelaars nodig. Verwacht wordt een stijging in fte's van bijna zeventig procent. Van alle categorieën functies breidt die van software engineer zich veruit het meeste uit. Meer werknemers zijn nodig om nieuwe technologie toe te passen. Machines worden namelijk steeds meer sensor gestuurd en voorzien van intelligentie. Daardoor zijn data over bijvoorbeeld het verbruik en de condities te verzamelen.
Dit blijkt uit de Nationale benchmark Smart Machine Industry, die Siemens heeft uitgevoerd. Daarin wordt aangegeven waar deze sector staat en hoe de concurrentieverhoudingen veranderen.
Het gebruik van smart sensors heeft de grootste invloed op de bedrijfsvoering (65%). Andere veelgenoemde technologische ontwikkelingen zijn robotica en big data (beide 47%).
It-gerelateerde innovatie lokt een veelheid aan toepassingen uit. 65 procent van de bedrijven werkt inmiddels met cad, 48 procent met product data management en 33% met 3d computer aided engineering.
Veel machinebouwers worstelen met de applicatie-innovatie. Bij slechts een procent zijn alle applicaties al state-of-the-art. Een magere elf procent heeft een allesomvattend langetermijnplan voor de modernisering van het applicatie-landschap. Veertig procent heeft dit alleen voor essentiële onderdelen. Een kwart speelt wel met de gedachte een initiatief te starten, maar heeft nog geen plan gemaakt. De rest doet niets op dit gebied en heeft ook geen voornemens. Vooral bij bedrijven die werken met it-eilanden en verticaal zijn georganiseerd, blijkt het lastig het volledige applicatiepark te moderniseren.
Reduceren
De voordelen van digitalisatie zijn vooral te zien in de informatievoorziening. Driekwart van de bedrijven zegt dat door de digitalisatie hun engineers toegang hebben tot informatie en instructies. Daarnaast kan bijna een kwart gebruikmaken van virtualisatie waardoor de kosten van ontwikkelprocessen aanzienlijk zijn te reduceren.
De ontwikkeling van toepassingen op gebied van artificial intelligence (ai) krijgt nog geen hoge prioriteit. Slechts een op de vijf machinebouwers acht de ontwikkeling van ai-toepassingen belangrijk of kritiek. Bij 38 procent heeft het helemaal geen prioriteit, terwijl 42 procent het matig belangrijk vindt. Veel organisaties zijn hier nog niet klaar voor. Dit komt vooral door gebrek aan specialisten.
De deelnemers aan het onderzoek werden ook gevraagd of ai-toepassingen een oplossing bieden voor de transformatie naar een ‘smart industry’. Bijna de helft is het met die stelling eens. De onderzoekers vinden dat een opvallende uitkomst erop gelet dat een vijfde ai belangrijk vindt.
Overigens hebben veel machinebouwers al wel wat stappen gezet richting ‘smart industry’. Meer dan de helft beschikt inmiddels over simulatiesoftware voor de ontwerp- en testfase. Daarnaast werkt nog een een kleine vijftig procent met iot-sensors en veertig procent met andere vormen van ‘connected devices’. Verwacht wordt dat deze percentages de komende twee jaar flink toenemen.
Echt slimme digitale fabrieken zijn er nog nauwelijks. De meeste mogelijkheden worden slechts weinig toegepast. Dat geldt met name voor additive manufacturing, het 3d-printen van onderdelen dan wel producten. Ook big data, data analytics en algoritmes worden weinig ingezet. Zelflerende robots zijn zeldzaam.
Het vaakst toegepast, in ruim veertig procent van de gevallen, wordt parallelle productontwikkeling waarbij digitaal en fysiek ontwerpen gelijktijdig plaatsvinden. Verder zegt 32 procent van de bedrijven een ‘agile workforce’ te hebben met zelfsturende teams. 27 procent doet aan co-creation voor slimme productontwikkeling.
De machinebouw kenmerkt zich namelijk door de vele afzonderlijke datasilo’s, waarbinnen afdelingen vaak geïsoleerd werken. Siemens wijst op de noodzaak deze silo’s doorbreken. Alle data zouden integraal en zonder vertraging beschikbaar moeten zijn. Pas als alle gegevens in een gesloten kringloop worden verzameld zijn met ai-producten en processen te verbeteren, stelt Siemens.
Het onderzoek vond vorig jaar plaats. Ruim honderd Nederlandse machinebouwers hebben er aan deelgenomen.
Wat een uitdaging is voor deze sector is dat de meeste CAO’s die ze gebruiken geen IT functies kennen en/of dat de IT salarissen gekoppeld zijn aan de niet IT rollen binnen het bedrijf.
Hierdoor zijn veel van deze bedrijven niet competatief wat betreft salarismogelijkheden t.o.v. andere sectoren.
Een andere uitdaging, zeker in regio zo-Brabant, is dat bedrijven als ASML en Philips (ik schaar healthcare met de röntgen en mr scanners even onder machinebouw) een heel goed salaris- en bonusbouwwerk hebben, waardoor veel ontwikkelaars voor deze bedrijven kiezen. Al van veel mensen gehoord die vanuit deze bedrijven overgestapt zijn naar een andere werkgever dat ze salaris in hebben geleverd omdat de meeste bedrijven qua salaris hier niet tegen op konden.
Misschien moeten ze meer gebruik maken van object georiënteerd programmeren? Object georiënteerd programmeren is een vorm van software design waarbij veel gebruikt gemaakt wordt van objecten. Doordat de code is onderverdeeld in objecten, is de herbruikbaarheid van de code beter en het is makkelijker te onderhouden. En de programmeur hoeft niet steeds hetzelfde wiel uit te vinden. Dan hebben ze meer behoefte aan een systeemanalisten-programmeur.
PaVaKe,
Ik neem aan dat je bekend bent met de Brainport Industries Campus in Eindhoven waarin allerlei machinebouwers onderdak hebben gevonden aangaande de innovatie met Smart Industry en connected machines. Zo niet dan kan ik je een bezoek van harte aanbevelen omdat hier interessantere ontwikkelingen plaats vinden dan CAO onderhandelingen. Ik denk dat studenten van de TU/e die verder kijken dan de provinciale grenzen zich niet direct zullen laten leiden door salarisschalen. Ik begrijp uit jouw reactie dat velen dat niet doen bij de overstap naar een andere werkgever in de regio want klaarblijkelijk kunnen veel werkgevers niet mee gaan in een CAO die door de grote jongens in de sector gedicteerd wordt.
Kitty,
Ik ben benieuwd hoe het build- en configuration management van industriële machines zich verhoudt tot OO-softwareontwikkeling omdat veel software (microcode) onlosmakkelijk verbonden is aan de hardware. Lees even conclusies van Boeing aangaande de softwareontwikkeling van de MAX 737 want het hergebruik van code bij een ander lampje kan vervelende gevolgen hebben.
Oudlid … ik ben inderdaad bekend met de BIC in Eindhoven en met je eens dat daar interessante ontwikkelingen plaatsvinden. Maar met alleen interessant werk blijft de schoorsteen niet roken helaas.
Het zit ‘m inderdaad meer in je laatste zin. Om je een idee te geven: bij mijn vorige werkgever had ik o.a. een 13e maand, een budget om 13 vakantiedagen bij te kunnen kopen en betaalde ik een hele lage pensioenbijdrage.
Eèn van de bedrijven waar ik ooit op sollicitatie ben geweest had dit allemaal niet. Ze hadden ongeveer hetzelfde maandsalaris in gedachten, maar deze “extra’s” scheelde onder de streep toch al snel zo’n 15 à 20%. Dat verschil was te groot om tot elkaar te komen.
Uiteindelijk wel een andere baan gekozen met een klein beetje minder salaris, maar wel weer veel plezier en uitdaging in het werk, wat aan het eind van de rit toch het belangrijkst is als je je bedenkt dat je nog een jaar of 20 mag werken tot aan je pensioen