Op enkele jaren tijd zijn we smartphones van meer dan duizend euro per stuk perfect normaal gaan vinden. Maar lang niet iedereen wil zo veel geld uitgeven aan een telefoon. Hoe zit het aan de andere kant van het prijsspectrum? Wij gingen aan de slag met de Alcatel 1SE, een machientje dat minder dan honderd euro kost.
Om een en ander in perspectief te stellen: voor de prijs van één iPhone 11 Pro Max of een Samsung Galaxy Note 20 Ultra, kan je zowat dertien exemplaren van deze Alcatel kopen. Je kunt dus een boel geld besparen, maar zijn er dan ook zaken die je mist? Die zijn er uiteraard. Maar ongeveer elk punt van kritiek kan je ook weer pareren met een eenvoudige opmerking: dit apparaatje haal je al voor minder dan 90 euro in huis.
De Alcatel 1SE (die trouwens door het Chinese TCL wordt gemaakt) ziet er niet echt spectaculair uit, maar is zeker degelijk gebouwd en ligt aangenaam in de hand. Het chassis is wel volledig uit plastic, duurdere materialen als staal of aluminium moet je in deze prijsklasse natuurlijk niet verwachten. De achterkant is geribbeld, waardoor hij goede grip geeft.
Achteraan zit ook een vingerafdrukscanner. Die doet zijn werk, maar hij reageert niet erg snel en vaak moet je ook twee keer proberen voor hij je vingerafdruk registreert. Om de telefoon te ontgrendelen kan je ook gebruikmaken van gezichtsherkenning, al is deze methode niet zo veilig als bijvoorbeeld op een iPhone (die een soort 3d-scan van je gezicht maakt). Het opladen van de telefoon verloopt via een ouderwetse mini-usb-aansluiting (geen usb-C) en ook draadloos opladen is er niet bij. Laat de 1SE zeker ook niet in een zwembad of toiletpot donderen, want hij is niet waterdicht.
Lage resolutie
Het scherm van dit apparaat is met zijn 6,22 inch best groot, maar ook hier merk je dat een en ander niet al te veel mocht kosten. De helderheid is gewoontjes, de kleuren spatten niet bepaald van het scherm af en de resolutie is met zijn 1.520 x 720 pixels ook niet echt om over naar huis te schrijven. In het dagdagelijks gebruik val je je er waarschijnlijk geen bult over, maar houd dit scherm naast een wat duurdere telefoon en je merkt meteen het verschil. Waar we wel over te spreken zijn, is de batterij van deze Alcatel. Die is 4.000 mAh groot en bleek zeker voldoende om het machientje een hele dag aan de praat te houden.
TCL gaf de 1SE achteraan drie camera’s mee, meer dan in deze prijsklasse de gewoonte is. De hoofdcamera heeft dertien megapixels, er is een groothoeklens die beeldinformatie naar een sensor van vijf megapixels stuurt en er is ook nog een dieptecamera van twee megapixel die portretfoto’s moet helpen te voorzien van een mooi bokeh-effect (wazige achtergrond).
Foto’s die overdag genomen zijn, bij voldoende licht, zien er, voor wie niet al te kritisch is, redelijk goed uit. Als je iets nauwkeuriger kijkt, komen er echter al snel wat werkpuntjes naar boven: details (bijvoorbeeld in wolken) zijn niet of nauwelijks aanwezig en erg scherp zijn de foto’s ook al niet. Zodra de zon onder gaat, is het feest helemaal over: de foto’s veranderen dan in een bad van ruis waarin een kat haar jongen niet meer herkent. Ook in foto’s met harde contrasten, kiest de 1SE ervoor om details te laten vallen. Vergeet ook het adequaat fotograferen van snel bewegende objecten (een poes bijvoorbeeld). De camera reageert zo traag dat je al heel veel geluk moet hebben om daar een scherpe foto uit te halen. Het bokeh-effect lukt dan weer aardig, al vervaagt de software ook delen van het beeld die eigenlijk scherp hadden moeten blijven (plukken hoofdhaar bijvoorbeeld). Eerlijkheidshalve moeten we daaraan toevoegen dat ook veel duurdere smartphones daar wel last van kunnen hebben.
Slow motion
We hebben het even moeten opzoeken, want TCL zelf rept er met geen woord over, maar onder de motorkap blijkt bij deze Alcatel een Unisoc SC9863A-chipset te tikken, een stukje Chinees budgetsilicium dat eind 2018 werd aangekondigd. Die chip wordt bijgestaan door drie gigabyte aan RAM-geheugen. Het besturingssysteem is Android 10, de laatste versie.
We beseffen het wel: als een telefoon voor minder dan honderd euro in de winkelrekken moet liggen, dan is het onmogelijk om er een dikke Qualcomm 865 in te stoppen, maar toch…deze Unisoc is echt wel een beetje een luiaard. Wat je ook doet met de telefoon (apps openen, door je Facebook-tijdslijn scrollen, op een knop duwen,…) écht geweldig vlot gaat het nooit. Het lijkt alsof de telefoon voortdurend even moet ‘nadenken’ vooraleer hij tot de actie overgaat. Ook bij het spelen van spelletjes lijkt de chip voortdurend in ademnood te zijn. Zelfs een onschuldig bordspelletje als Toon Blast hapert en stottert regelmatig en als er veel ontploffingen zijn, lijkt het helemaal alsof je naar een film in slow motion zit te kijken.
Conclusie
We vinden het zeker een goede zaak dat gsm-fabrikanten zich niet puur op de absolute bovenlaag van de gsm-markt concentreren en ook budgettoestellen uitbrengen en voortdurend de minimumprijzen naar beneden proberen te drukken. Dat gezegde zijnde: deze Alcatel lijkt ons vooral geschikt voor mensen die slechts sporadisch hun smartphone gebruiken, om snel even een WhatsApp-berichtje te versturen of iets op te zoeken op Google. En heel af en toe een fotootje te maken. Bij middelmatige tot zware gsm-gebruikers vermoeden we dat er al snel frustraties over de prestaties van dit apparaat de kop op zullen steken. Er zijn veel dingen die we hem vergeven (zijn plastic body, het scherm dat zus en zo is, het ontbreken van snufjes als draadloos laden of waterdichtheid), maar de keuze voor de ondermaatse Unisoc-chip moeten we hem toch echt aanrekenen. Ben je dus iemand die niet meer dan pakweg een kwartiertje of twintig minuten per dag je telefoon in je handen hebt? Dan mag je wat ons betreft deze Alcatel op je shortlist zetten. Voor alle anderen: eventjes verder sparen en een klasse hoger gaan shoppen, ga je je echt niet beklagen.