Mkb’ers die slachtoffer zijn van online-criminaliteit, doen zelden aangifte bij de politie. Slechts veertien procent van de zelfstandigen en kleine ondernemers ziet daar heil in. Wanneer wel aangifte wordt gedaan, leidt dit vaak tot ontevredenheid.
Dit blijkt uit een studie onder burgers en mkb’ers, uitgevoerd door onderzoekers van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en de Erasmus Universiteit. Opdrachtgever was het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
Volgens onderzoeker Steve van de Weijer verschillen mkb’ers qua aangiftebereidheid nagenoeg niet van burgers. Dit komt omdat privé en zakelijk gebruik van it bij deze groep door elkaar heen loopt.
Met name delicten die gericht zijn op ict-systemen, zoals malware, ransomware, hacken en ddos-aanvallen, bereiken zelden de aangiftebalie. De meest genoemde redenen zijn dat de mkb’er ‘het zelf oplost’ en dat ‘de politie er niets aan zal doen’. Daarentegen doen mensen juist wel aangifte van online-criminaliteit om te voorkomen dat de dader het opnieuw bij een ander kan doen en omdat ze willen dat de dader gepakt wordt.
Vignettenstudie
Slachtoffers die wel aangifte deden, zijn in de helft van de gevallen (zeer) ontevreden omdat de politie onverschillig reageerde en de problemen niet zijn opgelost. Samenwerkingsverbanden tussen de politie en relevante publieke en private partijen zouden nuttige informatie over online-criminaliteit kunnen opleveren, stellen de onderzoekers. Want slachtoffers melden de delicten vaker bij andere organisaties dan de politie.
Met een vignettenstudie (denkbeeldige situaties) is onderzocht hoe respondenten zouden reageren in enkele hypothetische gevallen van slachtofferschap van online-criminaliteit. Twee derde van de respondenten geeft aan dat zij hiervan aangifte zouden doen. Wanneer dezelfde personen vervolgens gevraagd wordt hoe zij handelden na daadwerkelijk slachtofferschap van online-criminaliteit, blijkt echter dat één op de zeven naar de politie stapt.
Delictkenmerken bleken aangiftebereidheid beter te verklaren dan persoons- en bedrijfskenmerken. Zo is het slachtoffer vaker bereid ernstigere delicten aan te geven. Online-criminaliteit gericht op ict-systemen zoals malware en hacken wordt minder vaak bij de politie gemeld dan interpersoonlijke delicten. Onder het laatste vallen bijvoorbeeld online-bedreiging en cyberstalking. Ook voor vormen van online-fraude zoals identiteits- en marktplaatsfraude wordt sneller naar de politie gestapt.
De studie bestond uit twee steekproeven van 595 burgers en 529 ondernemers om te onderzoeken welke delict- en slachtofferkenmerken aangiftebereidheid na online-criminaliteit voorspellen.