Apple lanceert zijn nieuwe iPhone-modellen dit jaar enkele weken later dan gebruikelijk. Dat kondigt het bedrijf zelf aan in een toelichting bij zijn kwartaalcijfers. De nieuwe versies van de telefoons zijn allicht vanaf oktober beschikbaar.
Volgens financieel directeur Luca Maestri van Apple zijn er aanleveringsproblemen met onderdelen van de iPhone, hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door de corona-pandemie. De nieuwe modellen uit de iPhone 12-reeks komen daardoor ‘enkele weken’ later dan gewoonlijk op de markt.
Sinds 2012 bracht Apple altijd minstens een iPhone uit in september. Het gebeurde ook dat een model in september werd gelanceerd, gevolgd door een ander model enkele maanden later. Zo was het bijvoorbeeld in 2017: de iPhone 8 kwam in september uit, gevolgd door de iPhone X in november. Een jaar later was er hetzelfde scenario: de XS werd in september gelanceerd, de XR eind oktober.
Dat de nieuwe telefoons vertraging hebben, komt niet helemaal onverwacht. Chipleveranciers Qualcomm en Broadcom hadden er al op gehint. Zo meldde Qualcomm eerder deze maand bij de voorstelling van zijn kwartaalcijfers dat het minder gsm-modems levert door ‘de vertraging van een wereldwijde release’, evenwel zonder concrete namen te noemen.
Ondanks de storingen in de supply chain heeft Apple de coronacrisis toch goed verteerd. Het bedrijf meldt dat het in het derde kwartaal van zijn gebroken boekjaar twaalf procent meer winst en omzet draaide, vergeleken met vorig jaar. De omzet tikte af op net geen zestig miljard dollar, de winst op ruim elf miljard dollar. Volgens ceo Tim Cook zijn er door de pandemie meer Macs en iPads gekocht door thuiswerken en onderwijs op afstand. Ook de omzet uit telefoons ging er licht op vooruit, vooral door de lancering van de relatief goedkope iPhone SE.