Het researchprogramma waarmee Apple de veiligheid van de iPhone wil vergroten, is niet onverdeeld gunstig ontvangen. Vooral de bepaling dat onderzoekers beveiligingslekken pas mogen rapporteren wanneer Apple daar toestemming voor verleent, heeft kwaad bloed gezet.
De kritiek is dat Apple zo oneindig lang publicatie kan ophouden. Vooral Google dat de afgelopen jaren ruim 350 kwetsbaarheden in Apple-producten wist te vinden, is kwaad. Google’s team veiligheidsonderzoekers dat opereert onder de naam Project Zero, wacht met openbaarmaking van lekken maximaal 90 dagen. Ook veel andere securityteams geven softwarebouwers bij wie fouten in de beveiliging zijn gevonden, bijna drie maanden de tijd de problemen te verhelpen. Apple weigert echter die lijn te volgen.
Dit betekent dat Google en ook een aantal andere onderzoekers geen gebruik kunnen maken van iPhones die speciaal voor beveiligingsonderzoek beschikbaar worden gesteld. Apple stelt aan het gebruik van deze aangepaste iPhones die toegang tot de ‘shell’ verlenen, de strikte voorwaarde dat onderzoekers hun bevindingen tot het verschijnen van de beveiligingsupdate geheim moeten houden. Bovendien mogen alleen veiligheidsexperts met een bewezen track record aan het uitleenprogramma deelnemen. De speciale testapparaten maken het gemakkelijker gaten in de beveiliging op te sporen.
Tot voor kort had Apple een weinig open programma voor de detectie van kwetsbaarheden. Alleen een zeer select gezelschap van onderzoekers kon eraan deelnemen. Ongeveer een jaar geleden werd het programma verruimd gevolgd door een nieuwe versoepeling deze week. Vooral het opsporen van kwetsbaarheden in apps van derden wordt nu gemakkelijker. Ondanks eerdergenoemde restricties is het een stap voorwaarts, vertelt onderzoeker Patrick Wardle (Jamf) aan Threatpost.