Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam wil een selectieve groei van het aantal datacenters tot 2030 in de gemeente toestaan. Zij het onder strenge voorwaarden. Dit staat in het Vestigingsbeleid Datacenters gemeente Amsterdam 2020-2030 dat is vrijgegeven voor inspraak.
De inspraakperiode is van 1 juli tot en met 31 augustus 2020. Na de inspraakperiode wordt het vestigingsbeleid ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad.
Volgens wethouder Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid) heeft de afgelopen periode van veel thuiswerken en videobellen laten zien hoe afhankelijk we zijn van internet en goede verbindingen. De groei van het digitale verkeer zet alleen nog maar door, waardoor er een groeiende behoefte blijft aan datacenters.
De gemeente durft een volledige bouwstop dan ook niet aan. Wel laat zij nieuwe datacenters op beperkte schaal toe én onder strenge voorwaarden op het gebied van energie, ruimtelijke inpassing en het leveren van restwarmte voor de verwarming van woningen. Het is in Amsterdam alleen mogelijk om nieuwe datacenters te vestigen in de bestaande clusters Amstel III, Science Park, Schinkelkwartier en Haven/Haven-Stad.
Tot 2030 mag de gemiddelde groei van datacenters per jaar maximaal 67 megavolt ampère (MVA) zijn. De gemeente monitort samen met energieleverancier Liander, Waternet en de datacenterbranche tussentijds de groei van datacenters, zodat er bij ongewenste ontwikkelingen tijdig valt bij te sturen.
Eigen inkoopstation
In het nieuwe beleid zijn voorwaarden opgenomen op het gebied van energieverbruik, waterverbruik voor koeling, restwarmte, ruimtelijke inpassing en circulair bouwen. Zo moeten datacenters met een groot vermogen (> 80 MVA) een eigen inkoopstation aanleggen om te voorkomen dat het elektriciteitsnet te veel wordt belast en er voldoende ruimte op het net blijft voor de andere (groot)gebruikers in Amsterdam. Ook moeten datacenters elektriciteit duurzaam inkopen en de restwarmte die vrijkomt gratis beschikbaar stellen voor het verwarmen van woningen.
Verder wil de gemeente dat datacenters zo worden gebouwd dat zij in de toekomst zonder grootschalige verbouwing een andere functie kunnen krijgen, of dat de bouwmaterialen op een andere locatie opnieuw zijn te gebruiken. Daarnaast dienen nieuwe datacenters qua ontwerp goed in de omgeving te passen en moet de begane grond deels beschikbaar zijn voor andere functies, zoals horeca of bedrijfsruimtes.
Het gemeentelijk vestigingsbeleid voor datacenters hangt nauw samen met de uitwerking van de regionale strategie voor datacenters binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA). De gemeente werkt in dit verband aan het ontwikkelen van een nieuw cluster voor datacenters in de MRA. Samen met het Rijk en de sector onderzoekt de MRA de randvoorwaarden, haalbaarheid en financiering hiervoor.
Bouwstop
In juli 2019 besloten de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam de vestiging van nieuwe datacenters tijdelijk stop te zetten in afwachting van nieuw regionaal beleid. Aanleiding voor dit zogeheten voorbereidingsbesluit was de toename van het aantal datacenters. Ze nemen te veel ruimte in beslag en gebruiken te veel energie, vinden de gemeenten.
Haarlemmermeer maakte recent bekend over tien jaar geen nieuwe computerkrachtcentrales meer te willen. Ook deze gemeente laat het komende decennium nog maar mondjesmaat de bouw van nieuwe datacenters toe.
Vind ik ook. Nieuwe groei-industrie in Nederland, meteen aan banden leggen die hap.