Voor het internationale onderzoeksproject 5G-Blueprint, waarin bedrijven en instellingen uit Nederland en Vlaanderen de hoofdrol spelen, komt tien miljoen euro aan EU-subsidie beschikbaar. Bekeken wordt hoe op afstand voer- en vaartuigen kunnen worden bestuurd. Tele-operation moet grensoverschrijdend transport en logistiek efficiënter maken. Door haar ultrakorte reactietijden biedt 5G daartoe nieuwe mogelijkheden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat behoort samen met het Vlaams Departement voor Mobiliteit en Openbare Werken tot de voortrekkers. Andere deelnemers zijn North Sea Port en Port of Antwerp, het bedrijfsleven en academische sector. Voor het onderzoeksproject is een consortium van 28 partijen opgericht. Ook zijn partijen uit Zwitserland en Tsjechië aangehaakt.
Centraal staat de vraag hoe real-time data-uitwisseling van en naar voertuigen, tussen terminals en voertuigen en tussen voertuigen en centrales de voorraadketen (supply chain) doelmatiger kan maken.
De focus ligt op de North Sea Port. Deze belangrijke logistieke corridor ligt tussen Vlissingen, Terneuzen, Gent en Antwerpen. Eurofiber is bij 5G-Blueprint betrokken vanuit zijn expertise op het gebied van de glasvezelinfrastructuur, die nodig is voor het datatransport. Langs wegen waar op afstand bestuurbare bedrijfswagens gaan rijden, zullen naar verwachting edge computers verschijnen. Om die rekencapaciteit aan elkaar te koppelen is glasvezel nodig. Eerder was Eurofiber al initiatiefnemer van het Handvest 5G. Hierin zijn door een groot aantal partijen uitgangspunten geformuleerd voor de succesvolle uitrol van 5G.
Ook KPN, Rijkswaterstaat, Terberg Benschop, Verbrugge, Kloosterboer, Sweco en Swarco behoren tot de Nederlandse deelnemers van 5G-Blueprint. Vlaanderen is vertegenwoordigd door onder meer Telenet, Imec, Be-Mobile, Room40, Transport Joosen en Nxtport.