Het voldoen aan de steeds striktere lokale regelgeving is voor de directies van datacentra een veel grotere uitdaging dan vorig jaar. Ook het volgen van de nationale en Europese wetten zorgt hoofdbrekens. Voor 36 procent van de datacentra behoort de wet- en regelgeving momenteel tot de voornaamste problemen in de komende drie jaar. Vorig jaar noemde nog tien procent dit issue. Daar komen veranderingen in de nationale en Europese wetgeving nog bij. Al die nieuwe regels vormen voor 27 procent een belangrijke uitdaging tegen 12 procent een jaar eerder. Ook het voldoen aan certificeringen vormt een toenemende last.
Dit blijkt uit een marktonderzoek dat de Dutch Data Center Association (DDA) heeft gedaan, neergelegd in het ‘Dutch Data Center Report, een jaarlijkse studie van de sectororganisatie DDA.
De tijdelijke bouwstop voor datacentra in de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer blijft voor onzekerheid zorgen. Volgens de DDA ondervindt de implementatie van nieuwe beleid momenteel enige vertraging. De DDA hoopt dat de nieuwe regels na het zomerreces in de gemeenteraad komen. In september of oktober kan er dan een beslissing vallen.
Verder blijkt uit eerdergenoemd onderzoek dat het voldoen aan de groeiende vraag naar datacenters een snel stijgend punt van zorg is. Vorig jaar maakte nog maar 4 procent zich hier druk over. Nu is dat al 18 procent. Opvallend is dat het percentage respondenten dat het duurzamer maken van datacentra als een belangrijke uitdaging ziet, daalt.
Duurzaamheidswinst
De DDA geeft in haar jaarrapportage zelf overigens hoog op van de bereikte duurzaamheidswinst. Managing director Stijn Grove haalde een intern cijfer aan over het stroomverbruik van de datacenters. Dat zou over de afgelopen maand met ‘slechts’ 1 tot 4 procent zijn gestegen. Grove wees erop dat momenteel 55 procent van de beroepsbevolking thuis aan het werk is. Nederland leunt volgens hem ‘extra hard op haar digitale fundament’. Dat levert duidelijke duurzaamheidswinst op: Nederland is sinds de coronacrisis 10 procent minder energie gaan verbruiken en stootte 5 Mton minder CO2 uit. De DDA concludeert uit deze cijfers dat Nederland ‘duurzaam doordraait op datacenters’.
Hoe duurzaam de datacenters gemiddeld zijn, blijft in het midden. Wel zegt de DDA dat 86 procent van de leden inmiddels groene stroom gebruikt, maar onvermeld blijft in welke mate dit gebeurt. In de Metropoolregio Amsterdam zou dit percentage 99 procent bedragen. Maar dit betekent allerminst dat deze sector alleen nog maar uit groene bronnen stroom haalt. Ook blijft het verborgen wat het aandeel groene stroom in het totaal van de elektriciteitsvraag is. Verder ontbreken over het hergebruik van restwarmte harde cijfers. De DDA volstaat met de melding dat de helft van haar leden gekoppeld is aan een systeem voor of van plan is zo’n koppeling aan te brengen.
Hergebruik van overtollige hitte
Onlangs schreef de NRC dat in de Wieringermeerpolder, waar Microsoft, Google en straks Cyrus One zitten, vooralsnog geen sprake van hergebruik van overtollige hitte is. Deze grote hyperscalers zullen in 2030 alleen al op die locatie in de kop van Noord-Holland acht keer zoveel stroom verbruiken als thans. De datacenters op de Agriport in de Wieringermeerpolder slokken dan 3 procent van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik op. Dat extra verbruik maakt het volgens de NRC lastig landelijk een hoger percentage groene stroom te bereiken. Verder stelt de krant dat de extra toeslag die kleinere Nederlandse stroomverbruikers betalen, als subsidie neerdaalt bij Vattenfall. Die koopt daarmee windturbines die niet de huishoudens in Noord-Holland of tuinders in de omgeving aan groene stroom helpen, maar de hyperscalers een groen imago bezorgt.