Innovatieve bedrijven hebben in totaal 1,2 miljard euro opgehaald via de r&d-regeling WBSO (Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk). De meeste bedrijven die WBSO aanvragen, houden zich bezig met ict. Machine learning groeide uit tot het belangrijkste toepassingsgebied binnen de digitale technologie.
5.555 bedrijven uit de ict-branche wisten een belastingvoordeel van 304 miljoen euro in de wacht te slepen. Ze vroegen over 21.377 arbeidsjaren afdrachtsvermindering aan voor 1.114 miljoen aan r&d-kosten.
Dit blijkt uit de jaarreportage die staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) heeft gepubliceerd. Bedrijven binnen de mechanische techniek geven het meeste uit aan r&d. Hun belastingvoordeel was nog iets groter dan de ict-sector.
Interessante trends
Ruim 20.000 Nederlandse bedrijven haalden het afgelopen jaar voordeel uit de WBSO. 97 procent hiervan behoorde tot het mkb. Via deze regeling kunnen ondernemers ideeën sneller ontwikkelen tot succesvolle producten en diensten. Zo kan veel innovatieve software tot stand komen. Ook voor robotica, telecommunicatie, computerhardware en meettechniek kwamen veel aanvragen binnen.
Uit de aanvragen zijn interessante trends op het gebied van digitale technologie waar te nemen. In 2019 zette de daling bij sociale media en blockchain door. Ook bij opensource, het internet of things (iot) en virtual reality was een lichte teruggang waar te nemen.
Artificiële intelligentie (ai), machine learning (ml) en 5G namen daarentegen toe. Sinds 2014 stijgt het aantal projecten rond ml spectaculair. Het zijn er nu al rond de drieduizend, tien keer meer dan vijf jaar daarvoor.
Van alle r&d-projecten die werden toegekend, is zestien procent gericht op de ontwikkeling van programmatuur.
Verschil is immens
De meeste deelnemers aan de WBSO komen uit de regio Groot-Amsterdam. Dit gebied heeft ook het grootste aandeel starters. Zuidoost-Noord-Brabant en Utrecht volgen als nummer twee en drie.
Niet alle provincies geven evenveel uit aan r&d. Het verschil is immens. Noord-Brabant is met 2.031 miljoen euro absolute koploper (29 procent). Daarna volgen Zuid-Holland met 1.423 miljoen (20 procent) en Noord-Holland met 940 miljoen (13 procent). Groningen, Friesland, Flevoland, Zeeland en Drenthe volgen op grote afstand. Naar Drenthe ging bijvoorbeeld maar 58 miljoen, een fractie van wat de Brabanders binnenhaalden.