Het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe datum (1 januari 2022) voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Hiermee willen zij extra tijd en ruimte bieden voor een goede invoering van de wet. Dat meldt minister Katja Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan beide Kamers.
Afgelopen april werd al duidelijk dat het invoeren van de Omgevingswet op 1 januari 2021 niet haalbaar is. De nieuwe inwerkingtredingsdatum moet nog wel worden goedgekeurd door het parlement; na de zomer volgt de stemming hierover. Minister Ollongren tilt deze over de zomer heen omdat er dan een debat gevoerd kan worden aan de hand van recente monitorgegevens en de resultaten van een praktijksessie over het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Volgens Ollongren kan door de deadlineverschuiving het jaar 2021 volledig in het teken van de implementatie staan.
Doel van de Omgevingswet en het bijbehorende DSO is het bundelen van wetgeving rondom ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water binnen één stelsel. Het idee is dat de gebruikers van het DSO met ‘een klik op de kaart’ informatie over regelgeving centraal kunnen opvragen en daardoor makkelijker en efficiënter zaken kunnen doen op het gebied van omgevingsrecht en ruimtelijke ordening.
Complex
De stelselherziening is een complex traject waarbij vele wetten over het omgevingsrecht in de Omgevingswet moeten worden geïntegreerd. Bovendien moet er een ict-omgeving (het DSO) worden opgetuigd met nieuwe standaarden, software en koppelpunten.
Het DSO wordt gezien als een nieuw risicovol groot ict-overheidsproject. Het Bureau ICT Toetsing (BIT), de ict-waakhond van het Rijk, heeft zich er al eerder kritisch over uitgelaten en buigt zich inmiddels over de Invoeringswet. Het advies hierover wordt voor de zomer verwacht.