De sturing van de Belastingdienst op het realiseren van een beter applicatielandschap is onvoldoende, de selectie van investeringen schiet tekort en goede kosten-batenafwegingen ontbreken bij technologiekeuzes. Dit stelt het Bureau ICT-toetsing (BIT) over het programma Regie Modernisering IV-Landschap (programma MIV) van de Belastingdienst.
Het programma MIV beheert een investeringsbudget, waarmee de Belastingdienst zijn applicatielandschap, bestaande uit circa negenhonderd applicaties, moderniseert en omvormt naar een toekomstbestendige en wendbare omgeving. Doelstelling is om de technische schuld terug te brengen van ruim vijftig procent in 2018 naar maximaal dertig procent eind 2022.
Gebrek aan sturing en weinig focus op rendement
Het BIT ziet goede elementen in de door de Belastingdienst gekozen aanpak, maar stelt niet te kunnen herleiden of het MIV-budget optimaal wordt besteed. Het bureau schat dat slechts veertig procent van het budget naar een concreet meetbaar doel gaat: het verbeteren van lokaal ontwikkelde applicaties en het uitfaseren van minder gangbare technologie.
Het BIT ziet voor haar schatting een drietal oorzaken. De eerste is dat er te weinig sturing is op een beter applicatielandschap. Daarnaast zijn de gebruikte methodieken om investeringen te richten op probleemgebieden ontoereikend. Tot slot noemt het BIT het technologiebeleid onvoldoende gericht op rendement. Ook stelt de organisatie dat dat de sturing op rendement nog wordt bemoeilijkt doordat ‘de berekening van de technische schuld, die de Belastingdienst hanteert, geen goede weergave geeft van de technische kwaliteit van het landschap’.
Belastingdienst past aanpak aan
Het is voor de Belastingdienst duidelijk dat beter moet kunnen worden onderbouwd hoe MIV tot aantoonbaar rendement leidt en dat het budget onderbouwd moet zijn door concreet meetbare doelen. Het BIT doet in dit verband een drietal aanbevelingen. De eerste is om in aangepaste vorm door te gaan met het programma tot en met 2022, maar de aanpak aan te passen in termen van scope en sturing. Prioriteit wordt gegeven aan het uitfaseren van minder gangbare technologie en het zoveel mogelijk uitfaseren van lokaal ontwikkelde applicaties (loa’s). Om ook het technologiebeleid – waarin is vastgelegd hoe de technische invulling van het ict-landschap in de tijd zich moet ontwikkelen – meer te richten op rendement adviseert het BIT om dit beleid beter te onderbouwen met goede kosten-baten afwegingen en realistische tijdlijnen. En daarbij terughoudend te zijn met het grootschalig inzetten van technologie die binnen de Belastingdienst weinig is beproefd, een klein marktaandeel heeft of waarvoor weinig capaciteit beschikbaar is.
Life cyle management verbeteren
Ten tweede adviseert het BIT om het gezond houden van applicaties per domein te beleggen bij één eigenaar, die integraal verantwoordelijk is voor het budget en de staat van een applicatie. De ontwikkeling van dit eigenaarschap wordt geïntensiveerd. Goede invulling van life cycle management moet ook voorkomen, dat de Belastingdienst in de toekomst programma’s zoals MIV nodig heeft om achterstanden in te lopen. Daarnaast wordt de sturing op het programma MIV binnen de informatievoorziening(iv)-organisatie op korte termijn verbeterd. De cto wordt bijvoorbeeld binnen de iv-organisatie direct verantwoordelijk voor de overall sturing op het programma MIV en de realisatie van de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van het programma. Daarnaast wordt er bij het bepalen van de gezondheid van applicaties naast de Time-methode van Gartner vanaf nu ook gekeken naar kwantitatieve gegevens, zoals productieverstoringen en hun oplostijd en -kosten.
Financiering heroverwegen en meerjarige aanpak
De derde aanbeveling is om activiteiten te financieren die aantoonbaar problemen van de Belastingdienst oplossen, naast de activiteiten die minder gangbare technologie uitfaseren. Deze aanbeveling neemt de Belastingdienst over en de voorgenomen activiteiten voor 2021 en 2022 worden in dat licht opnieuw beoordeeld.
De staatssecretarissen van de Belastingdienst, Vijlbrief (Fiscaliteit en Belastingdienst) en Van Huffelen (Toeslagen en Douane) geven tot slot in een reactie aan dat de Belastingdienst onverminderd voort werkt aan het aan het vernieuwen en vereenvoudigen van haar ict-landschap. Om ook in de toekomst deze taken goed en betrouwbaar uit te kunnen voeren, wordt gewerkt aan een meerjarige Integrale Aanpak IV. Na de zomer komt hier meer informatie over.