Technologie, en met name het slim gebruiken van data, heeft de manier waarop bedrijven werken veranderd. Juist omdat er steeds meer databronnen zijn – van iot (internet of things) tot sociale media – die zich op verschillende plekken bevinden (on premisse en in de private en public cloud), werkt de traditionele manier van data-integratie niet meer. Er is behoefte aan een agile integratiestrategie. Een hybrid integration platform (hip) kan daar onderdeel van uitmaken.
Het is belangrijk eerst helder te definiëren wat wij onder een hybrid integration platform (hip) verstaan. Het is een integratieplatform dat geschikt is voor een hybride applicatielandschap (on premisse en in verschillende clouds), en dat tevens verschillende persona’s en verschillende use-cases ondersteunt.
Natuurlijk, vrijwel alle grote bedrijven hanteren een hybride multi-cloudstrategie. Ze krijgen bovendien allemaal in meerdere of mindere mate de behoefte om actionable informatie te halen uit machines en apparaten om de processen te verbeteren. En ze willen realtime kunnen acteren op gebeurtenissen om de klantervaring verder te personaliseren en verbeteren. Daarnaast blijft de behoefte groot om data en functionaliteit die zich in de backbone van de organisatie bevindt te ontsluiten naar de voorkant van het bedrijf. Dit alles schreeuwt om een goede integratiestrategie.
Het is logisch dat bedrijven op zoek zijn naar integratie-tooling die hierbij past. Maar zoals we ook in onze vorige blogs al aangaven, bestaat een agile integratielaag niet alleen uit een combinatie van tooling, maar ook uit een infrastructuur, architectuur en een organisatie-inrichting die het mogelijk maakt om snel, laagdrempelig en veilig data te gebruiken.
Competenties in een hip
In een hip zijn essentiële integratiecompetenties vertegenwoordigd: api-management, applicatie integratie, file transfer, data pipelines, streaming. Om te voorkomen dat er een wildgroei ontstaat aan tools, is het verstandig om per competentie een tool te kiezen die deze het best ondersteunt. De use case bepaalt welke competenties in die situatie belangrijk zijn en dus welke tooling daar het best bij past.
Het neerzetten van zo’n hip lukt alleen als er sprake is van een breed gedragen visie op integratie. Dat betekent dat belangrijke stakeholders erachter moeten staan. Maar ook dat je niet steeds opnieuw het wiel uitvindt, maar doorbouwt op wat er al aanwezig is. Daarnaast moet je die visie – en natuurlijk ook de bijbehorende werkwijzen en tooling – breed implementeren. Implementeren betekent ervoor zorgen dat mensen die api’s bouwen, de tools ook echt gaan gebruiken. Zoals we in onze vorige blog al beschreven, onderscheiden we drie typen gebruikers: integratie-experts, ontwikkelaars in devops-teams en citizen developers. Zij moeten allemaal begrijpen waarom je welke keuzes hebt gemaakt en ze moeten het belang inzien van standaardisatie en hergebruik.
Belangrijke keuze
Hoewel de tooling niet centraal hoort te staan bij de inrichting van een hip, is de keuze welke tools je gaat gebruiken natuurlijk wel een belangrijke. Zoals bij alle software het geval is, geldt ook bij integratie-tooling dat de meeste stakeholders geen zicht hebben op de gebruikte tools, laat staan op de competenties die in de organisatie aanwezig is. Daardoor ontstaat er binnen teams en afdelingen ruimte om eigen tooling te kiezen, terwijl er voor de functionaliteit die ze zoeken al tools aanwezig zijn. Zo ontstaat er een wildgroei die hergebruik in de weg staat.
Maak die fout niet en begin daarom met het onderzoeken van de al aanwezige tooling: waarin blinkt de tool uit? Welke functionaliteit wordt al door de teams gebruikt? In hoeverre is deze tool van waarde voor de gehele organisatie? Stel vast welke essentiële competenties er nog missen en aan welke (non-)functionele requirements jouw ‘nieuwe’ tooling moet voldoen. Bepaal pas na deze grondige analyse welke tooling het beste bij jouw organisatie past.
Voorkom bottleneck
Wil jouw bedrijf de innovatiesnelheid verhogen en data snel en veilig ontsluiten? Dan is het belangrijk om nu al over na te denken over een hip. Want het is al lang een feit dat de meeste organisaties een hybride landschap hebben met applicaties in de public cloud, private cloud en on premise. Met de opkomst van streaming data nemen bovendien de businessvragen om meer te doen met de combinatie van streaming data en ‘data at rest’ alleen maar toe. Event driven realtime datastromen hebben heel andere use cases dan standaard applicatie-integratie. Met een hip voorkom je dat integratie in zo’n steeds complexer wordende omgeving de bottleneck wordt.
Zet je zo’n hip van vandaag op morgen neer? Nee. Het is eerder een evolutie dan een revolutie. Introduceer stapsgewijs nieuwe functionaliteiten en technieken en zorg dat de potentie hiervan volledig wordt benut. Want zoals we niet genoeg kunnen benadrukken: je maakt niet alleen een keuze voor de tools, maar je moet er ook voor zorgen dat verschillende soorten gebruikers – van citizen developers tot integratie-experts – de tools kunnen gebruiken. En je moet de governance op orde hebben, zodat je zeker weet dat je grip houdt op de integraties die zij ontwikkelen en dat die te allen tijde voldoen aan jouw eisen op het gebied van onder meer security, documentatie, access control en monitoring.
Jos Smits, cto, en Jan Fluitsma, integratiespecialist bij Conclusion Virtual Sciences