Een van de grootste uitdagingen van de mens in dit tijdsgewricht – zo niet dé grootste – is onze footprint. We zijn met vele miljarden op een aardbol die oorspronkelijk bedoeld was voor een paar honderdduizend sapiens. We reizen erop los, consumeren ons een ongeluk en elke generatie laat mondiaal gezien de aarde achter in een slechtere staat dan toen zij hem kreeg.
We weten allemaal dat hier een flinke uitdaging ligt, maar toch doen we, afgezien van wat window dressing, eigenlijk vrij weinig. We onderzoeken wat, publiceren wat, roepen wat, maar wordt er ook geluisterd? Verstaan die ministers, bestuurders, intellectuelen, wetenschappers, technologie-ondernemers, creatievelingen en burgers elkaar wel? We weten het allemaal ook; we kunnen de problematiek alleen oplossen door de handen echt ineen te slaan.
Dierentuin
In zijn recentste boek ‘De laatste omhelzing van mama’ komt de wereldvermaarde primatoloog Frans de Waal tot een wrange conclusie. Als hij een orang-oetang zou zijn en hem gevraagd werd waar te wonen en hij kreeg de keuze tussen een van de betere dierentuinen op aarde of in het wild op Borneo, zou hij voor de dierentuin kiezen. Daar heeft hij een beter leven dan in het wild.
Het gaat niet goed met de natuur op de wereld en de laatste twintig jaar is het niet beter geworden. Ondanks vele manmoedige pogingen om bedreigde diersoorten via fokprogramma’s te beschermen en in bijvoorbeeld in Nederland ‘natuur’ terug te brengen, is er sowieso niet veel echte natuur op aarde meer, zegt De Waal. Van de totale biomassa op aarde is drie procent van de dieren groter dan een konijn, dus echt wild zoals we dat kennen uit de natuurfilms. Een kwart is mens en de rest van die biomassa bestaat uit koeien, varkens, paarden, honden, huiskatten, schapen en postduiven die door ons zijn gedomesticeerd. Veel van die dieren hebben een erbarmelijk leven. Die veestapel blijft overigens ook maar groeien want we verdienen er tenslotte aan.
Mantra
Ongebreideld vermeerderen is geen optie (meer). Ons milieu én onze economie zijn beide compleet overbelast en door de mantra van ‘groei’ die onze wereldeconomie beheerst, zullen er over tien jaar gewoon meer koeien zijn. En er zullen veel meer mensen zijn die reizen op een infrastructuur die daar niet geschikt voor is. Door dit teveel aan bio-industrie en mobiliteit zullen we ongewenste broeikasgassen blijven produceren. Een circulaire economie of donut-vormige groei is voorlopig een theoretisch antwoord en wellicht zullen we ooit zo wijs zijn om dit te omarmen, maar tot nu toe blijft het bij welwillend experimenteren.
Natuurlijk, we kunnen erop wachten dat het inzicht ‘minder is meer’ echt indaalt. We hebben natuurlijk kleine hoopvolle signalen. De jeugd is allang af van het heilige autobezit. Zo’n ijzeren ros is vooral statussymbool voor mannen van middelbare leeftijd. We beginnen ook steeds meer te delen, kamers via Airbnb, spullen via Peerby en mobiliteit via Uber. Maar zet dat nou echt zoden aan de dijk voor onze footprint? Nou, nee.
Ego-verlengstuk
Er zijn dingen te bedenken die sneller het gewenste effect hebben. Ook ik rij (met veel plezier) een mooie auto, maar we moeten echt af van die auto als ego-verlengstuk. En de technologie zoals een mesh-netwerk om ons schoner, sneller en beter te vervoeren, is voorhanden. In zo’n netwerk zijn alle deelnemers aan de mobiliteit, alles wat zich op de openbare weg bevindt zoals auto’s, vrachtverkeer, fietsen, robots, rolstoelen, blindengeleidestokken, telefoons, sensoren en de huidige harde infrastructuur, zelf onderdeel van een netwerk van punten dat met elkaar communiceert en brengt ons (theoretisch) probleemloos van A naar B. Als we daarnaast vaart zetten achter dat autodelen, dan kunnen we stapsgewijs naar zoiets toewerken. Binnen tien jaar kunnen we dan naar een open mesh-netwerk waarbij zo’n zeventig procent van onze mobiliteit volledig automatisch wordt gefaciliteerd. Het mooie van zo’n netwerk is dat by default ook nog eens de security en privacy regelt, dus daar hoeven we ons niet meer druk over te maken.
Dit wordt door velen nog afgedaan als luchtfietserij, helaas. In het huidige paradigma over autogebruik duurt het eeuwen voordat we zo ver zijn. Maar het kan natuurlijk sneller. Rutte heeft afgelopen jaar met wat ‘verboden’ – we mogen sinds kort overdag op de snelweg niet harder dan honderd – voorschotjes genomen, op een strengere invulling van de minder-meer-gedachte. Het is niet echt des VVD’s, maar toch, hij komt ermee weg. Als Rutte in al zijn politieke behendigheid nu eens verder gaat en per 2021 bij wet verbiedt dat burgers auto’s in bezit hebben. Er komt een subsidieregeling voor de opkoop van auto’s, tegen de dagwaarde uiteraard, dan maken we echte stappen! Als troost voor de alfa-aapjes mogen die dan nog wel in hun mooiste ros wat rondjes over het circuit van de prins in Zandvoort scheuren. Misschien zelfs in de Formule 1-bolide van Max. Tegen gereduceerd tarief.
Dit artikel is verschenen in Computable Magazine #2 2020.
oeps een dromer!
Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
Ik ben vegetarier meer als 20 jaar, reis nauwelijks, vlieg nooit en rij minder als 5000 km per jaar.
Wie volgt?
Ik raad de auteur aan om de documentaire “planet of the humans” (YouTube) te bekijken.
@Jan van Leeuwen:
Dus jij laat mijn kinderen jouw AOW betalen? Fraai is dat!
Consuminderen is noodzakelijk. Wij als individu, maar ook gezamenlijk als mensheid. De bevolking tot 9 miljard laten groeien, wat ze in 2050 verwachten, is geen optie. Een (paar) miljard laten krimpen is beter. Misschien is voorlichting, geboortebeperking en tegengaan van kindersterfte in derdewereldlanden de oplossing? Ik weet het niet, maar jij, met jouw geneeskunde achtergrond, misschien wel.
Frank,
Jan woont en werkt in Oostenrijk, belastingtechnisch betaalt hij volgens mij sowieso geen sociale premies maar hij is eerlijk in zijn reactie, dat ik daarin nog weleens een andere mening heb gaat om de disucssie en auteur lijkt niet het lef te hebben om daarin mee te gaan. Hans is geen dromer maar de charlatan die een businessmodel zoekt in de klimaathysterie, de ondernemende opportunist.