Het ongelukkige verloop van de appathon en de ongezouten kritiek van deskundigen zijn het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) niet in de koude kleren gaan zitten. Ook de kritische rapportages van KPMG, de Landsadvocaat en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zijn hard aangekomen. Daarnaast heeft de Tweede Kamer onder aanvoering van D66, GroenLinks, SP en PvdA een vernietigend oordeel.
Ron Roozendaal, chief information officer bij VWS, verklaart in een blog persoonlijk te zijn geraakt. Vooral de vele beschuldigingen dat de topambtenaar laks zou omgaan met de privacy, wekken wrevel. ‘Dat raakt me,’ stelt Roozendaal. Vooral tijdens de appathon van afgelopen weekeinde werd de cio persoonlijk voor de voeten geworpen met het denken over apps de privacy te verkwanselen. En dat terwijl die apps alleen maar bedoeld zijn om het werk van de GGD te ondersteunen, zo benadrukt Roozendaal. Hij zegt soms de nuance te missen.
Volgens hem wordt vergeten dat de apps veel anoniemer werken dan bij de huidige werkwijze van de GGD. Nu moet de GGD veel personen traceren, bellen en spreken. Een app leidt tot minder verwerking van persoonsgegevens. Roozendaal: ‘Want de eis aan de apps was dat het anoniem gebeurt.’
Man van de inhoud
Roozendaal begrijpt dat bij een maatschappelijk debat zoals afgelopen weekend stevige uitspraken horen. Maar als ‘nerd’ en man ‘van de inhoud’ is het niet prettig kwalificaties te horen als ‘incompetent’. Als voorbeeld noemt hij de uitspraak: ‘Nog nooit is zo zichtbaar, compact en goedkoop gedemonstreerd hoe totaal incompetent de overheid jaarlijks miljarden aan ict wegpist.’ Zo’n statement laat de cio niet altijd koud, ook al hoort het er volgens hem bij. Maar anders dan de beschuldiging de privacy te veronachtzamen raakt dat Roozendaal niet persoonlijk. ‘Ik ben juist blij met alle gesprek. Hoe geweldloos of niet geformuleerd ook. Want daarvan worden de resultaten beter.’
Roozendaal laat zich niet uit over de verdere ontwikkeling van de apps. Steeds meer gaan stemmen op om er maar helemaal mee op te houden. Het D66-kamerlid Kees Verhoeven wil dat de app-bouwers met hulp van experts teruggaan naar de tekentafel. ‘Uithuilen en opnieuw beginnen,’ concludeert hij.
Tumult
Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) vindt dat het ministerie van VWS de zaken verkeerd heeft aangepakt. ‘Door deze chaotische aanpak staan we nu op achterstand.’ Ze vreest door het tumult rond de appathon minder mensen straks de corona-app willen gebruiken.
Volgens Lodewijk Asscher (PvdA) kan een corona-app het werk van de GGD niet vervangen. Hij wil dat studenten en vrijwilligers de GGD gaan helpen bij het opsporen van mensen met het virus.
Veel kritiek is er over de haast waarmee het ministerie te werk is gegaan. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft minister Hugo de Jonge (VWS) vorige week nog gewaarschuwd dat hij veel te hard van stapel loopt met de plannen voor een corona-app. Deze instelling vindt De Jonge’s wens om binnen een paar weken een werkende app te lanceren verre van realistisch. De dienst vindt dat bij de selectie van een app ook moet worden gekeken naar het land waar de app uit afkomstig is en de wijze van gegevensopslag.
Ook het gezaghebbende Rathenau Instituut vindt dat het ministerie de tijd moet nemen om de corona-apps zorgvuldig te onderzoeken. Ook wordt gewaarschuwd voor praktische uitvoeringsproblemen. Nieuwe digitale toepassingen kampen daar vrijwel altijd mee.
Doorgaan
Ook de Nederlandse landsadvocaat is kritisch. Geen van de zeven corona-apps die afgelopen weekeinde aan de appathon deelnamen, voldoet momenteel aan de AVG. Volledige anonimiteit blijkt niet gegarandeerd. Evenmin is het risico op vals-positieven volledig weggenomen. Ook bluetooth werkt allerminst feilloos.Volgens de Stichting Privacy First vormen deze apps een bedreiging voor ieders privacy. Het gebruik ervan kan leiden tot talloze onterechte verdenkingen, stigmatisering, onnodige onrust en paniek. Zelfs ‘geanonimiseerd’ zijn gegevens uit dergelijke apps via koppeling alsnog tot individuele personen te herleid.
Ook binnen de EU is verdeeldheid over de apps. Ruim driehonderd wetenschappers uiten hun zorg in een open brief. Vooral de Duitse aanpak zou veel te centralistisch zijn.
De Tweede Kamer houdt vandaag een technisch overleg over de apps gevolgd door een Kamerdebat. Daarin zei cio Roozendaal door te willen gaan met apps. ‘We gaan niet terug naar nul’, aldus de cio tijdens de hoorzitting. Hij wil uit de teams die aan de appathon hebben deelgenomen, de beste mensen samenbrengen. Die moeten de voorstellen verder verbeteren. Daarnaast moet alles op basis van opensource. Bovendien komt het ministerie vrijdag met een preciezer programma van eisen. Vanavond wordt er een brief aan de Kamer het een en ander verduidelijkt.
@R.J. Tuijnman
https://arstechnica.com/tech-policy/2020/04/2-billion-phones-cannot-use-google-and-apple-contract-tracing-tech/
@Frank Heinkens
heel juist gekonkludeerd, een app is de verkeerde aanpak. Afstand houden, handen wassen, verdachtsgevallen testen en je gezond verstand gebruiken (tijdelijke lockdown) helpt meer.
De vaklui uit de pharma-industrie verwachten geen vaccin binnen een tot 2 jaar. Je kunt wat redden met de antistoffen uit bloedplasma van mensen die een corona achter zich hebben (passief immunizeren), die antistoffen grootschalig produceren kost ook (te) veel tijd.
@Louis
wie vasthoudt aan oplossingen die overduidelijk verkeerd zijn en daarmee een berg belastinggeld laat wegsmelten die verdient ontslag. Als je in een commercieel bedrijf de volstrekt verkeerde oplossing doordrukt sta je ook op straat.
Het gaat ook niet om die app, het gaat er om dat hier een ongelofelijke inkompetentie getoond wordt. Niet gehinderd door enige kennis van zaken wordt een technische schijnoplossing er door geramd die niets brengt behalve kosten.
Tragisch genoeg schijnt “politicus” en “inkompetent” erg vaak synoniem.
Het ministerie van VWS had zeker 7 jaar de tijd om na te denken over een app. die aansluit bij het onderzoek van GGD’s en om eventueel een basisontwerp te maken voor een app. De pandemie is niet nieuw en zoönoses volgen elkaar steeds sneller op (door oude Bushmeat praktijken in steeds grotere steden) en kunnen infecties steeds sneller verspreid worden (door globalisering en snelle verbindingen). VWS kent de analyses en adviezen van epidemiologen op dit gebied. VWS is heeft de laatste decennia een riskant beleid gevoerd en laks gereageerd op bedreigingen. Kijk naar het verkrapping van middelen van IC-capaciteit, de verantwoordelijkheid van gratis voorraadvorming van beschermingsmiddelen bij marktpartijen leggen, enz.
Als een minister van VWS, vanwege de mondkapjesdiscussie, eventjes snel een appathon wil organiseren om te laten zien dat VWS snel een deelprobleem kan oplossen, dan is dit de situatie om uit te glijden. Het is zelfs de ideale situatie om uit te glijden als je deze appathon niet aan een helder doel koppelt, aan voor de hand liggende eisen verbindt, niet goed begeleid wordt en er geen professioneel verwachtingsmanagement wordt uitvoert. Dan gaat er e.e.a. fout en wordt elke werkwijze en elk product met goede argumenten kritisch becommentarieerd en met vooral slechte, hypocriete en opgeblazen argumenten verder geheel afgefakkeld. Er zijn ten slotte op dit moment veel mensen met veel frustraties, waarvan velen tijd over hebben; zie het interview met bluetooth-uitvinder Jaap Haartsen.
De CIO had deze uitglijder moeten voorkomen. Nee durven zeggen is net zo belangrijk als ja kunnen zeggen. Je kan een opdrachtgever zoals Hugo de Jong rustig vragen of deze een eerlijk mening en dus advies wil hebben en daarna een goed gesprek hebben over de risico’s en hoe daar mee om te gaan. Bij zo’n heikel voorstel van een appathon, moet je dat zelfs doen.
Nu heeft de ontwikkeling een valse start gemaakt. Maar vooral blijft het onduidelijk of de app wel effectieve wat toe te voegen heeft aan het handenwassen, afstand houden en in bepaalde situaties mondmaskers of ademhalingsbeschermingsmaskers (allemaal analoog) om tijd te winnen voor betere curatieve en mogelijke preventieve medische oplossingen (ook allemaal analoog).