Talent gedijt bij vrijheid, maar de zorg is gesloten en houdt de deur dicht. Niet alleen voor creatieve geesten vanuit startups, maar ook voor het gigantische potentieel aan creativiteit in eigen huis. Digitaal gezant en innovatie-expert Ewout Karel ziet de relatie tussen zorgmedewerkers en startups gericht op innovatie binnen de zorg vaak al stranden voor ze begon. En dat terwijl er een perfect huwelijk kan ontstaan als de vakman en de startup samen innoveren.
Dat stelt Karel nadat hij door branchevereniging ActiZ eind 2019 op pad werd gestuurd. Tijdens zijn Digitaal denken & doen on tour bezocht hij zorgorganisaties en ging hij in gesprek met bestuurders, zorgprofessionals en cliënten. In zijn eindrapport benadrukt hij dat het vakmanschap van zorgprofessionals te vaak over het hoofd wordt gezien en geeft hij handvatten om deze professionals op de juiste manier te bereiken.
Je benadrukt in je rapport dat het vakmanschap van zorgpersoneel de doorslag geeft bij vernieuwing en dingen mogelijk moet maken. Kun je dit toelichten?
‘Dit is echt de kern van mijn verhaal. Innovatie wordt vaak ten onrechte gezien als iets totaal nieuws. Maar het gaat meestal in kleine stapjes. Iets wat al bestaat, krijgt een toevoeging of wordt anders ingezet en dat leidt tot een vernieuwing. Iemand die snapt hoe het nu gaat, weet al hoe het nu is en kan dus makkelijk de volgende stap maken.’
Startups staan volgens Karel buiten het werkveld en beginnen dus op nul voor wat betreft die praktische kennis. Hij benadrukt dat innovatie in de zorg vaak misgaat door de aanpak van vernieuwing. Zorginstellingen investeren in innovatie en denken dat ze er zijn wanneer ze de nieuwste snufjes hebben. Maar vooral de uitwisseling van kennis is essentieel. De vakman wordt volgens hem bij innovatie vaak in zijn geheel genegeerd. Dit, terwijl het werken volgens het ‘design-by-vakman’-principe veel effectiever is. Als voorbeeld van een succescase noemt hij de alarmeringssoftware van FocusCura, waarbij vernieuwers goed hebben ingespeeld op de behoeften van zorgmedewerkers. Karel stelt dat dit bedrijf echt samenwerkt met zorgmedewerkers en is uitgegroeid tot een grote speler waarvan de toepassingen door heel het land worden gebruikt. Een ander voorbeeld is de tool van Care-ring, waarbij de zoon of dochter van een dement persoon tekst inspreekt op een telefoon, zodat de demente vader of moeder op elk moment met zijn of haar kind kan ‘bellen’.
‘Zorgorganisaties moeten leren jammen om te innoveren’, is een bekende uitspraak van je. Je hebt ook een boek geschreven, Corporate Jamming. Hierbij staat corporate jamming, een coöperatieve manier van innovatie, centraal. Is dit mogelijk in de zorg?
‘In veel sectoren gebeurt het niet. Ook in de telecombranche waarin ik werkzaam ben, wordt er te weinig gejamd en te weinig naar elkaar geluisterd. Maar specifiek de zorg focust zich op menselijke waarden, zoals welzijn en gezondheid. Dat zou een geweldige uitgangspunt kunnen zijn voor succesvolle innovatie. Die innovatie moet immers altijd door waarde gedreven zijn, en dan bedoel ik juist niet door geld of bezit, maar veel meer op het niveau van welzijn en welbevinden. Toch zie ik dat het in de zorg nog steeds veel over geld gaat, over efficiënte en zaken die direct waarde toevoegen. Dat is onmogelijk te rijmen met succesvolle innovatie.’
Een andere opvallende vaststelling van de digitaal gezant is dat de zorg veel snellere doelstellingen heeft rondom innovatie. Binnen twee jaar moet een innovatie uitrolbaar zijn, dat is veel sneller dan bijvoorbeeld in de telecombranche. Vernieuwing kost echter tijd. En zeker in de zorg is tijd een schaars goed. Dat zorgt volgens Karel soms voor een blokkade. ‘De sector lijkt niet de ruimte en tijd te kunnen vinden om überhaupt tot innovatie over te gaan door de hoge doelen die ze stelt en de druk van het moment .Wat me opvalt, is dat de zorg het vooral ‘zelf wil doen’. Wat ik begrijp vanuit het aanwezige vakmanschap, maar juist door vakmanschap te laten jammen met vernieuwers ontstaan uitvoerbare innovaties. De sector moet echt openstaan voor de samenwerkingen met startups en vernieuwers van buiten.’
Je noemt zorginstellingen gesloten voor creatieve geesten en startups. Maar ook voor de creativiteit in eigen huis. Hoe heb je dit ontdekt?
‘Mijn indruk is dat er binnen de zorg veel frustratie is op de werkvloer. De mooiste quote die ik hierover heb gehoord is: ‘Vroeger, voor de managers in de zorg, toen bedacht iedereen op de vloer zelf functionaliteiten om het werk makkelijker te maken. Nu bepaalt de manager dat’. De managementlaag staat verkenning vanuit de werkvloer dus in de weg. De manager moet ervoor zorgen dat je efficiëntie in de organisatie krijgt, hij of zij moet de exploitatiemotor laten draaien. Essentieel is het echter om ruimte te laten om het zelfdenkend vermogen te blijven stimuleren. Kortom, geef als manager tijd, ruimte en vertrouwen.’
Toch heeft Karel hoop, want hij benadrukt dat er in de kern nog veel innovatie is. Essentieel is dat exploratiekracht (van de startups, vernieuwers en verkenners) en exploitatiekracht (van de vakman om die vernieuwing te concretiseren, te verbeteren of groot uit te dragen) met elkaar verenigd worden. ‘Geef zorgmedewerkers de kans om startups te versnellen. De medewerkers leveren vakmanschap en kennis om de startup te versnellen en dan draaien deze beginnende ondernemingen productie. Op deze manier kan er een product op de juiste manier ontwikkeld worden en dan kan uiteindelijk exploitatie plaatsvinden. Geld moet hierbij niet leidend zijn.’
Je noemt het gebrek aan innovatie binnen de zorg een gemiste kans, waarbij zorginstellingen het verschil kunnen gaan maken. Hoe kunnen ze dit bereiken bij personeel dat nu al zijn handen vol heeft?
‘Hiervoor haal ik graag een voorbeeld aan uit mijn eigen branche, de telecomwereld. Oorspronkelijk investeerden we daar in startups met officiële contracten et cetera. Dat vergde allemaal heel veel tijd en werd niets. Een startup heeft namelijk niet die organisatie nodig, ze willen misschien meelopen op een afdeling en daar een paar vragen stellen. Vernieuwers willen hun aannames valideren. En dat kan vaak al in een gesprekje met een kop koffie. Door mee te lopen, in gesprek te gaan met de vakman of vakvrouw kan zeer efficiënt geleerd worden. En dat is tevens een manier om zorgmedewerkers op hun vakmanschap en intrinsieke motivatie te betrekken bij vernieuwing.’
Leveranciers leveren nu een standaardproduct, maar enkel door de ervaring vanuit de zorg kunnen producten nuttig worden. Hoe zie je een goede wisselwerking in de praktijk voor je?
‘De softwareleverancier is lui geworden: één standaardproduct, zo standaard mogelijk uitrollen, en kijken waar het pijn doet. Aan die houding moeten we iets veranderen, de producten moeten passen bij de zorg. Daar zit een leercurve voor de softwareleverancier, die flexibiliteit moet er meer in. Maatwerktrajecten zijn hier een goed voorbeeld van, maar veelal veel te duur. We gaan de komende tijd richting organisaties waarbij het netwerk en ecosystemen centraal staan. En in dat tijdperk is standaard-software echt voorbij.’
Op hoe de ict-leverancier dit aan moet pakken, heeft Karel wel een antwoord. Om te beginnen is het essentieel om mee te kijken met de eindgebruikers. Immers, hoe kan je nu een softwareproduct bouwen, zonder te weten hoe het wordt gebruikt. Dat meekijken moet periodiek gebeuren. De implementatie van software moet niet worden gezien als een project, maar als een proces. Kortom: software-by-design-in a proces. Dan voelt software als een handschoen die blijft passen, aldus de innovatiemanager.
Uiteraard kunnen we tot slot niet om de huidige coronacrisis heen. Versnelt deze crisis innovatie/invoering van technologie in de zorg? Wat zijn je verwachtingen hierover?
‘Op dit moment versnelt het absoluut. We zien diverse apps, tools en andere online initiatieven in de zorg gelanceerd worden om fysiek werken te vervangen door digitaal contact. Ook zijn er nu veel jamsessies in de zorg. Zo werken 3Dprint-startups nu samen met zorginstellingen om onderdelen te produceren voor beademingsapparatuur. Het grote verschil met de periode voor de crisis is volgens Karel dat het nu gebeurt omdat het moet, maar ook omdat er niet gekeken moet worden naar exploitatie, maar naar menselijke waarden. Toch hij is er niet gerust op dat na de crisis de zorg verregaand gedigitaliseerd is. ‘De potentie is er nu, ook om nieuwe manieren van systeeminrichting uit te voeren. Het openstaan voor de ander is nu gebeurd en bewezen succesvol. Ik hoop het niet, maar vrees dat na de crisis uit een angst alle systemen dichtgereden worden. Laten we echter hopen dat de flexibiliteit die we met allen ervaren en zien behouden blijft. Flexibiliteit is hierbij essentieel, helaas is dat moeilijk te vermarkten.’
Wie is Ewout Karel?
Ewout Karel studeerde bedrijfskunde in Groningen en werkte daarna bij de startup SimPC. Vervolgens ging hij aan de slag als bedrijfsadviseur en consultant. Later werd hij innovatiemanager bij UPC, VodafoneZiggo en momenteel bij T-Mobile.
Karel is ook bezig met Innovation Warriors, waarbij gebouwd wordt aan een community waar leden hun vakmanschap willen inzetten voor derden.