Artificiële intelligentie (ai) voelt op dit moment nog relatief nieuw aan, maar de komende jaren zal het, net zoals elektriciteit, een onmisbaar onderdeel van ons dagelijkse leven worden. Eigenlijk maakt het ons leven nu al een stuk gemakkelijker, al beseffen we dat niet altijd.
Ai-technologie herinnert ons eraan dat we bepaalde mails moeten opvolgen, het helpt ons om snel een tafel in een restaurant te reserveren, en het maakt winkelen eenvoudiger voor wie vaak onderweg is. Dankzij machine learning (ml) zijn wetenschappers zelfs in staat om nieuwe soorten antibiotica tegen superbacteriën te creëren.
Niet alleen de ontwikkeling van ai-technologie gaat razendsnel, ook de discussie over toepassingen verandert. In februari publiceerde de Europese Commissie een white paper over ai, met daarin alle beleidsmogelijkheden om een ecosysteem van uitmuntendheid en vertrouwen voor ai in Europa tot stand te brengen. Het kadert in de ambities van de Commissie om vorm te geven aan ‘een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk’. Verwacht wordt dat de EU, na een openbare raadpleging van dit rapport, tegen het einde van dit jaar een van de eerste rechtsgebieden ter wereld zal zijn die ai-regelgeving voorstelt.
Een ‘mensgerichte’ benadering van nieuwe technologie stond ook helemaal bovenaan op de agenda van Ursula von der Leyen tijdens haar eerste honderd dagen als voorzitter van de Europese Commissie. Ai moet voor iedereen toegankelijk zijn en een natuurlijk onderdeel van menselijke interactie vormen. Het moet een duidelijke doel voor ogen hebben en door dieperliggende waarden ondersteund worden. Bedrijven gebruiken bijvoorbeeld ai-toepassingen om tijd en geld te besparen, en om betere beslissingen te nemen.
Ethisch verantwoorde ai-technologie is veilig en inclusief. Artificiële intelligentie moet voor ons werken, niet tegen ons. Als Europa ai echt mensgericht wil benaderen, dan moeten we ervoor zorgen dat nieuwe technologie ontwikkeld wordt met de intentie om goed te doen en het vertrouwen van burgers te winnen.
Dit zijn drie manieren waarop ai vandaag al een positieve impact heeft:
Technologie voor iedereen toegankelijk maken
Wanneer ai goed ontwikkeld en gebruikt wordt, is het een goed middel om gelijkheid te stimuleren. Voor oudere mensen en voor wie technisch minder onderlegd is, wordt de interactie met technologie een stuk eenvoudiger dankzij gebruiksvriendelijke platformen die met spraaktechnologie ondersteund zijn. Het apparaat is altijd beschikbaar, klaar om te luisteren en om vragen te beantwoorden. Het is zelfs mogelijk om audio in meerdere talen te vertalen, of in tekst om te zetten voor wie doof is of aan gehoorverlies lijdt.
Ook in de bedrijfswereld helpt spraaktechnologie om de productiviteit te verhogen. We mogen er van uitgaan dat spraaktechnologie een integraal onderdeel wordt van de apps die bedrijven aanbieden. Op die manier zal het gebruiksgemak verbeteren en zal onze omgang met technologie een andere invulling krijgen.
Onderwijs van kinderen personaliseren
Scholen gebruiken ai-systemen steeds vaker om lessen persoonlijker te maken. Door veelgemaakte fouten van leerlingen bij het beantwoorden vragen te herkennen, kunnen leerkrachten hun activiteiten aan het tempo van individuele leerlingen aanpassen en er zo dus voor zorgen dat geen enkel kind een achterstand oploopt.
Zo’n ai-programma is getraind met het werk van honderdduizenden studenten, zodat het in staat is om gemeenschappelijke vakgebieden te herkennen waarmee leerlingen vaak moeite hebben. Na verloop van tijd zal het algoritme – we noemen dit eigenlijk een vingerafdruk van de hersenen – zich op specifieke gebieden focussen en op maat gemaakte lessen voor het verbeteren van bepaalde vaardigheden aanbieden.
De combinatie van ai en augmented reality (ar) in de klas heeft zelfs het potentieel om revolutionair te worden. Stel je eens voor dat leerkrachten de progressie van hun leerlingen in realtime zouden kunnen volgen dankzij een ar-bril, waarmee enkel zij informatie boven de hoofden van studenten geprojecteerd zien. Op die manier zouden ze meteen zien wie een meer uitdagende opdracht moet krijgen en welke leerlingen aandacht nodig hebben.
Bedreigde diersoorten opsporen en beschermen
Witte haaien nabij populaire stranden opsporen, is een toepassing van ai waar je misschien niet meteen aan zou denken. Dankzij de analyse van videobeelden afkomstig van drones en het trainen van een algoritme – gewoonlijk gebruikt voor visueel zoeken, merkdetectie, en productidentificatie – kunnen we unieke eigenschappen van haaien of andere bedreigde diersoorten traceren en herkennen.
Op voorwaarde dat je over voldoende videodata beschikt, kan je algoritmen op basis van verschillende factoren gaan trainen. Bijvoorbeeld om een onderscheid te maken tussen haaiensoorten, om voorwerpen uit te sluiten die geen haai voorstellen, en om bij iedere waarneming te bepalen of het om een nieuwe haai gaat of een exemplaar dat we al eens eerder geteld hebben. Het algoritme wordt steeds slimmer, zodat het soorten identificeert zonder de dieren fysiek te moeten labelen. En ondertussen redt het ook mensenlevens.
Projectleider Zineb Laraki vergelijkt het leerproces van zo’n algoritme met dat van kinderen. ‘Je toont hen wat een kat is en na een tijdje zullen kinderen zich een idee kunnen vormen bij het concept ‘kat’, hoe het dier eruit ziet, hoe het beweegt. Een algoritme doet eigenlijk precies hetzelfde. Je toont voorbeelden en laat het vaststellingen doen. Goed of fout, jij voorziet het van feedback.’
Hoe ai goed benutten
Elk van de bovenstaande voorbeelden geeft weer hoe we ai gebruiken om ergens een positieve impact te veroorzaken. Ze tonen aan hoe belangrijk het is dat we technologie met een bepaald doel ontwikkelen, dat we de juiste data nodig hebben om een algoritme te trainen, en dat technologische oplossingen met waarden doordrongen moet zijn. Als we ai mensgericht benaderen, zullen we onze jobs efficiënter uitvoeren en een beter leven leiden.
Slechte toepassingen of onwetendheid zouden weliswaar menselijke voordelen kunnen versterken en de samenleving schade toebrengen. Terwijl Europa en overheden in de hele wereld hun eigen manieren zoeken om deze risico’s te beperken, moeten de publieke sector en bedrijven door samenwerking verzekeren dat het ontwerp en gebruik van ai door de juiste waarden gedreven wordt.
Max Swerdlow, country leader van Salesforce Belux