Jongeren van 12 tot 25 jaar zijn sinds 2015 veel vaardiger geworden in het gebruik van internet, computers en software. Drie kwart had in 2019 digitale vaardigheden die het basisniveau ontstijgen. In 2015 was dat 63 procent.
Dit blijkt uit de Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Meisjes uit die leeftijdsgroep doen tegenwoordig niet meer onder voor jongens.
Nederlandse jongeren behoren qua digitale vaardigheid samen met Kroatië en Estland tot de kopgroep in de EU. Roemenië en Bulgarije scoren het laagst. Ook Italië, Hongarije en Griekenland liggen achter.
Ook de 25-plussers zijn handiger met computers geworden. Vorig jaar beschikte een goede veertig procent van hen over meer dan basisvaardigheden. In 2015 was dat 34 procent.
Het CBS bepaalt de digitale vaardigheid aan de hand van resultaten op vier deelgebieden: communicatie, informatie, computers/online diensten en software. Communicatie gaat jongeren het beste af. Het gaat hierbij om e-mailen, bellen via internet, sociale netwerken gebruiken en het uploaden van zelfgemaakte foto’s, muziek, video’s, tekst of software. Jongeren die meer dan één van deze vaardigheden hebben, vallen in de categorie ‘meer dan basisvaardigheden’.
Gestaakt
Overigens krijgt ook het CBS te maken met de gevolgen van de coronacrisis. Taken die persoonlijk contact tussen medewerkers en burgers vereisen, zijn gestaakt. Momenteel worden geen interviews meer gedaan bij mensen thuis. Het CBS roept bedrijven op om data te blijven leveren voor de statistiekproductie. Bij sommige bedrijven stagneert het invullen van CBS-vragenlijsten. En dat is jammer want het CBS heeft juist nu betrouwbare cijfers nodig over de stand van de economie, gezondheid en zorg.