Normalisatie-instituut NEN heeft een richtlijn opgesteld voor het gebruik van open data bij smart city-projecten. Deze moet leiden tot betere samenhang tussen digitale infrastructuur, diensten en applicaties in de stad.
De beschikbaarheid van open data is een belangrijke voorwaarde bij de digitale transformatie van stedelijke gebieden, stelt het NEN. Met open data wordt het mogelijk om applicaties te ontwikkelen die verder reiken dan één toepassingsgebied, zoals parkeren of luchtkwaliteitsbeheersing.
Daarvoor is echter wel standaardisatie nodig, aldus het instituut uit Delft. ‘Standaardisatie helpt om infrastructuur, systemen en processen te optimaliseren en met elkaar te laten communiceren. Alleen dan kunnen allerlei partijen applicaties ontwikkelen waarmee ze, verrijkt met data uit andere bronnen, betere en duurzamere diensten kunnen leveren.’
NEN is sinds 2019 bezig met standaardisatie van open urban data (stedelijke) platforms, onder meer door belanghebbenden te identificeren en te informeren, door te helpen bij het maken van afspraken en door relevante internationale ontwikkelingen te volgen.
Open urban platform
Om beschikbaarheid en standaardisatie van open data te bevorderen, ontwikkelde de NEN een richtlijn voor de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van zogeheten open urban platforms. De richtlijn kwam tot stand in samenwerking met vertegenwoordigers van gemeenten, leveranciers en kennisinstellingen. De richtlijn geeft handvatten voor data-uitwisselbaarheid, de wijze waarop je zo’n stedelijk platform het beste optuigt, het eigendom ervan en de rol van de gemeente daarbij.
De praktijkrichtlijn kreeg de naam NPR 8284 Open urban platform. Volgens het NEN is de richtlijn relevant voor diverse groepen professionals, waaronder chief information officers (cio’s), chief technology officers (cto’s), strategisch adviseurs, projectleiders, onderzoekers en it-specialisten bij overheden, kennisinstellingen en bedrijven.