De impact van de wereldwijde uitbraak van het coronavirus werpt een nieuw licht op het fenomeen thuiswerken. Al dan niet preventief verschuift de werkplek naar de keukentafel met de consequentie dat bedrijven op zoek gaan naar snelle, veiligere en beheersbare manieren om dit te ondersteunen.
Bedrijfsbeleid ter bescherming van de gezondheid van de werknemers ten aanzien van het coronavirus is er vaak op gericht dat medewerkers thuisblijven als ze ziektesymptomen vertonen of op verschillende locaties werken om te voorkomen dat de ziekte hele afdelingen plat legt met continuïteitsrisico’s als gevolg. Het CDC adviseerde recent dat werken op afstand een essentiële strategie voor de volksgezondheid zou kunnen worden en de World Health Organization promoot actief de noodzaak om ‘telewerken binnen organisaties structureel te faciliteren’.
Voor sommigen is deze stap eenvoudig, tegelijkertijd moet de it-afdeling ervoor zorgen dat databeveiliging, gegevenstoegang en prestaties van de eindpunten gewaarborgd wordt. Dit kan een uitdaging vormen wanneer ineens grote groepen mensen binnen de organisatie besluiten thuis te werken.
Hoewel actueel, is de huidige wereldwijde corona-uitbraak niet de enige factor die de behoefte aan flexibilisering van de it-werkplekken stimuleert. Klimaatkwesties, files, ouderlijke zorg, geopolitieke verschuivingen (zoals Brexit), het vasthouden van talent en zoveel andere zeer ‘menselijke’ en echte kwesties zijn aan de orde van de dag. Ze dwingen organisaties om na te denken over de manier waarop ze de meest waardevolle component – de medewerkers – aantrekken, faciliteren en stimuleren in hun ontwikkeling. Niet langer is overal en altijd kunnen werken een ‘nice to have’, het is een reële behoefte en soms zelfs een voorwaarde om medewerkers te binden.
Cloud- en DaaS-tijdperk
In de afgelopen twintig jaar heeft de it-wereld voortdurend betere en efficiëntere technologieën ontwikkeld, waarmee medewerkers op afstand kunnen werken. Inbelverbindingen en mobiele spraaktelefonie evolueerden naar snelle mobiele toegang, robuuste vdi en applicatievirtualisatie, en smart devices (zoals telefoons en tablets) maakten hun entree. Momenteel zitten we in het tijdperk van cloud-werkplekken en desktop-as-a-service-oplossingen, die de flexibiliteit van werknemers vergroot en helpt te voldoen aan de nieuwe verwachtingen voor werken op afstand.
Natuurlijk is dit concept voor degenen onder ons die werkzaam zijn in de end user computing (euc)-industrie, geenszins nieuw. Maar waar de voordelen van de productiviteit en flexibiliteit van de werknemers niet altijd het rendement van de investering rechtvaardigden, zijn de tijden veranderd. De actieve vraag naar een nieuwe manier van werken vanuit nieuwe generaties werknemers, die ook gedreven wordt door de consumerisatie van it heeft tot schaalvergroting geleid.
Het is aan de it-afdeling om een manier te vinden waarmee ze aan deze behoefte tegemoet kan komen. Daarbij moet ze rekening houden met informatiebeveiliging, naleving van bedrijfsbeleid en wet- en regelgeving en met de impact op het beperkte it-budget. De technologie om dit te realiseren is voorhanden en we zien momenteel ook dat werken op afstand een reële oplossing is in de strijd tegen het coronavirus. Het is te hopen dat bedrijven werknemers de ruimte gaan geven om op structurele basis thuis te werken. Niet alleen met het oog op de gezondheid, maar ook in het kader van productiviteit, klimaatkwesties en werkplezier.
Hans Vogel, vice president Benelux bij Igel
Ik kijk met enige verbazing naar de ontwikkeling van een pandemie, vooral bestuurlijke besluitvorming hierin is nogal verrassend. Ik ga hierin even voorbij aan de commerciële belangen van Igel want thuis werken gaat niet om de cliënt maar de verbinding. Ik denk dat als stof van een lock-down straks neergedaald is de maatschappij heel anders aankijkt tegen de mogelijkheden van digitale leer- en werkomgevingen. De noodgedwongen andere manieren van samenwerken leiden tot een veranderend maatschappelijk inzicht, de consumerisatie van het thuiswerk virus is een ontwikkeling die van de nood een deugd maakt. En het gaat hierin niet om de nieuwe generatie werknemers maar de oudere generatie, zeg maar de risicogroep die veel kennis heeft aangaande de (bedrijfs)processen.