Met de (voorgenomen) overname van Compuware door BMC krimpt het aantal onafhankelijke aanbieders van tools voor mainframes. Met CA Technologies, vorig jaar in handen gekomen van Broadcom, en Micro Focus als voornaamste rivalen, wordt het speelveld klein. Ze moeten opboksen tegen IBM, de koning van de mainframes, die zelf ook tools maakt.
Mainframes moderniseren is de uitdaging waarvoor de markt staat. Ook devops-ontwikkelaars moeten zich thuisvoelen bij mainframes. Er is zeker werk aan de winkel. De vraag is echter of de concurrentie op dit gebied niet te klein wordt.
Is het samengaan van de twee oudgedienden Compuware en BMC een gunstige ontwikkeling? Versnelt dit het tempo waarin applicaties meer up-to-date worden gemaakt? Of vertraagt de innovatie op den duur als minder spelers overblijven?
Compuware en BMC zijn beiden eigendom van investeringsmaatschappijen. Thoma Bravo die sinds 2014 bij Compuware aan de touwtjes trekt, verkoopt het bedrijf nu aan KKR. Micro Focus belandde in 2017 bij HPE die dit onderdeel al snel verzelfstandigde. Ook CA kreeg onlangs een nieuwe eigenaar. Al die wisselingen aan de wacht plegen nu niet bepaald vertrouwen te wekken bij de eindklanten. Die willen de zekerheid dat het platform voor applicatie-ontwikkeling continuïteit in de toekomst kent. Als private equity in een bedrijf de baas is, ligt altijd een exit op de loer. Zodra een investeerder geld ruikt, wordt de tent overgedaan. Sommige klanten worden zenuwachtig van een dergelijk vooruitzicht.
Wat vindt u? Is de consolidatieslag bij de aanbieders van mainframe tools een vloek of een zegen? Of is een fusie pure noodzaak gelet op de matige groeikansen voor dit soort software?