Als het aan de EU ligt, komt er één Europese datamarkt. Het idee is even goed als onhaalbaar. Voorlopig, althans. En dat heeft Europa voor een deel aan zichzelf te danken.
De afgelopen jaren zijn bedrijven in Europa namelijk vooral aangemoedigd om terughoudend te zijn bij het uitwisselen van data. Europa heeft met GDPR de strengste privacywetgeving ter wereld; boetes kunnen zelfs oplopen tot vier procent van de wereldwijde jaaromzet. Wij zien in de praktijk dat bedrijven onder dit soort omstandigheden geen gegevens willen delen – en dat is precies wat er wel nodig is om de plannen voor de Europese datamarkt werkelijkheid te laten worden.
Bescherming
Het is belangrijk dat de privacy van burgers beschermd wordt. Maar het probleem met de huidige wetgeving voor bedrijven is dat deze verre van transparant is. Veel ondernemingen worstelen met het interpreteren van de regels. Het onbedoelde gevolg: ze nemen liever het zekere voor het onzekere. De realisatie van een Europese datamarkt is hiermee voorlopig niet meer dan een goed bedoeld plan.
Toch betekent dit niet dat er direct een dikke streep door dit plan kan. Maar het is wel noodzakelijk dat de EU deze ambitie vanuit een breder perspectief gaat uitwerken. Laten we dit vooral ook zien als de ideale kans om bedrijven en kennisinstellingen eindelijk eens de zekerheid te bieden waar zij overduidelijk behoefte aan hebben. Dit kan door een betrouwbaar toetsingsmechanisme te ontwikkelen waarmee bedrijven vooraf kunnen vaststellen of zij met het beschikbaar stellen van hun dataset gegarandeerd aan alle wetgeving voldoen. Zo kunnen zij eenvoudig vaststellen of de dataset anoniem genoeg is om juridische aansprakelijkheden achteraf te voorkomen.
Het is aan de politiek om wet- en regelgeving duidelijk te formuleren. Pas hierna kan het bedrijfsleven een actieve bijdrage leveren door mee te denken over nieuwe standaarden en nog belangrijker daadwerkelijk data uit te wisselen.
Stimuleren
De EU kan innovatie stimuleren door de privacyregels bij te sturen. Het zou voor de toekomst van Europa zonde zijn als Europese data niet benut worden voor slimme technologie. Denk hierbij aan een kunstmatige intelligentie-toepassing in de zorg waarmee specialisten sneller de juiste diagnose kunnen stellen of effectievere medicijnen kunnen ontwikkelen. Wanneer het onderliggende algoritme bij dit soort toepassingen alleen gebaseerd is op data van niet-Europese burgers, loop je het risico dat deze technologie onbruikbaar is voor de Europese markt. Bovendien wil de EU dit soort innovaties uiteraard ook binnen het eigen continent kunnen ontwikkelen en toepassen.
Het goede nieuws is dat het ook met de huidige regels echt wel mogelijk is om op een verantwoorde wijze data te verzamelen, verwerken en delen. Hoe eerder we de angst bij het bedrijfsleven wegnemen, hoe sneller we komen tot één Europese datamarkt.
Joop Snijder, hoofd artificial intelligence research bij Info Support
Europa is niet gelijk EU.
Na de brexit is iets meer dan de helft van de europese bevolking niet in de EU.
De propaganda heeft bij dhr. Snijder kennelijk gewerkt.