Er was eens lang geleden in een land hier heel ver vandaan… Het vrije internet. Een vrijplaats waar mensen wereldwijd ideeën konden uitwisselen en zich konden uiten zonder beperkingen. Precies dat internet moet terugkomen, vindt Tim Berners-Lee. Is hij met zijn ‘contract for the web’ de redder in tijd van morele nood of een roepende in de digitale stad?
De uitvinder van het world wide web presenteerde in november zijn plan om vrijheid, verbinding van mensen en toegang tot data opnieuw centraal te stellen in relatie tot het internet. Het ‘contract for the web’ omvat een negental principes voor overheden, bedrijven en gebruikers, ontworpen om het internet te ‘fixen’ en te zorgen dat het internet open en veilig blijft.
Gehecht aan vrij internet
De aankondiging van Berners-Lee was goed getimed. Want toeval of niet, vrijwel tegelijkertijd werd bekendgemaakt dat de Pir, beheerder van het .org-toplevel domein (voor non-profit domeinen) verkocht is aan Ethos Capital. Dat heeft internationaal nogal wat onrust veroorzaakt, en is tevens een teken aan de wand aangaande de vercommercialisering van het internet.
Op lokale schaal heeft het verdwijnen van het merk XS4all en de reactie daarop een dergelijke signaalfunctie. De crowdfunding-campagne XS4all moet blijven om het merk te behouden leverde binnen ruim drie dagen de maximale 2,5 miljoen euro op. In die opzet slaagde de initiatiefnemers niet, maar het toont aan dat ‘we’ – in elk geval in woord – aan ons vrije internet gehecht zijn.
Dat geldt gelukkig voor meer mensen en bedrijven. Het ‘contract for the web’-initiatief wordt ondersteund door meer dan 150 organisaties, waaronder techreuzen als Facebook, Google, Microsoft en Twitter. Dat is logisch; het is voor marktspelers van dit kaliber praktisch onmogelijk om zo’n manifest niet te ondertekenen. De principes hebben te maken met vrijheid, het verbinden van mensen en toegang geven tot data – en zorgen dat bedrijven op een verantwoordelijke manier omgaan met data van hun klanten.
Don’t be evil
De principes die bovengenoemde bedrijven onderschrijven lijken echter niet in lijn met wat die bedrijven willen en doen: veel van de grote webspelers verdienen juist aan gebruikersdata. Zo staat bij principe zes ‘Respect and protect peoples privacy and personal data to build online trust’, en dat is zelfs een beetje de kern van het probleem dat Facebook momenteel ervaart. Voor Google geldt dan weer dat ze ooit begonnen als de anti-Microsoft en zich profileerde met de tagline ‘Don’t be evil’. Die ging over machtsmisbruik en het centraal stellen van je eindgebruikers. Rond 2018 is die slogan redelijk geruisloos verdwenen… Opvallend genoeg kiest Mozilla ervoor om niet te tekenen. Niet omdat zij het er niet mee eens zijn, maar omdat maatregelen bij overtreding ontbreken.
Voorop staat, dat de commerciële belangen van een aantal techbedrijven te groot is geworden, net zoals hun machtspositie. De vraag is nu of zij vanuit die zetel bereid zijn echt statements te maken over hoe ze het ‘contract for the web’ in de praktijk willen brengen. Ik zou het Sir Tim van harte gunnen, want het kan zomaar gebeuren dat zijn strijdkreet over een paar jaar niets meer is dan een verweesde website met een aantal mooie ideeën en een dikke honderd logo’s. En dat zou op zijn zachtst gezegd zonde zijn, gezien de belangen die er spelen.
Het veruit meest verontrustende is dat Big Tech steeds meer haar eigen gang aan het gaan is. Vroeger werken ze nog nauw samen met overheden. Nu zien ze die samenwerking als een belemmering en zouden ze zich liever helemaal niets van zowel belastingen als wetgeving aan willen trekken. Het wordt steeds duidelijker dat de censuur die ze toepassen (al dan niet betaald) nog niet ver genoeg gaat. Ze zijn nu ook op grote schaal bezig hun gebruikers te sturen (waar ook voor betaald wordt).