Met pijn in mijn maag heb ik het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over falende ict binnen ziekenhuizen gelezen. Vooropgesteld: ik neem mijn pet af voor de onderzoekers en samenstellers van het rapport. Het is een helder geschreven en uitgebreid verhaal met concrete voorbeelden van de incidenten bij de onderzochte ziekenhuizen. Maar na het lezen overheerste bij mij frustratie.
Om duidelijk te maken wat er aan de hand is, herhaal ik hier voor het gemak een stukje uit de samenvattende conclusie op pagina 47 van het rapport: ‘Onvolkomenheden in de inrichting en het beheer van het ict-fundament hebben een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan en bestrijden van de ict-storingen in de drie onderzochte ziekenhuizen. Dit betreft met name de inrichting van redundante voorzieningen, het realtime en continu monitoren van het ict-landschap, de invulling van de regierol en de inrichting van het change- en incidentmanagement.’
Geen hogere wiskunde
Hier zijn mijn kromme tenen ontstaan. Het is in principe geen hogere wiskunde om het complete ict-landschap te monitoren. Ook de zorgsystemen met hun specifieke data formats, communicatieprotocollen en medische apparatuur kan en moét je monitoren. Dus ook de ct-scanner en het röntgenapparaat.
Om het wat concreter te maken sprak ik met Willem Bouwman, it-specialist bij een Nederlands ziekenhuis. Hij is het eens met het rapport. Hij zegt hierover: ‘Ziekenhuizen worden steeds afhankelijker van ict, en dus valt of staat alles met end-to-end monitoring. Hierbij is de inrichting essentieel, en dat kan vaak niet zonder hulp van een specialist. Breng de kritische applicaties, zoals het epd, de pacs, e-mail, de websites en aanmeldzuilen in kaart. Dit kan bijvoorbeeld ook de alarmering zijn bij de afdeling neonatologie. Doe dat vervolgens ook met de knelpunten binnen de infrastructuur. Zodra je dit alles monitort, moet je dat uitdragen naar de organisatie en zorgen dat het hele team op schermen kan zien wat de status is van het complete landschap. Zo zorg je ervoor dat je op tijd issues verhelpt, zonder dat de eindgebruikers er iets van merken.’
Niet doorgedrongen
Wanneer ik ziekenhuizen spreek, merk ik dat dit nog niet volledig tot ze is doorgedrongen. Zolang ze in silo’s blijven denken en werken, en niet overgaan tot end-to-end monitoring, zullen ze brandjes blijven blussen en zullen er vervelende situaties blijven ontstaan voor artsen en patiënten.
Omdat ik vind dat de aanbevelingen in het rapport nog concreter kunnen, heb ik ter aanvulling de volgende tips voor zorginstellingen die aan de slag willen met (betere) monitoring:
– Doe het niet alleen. Ga kijken bij andere ziekenhuizen, leer van elkaar en schakel een specialist in als je er zelf niet uitkomt.
– Vraag leveranciers om mee te denken.
– Met alleen een monitoring tool ben je er nog niet. De inrichting is het belangrijkst.
– Monitor de héle keten: van de receptie tot het moment dat de arts op de computer de uitslag van een onderzoek met de patiënt deelt (zie afbeelding).
– Zorg dat je ook pacs (picture archiving and communication systems) kunt monitoren door middel van protocollen als Dicom en HL7.
– Regel alles goed in: zorg ervoor dat je gewaarschuwd wordt vóórdat er grote problemen ontstaan.
– Alarmering is belangrijk. Je wilt niet voor ieder wissewasje uit je bed gebeld worden. Maar je wilt het wel direct weten als een apparaat zich afwijkend gedraagt.
– Maak gebruik van je historie. Zo kun je altijd zien hoe een probleem is ontstaan en dit ook gemakkelijker aan het management rapporteren.
Die silos zijn er niet voor niets.
Je moet toch enigszins kaderen he, en binnen de silo is het het leven al ingewikkeld genoeg.
Er is helemaal geen behoefte aan end-to-end monitoring.
Er is alleen iemand die PRTG met support wil verkopen.
Wilco,
Aanmeldzuil en e-mail zijn naar mijn opinie voorbeelden van ondersteunende IT. Vervelend als deze even niet beschikbaar zijn maar niet dodelijk. Heel anders ligt dit bij de uitvallende monitoring van de patiënt middels operationele IT, de rol hierin van EPD als informatiebron is nogal dubieus als we kijken naar de portabiliteit van data. Bij spoedeisende hulp (SEH) is de aanmeldzuil niet belangrijk, een simpelere oplossing van informatieoverdacht tussen hulpverleners is een ‘gesloten’ systeem met een moderne variant van het militaire identiteitsplaatje (dogpenning). Het uitlezen van een digitale dogpenning zou al in de ambulance kunnen gebeuren. Operatie geslaagd, patiënt overleden door de middelen te monitoren in plaats van de patiënt is het paard achter de wagen spannen.
Jammer dat er geen linkje is toegevoegd naar het desbetreffende rapport.
@oudlid ik zie geen toegevoegde waarde voor een dogpenning. Iemand kan altijd zo’n ding van iemand anders bij zich hebben dus bloedtype en dergelijke moet je toch altijd checken. Als de identiteit van iemand bekend is kan via het LSP zijn gegevens al opgevraagd worden.
Als het een buitenlander is zal de Nederlandse dogpenning er niet zijn.
ter info: https://www.onderzoeksraad.nl/nl/page/4980/patiëntveiligheid-bij-ict-uitval-in-ziekenhuizen
Uit het artikel blijkt dat niet het opmerken van de storing een probleem is maar de storing zelf.
Dus monitoring zal in dit geval niet helpen. Hoogstens wordt de storing wat eerder vastgesteld maar noodprocedures zullen er altijd blijven.
Overigens is het wel een goed rapport.
Het gaat met name over wat te doen als er een storing is en of er offline informatie beschikbaar is over opgenomen patiënten.
Overigens is het nog altijd veel beter dan vroeger toen het mogelijk was dat een papieren patiëntendossier niet te vinden was omdat het bij iemand op zijn/haar bureau lag.
Corne Smiesing,
Zeker kan ‘dogpenning’ omgeruild worden, onderhuidse chip zou een oplossing zijn, maar wat is het voordeel? Omgekeerd zit er een groot aantal voordelen aan ‘SOS-armbanden’ als we overwegen dat toegang tot LSP voor het opvragen van medische gegevens een infrastructuur vraagt die kwetsbaar is voor verstoringen en toestemming. De SOS-dogpenning met een QR-code kan hier als ‘sleutel’ werken, niet alleen als identificatie. En een digitale dogpenning kan meer omvatten dan een bloedgroep, bijvoorbeeld de medische gegevens in 26 talen zodat LSP een ESP wordt:
https://www.zorgvannu.nl/oplossingen/slimme-sos-armband
@Corné
In mijn optiek helpt monitoring zeker wel. Je bewaakt de keten, waarmee je bij verstoringen direct gealarmeerd wordt en kan ingrijpen. Sterker nog: door monitoring goed in te richten, voorkom je issues door te kiezen voor niveaus van alarmering. Dus je krijgt niet alleen een melding als iets niet meer werkt, maar ook wanneer iets zich anders (bv. trager) gedraagt dan normaal. Dan kun je dus al ingrijpen voordat het fout gaat.
Verder zag ik in een het rapport een voorbeeld van een IT’er die terugschakelde naar het primaire systeem omdat hij dacht dat het wel weer zou werken. Met monitoring zie je direct of iets wel of niet werkt. Dan is het nooit een aanname.
@Wilco – met het risico een semantische discussie te starten:
Maar bij een alarm van “iets” dat niet werkt of trager is dan “normaal” blijft altijd de vraag: kent dat “iets” afhankelijkheden? Welke zijn dat? In welke mate hebben elk van die afhankelijkheden bijgedragen aan dat ene alarm?
Dus ja, er is inderdaad een mogelijkheid om “in te grijpen voordat het fout gaat”. Maar het is dan wel zaak gegevens te hebben over die afhankelijkheden en hun onderlinge samenhang. Alleen dan kun je ook “echt” iets doen!
Zijn die afhankelijkheden niet bekend of zijn daar geen gegevens over, dan blijft het bij aannames…
@Wilco: Natuurlijk is monitoring een goede zaak. Het ziekenhuis waar ik werkte deed dat meer dan 10 jaar geleden al op goede wijze. Is niet anders ook te verwachten van goede systeembeheerders. Er zijn met linux diverse goede gratis programma’s voor te gebruiken.
Maar er moet altijd een goede noodprocedure zijn voor als het niet werkt. En realisme is belangrijk, hoe ver je gaat is afhankelijk van de kosten die dat met zich meebrengt. Er is geen patiënt in de problemen gekomen dus blijkbaar doen de ziekenhuizen het zo gek nog niet.
Wilco & Corne,
Nederlandse zorg kent meer dan een ziekenhuis, de facilitaire IT voorziening van een ziekenhuis kent trouwens nog een groot aantal organisatorische uitdagingen als we kijken naar de financiëringsmodellen hiervan. En het is ondertussen dan ook een feit dat ziekenhuizen failliet kunnen gaan, monitoring hierop faalde. Noodzaak van een SOS-armband – en daarmee meer zelfregie zoals ik 7 jaar geleden hieral schreef – is in sommige delen van het land urgent omdat toegang tot spoedeisende hulp een te hoge aanrijtijd heeft. Ook de poortwachtersfunctie van de huisarts faalt regelmatig met doden tot gevolg. De oplossing met een AED in de dorpen is een kunstgreep en hulpverleners hebben geen toegang tot LSP.
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid kijkt altijd de spreekwordelijke koe in de kont, kijkend naar het aantal kalveren dat verdronken is wordt de statistiek gemist. Monitoring sterftecijfers in Nederland laat zien dat er nog altijd meer mensen dood gaan aan de griep dan het Corona virus. Of er een causaal verband ligt tussen de uitholling van zorg in de periferie van Nederland of de ongelijke vergrijzing is onduidelijk maar een reactief beleid of een proactief beleid kan het verschil maken. Eén dode is een tragedie, duizenden doden zijn alleen maar statistiek.
@oudlid: beetje offtopic ik vrees dat een SOS armband niet gaat helpen bij een hartaanval of verkeersongeluk. In beide gevallen is de informatie van een SOS armband niet zo relevant. Een AED kan wel nuttig zijn omdat een ambulance altijd even onderweg is en de eerste minuten erg belangrijk zijn.
Dat de poortwachters functie van een huisarts soms faalt is een ‘fact of life’ en ligt niet aan het ontbreken van informatie bij de huisarts want die heeft het hele dossier van de patiënt.