Met een ingrijpende transformatie van zijn netwerkarchitectuur en datacenter wil het Nederlands Kanker Instituut (NKI) effectiever kunnen opereren bij het onderzoek naar en de behandeling van tumoren. Bijkomend voordeel: de moderniseringsslag creëert een ‘werkplek van wereldklasse’, waarmee (buitenlands) toptalent aan te trekken is.
‘Data zijn in toenemende mate bepalend voor succes in het onderzoek naar kanker. De omvang van de datasets groeit exponentieel. Crux is niet het verzamelen van data, maar de verwerking en analyse ervan. We beschikken nu over een netwerk dat dynamisch onderzoek faciliteert.’ Aan het woord is Roel Sijstermans, hoofd Informatisering en Automatisering bij het NKI.
Hij legt uit dat de organisatie uit twee locaties in Amsterdam bestaat: het Nederlands Kanker Instituut (NKI), de onderzoekstak waar ongeveer 650 wetenschappers en ondersteunend personeel werkzaam zijn, en het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis (AVL), de behandellocatie dat 180 medisch specialisten telt. Sijstermans: ‘Tot voor kort gebruikten beide locaties voor het werken met grote hoeveelheden data verschillende systemen en applicaties. Om effectiever te kunnen zijn in wat we doen, is het cruciaal dat we nu beschikken over één eenvoudige netwerkinfrastructuur die ondersteunend is aan het werk van wetenschappers én clinici.’ Kern ervan is een software-gedefinieerde infrastructuur en netwerkarchitectuur. ‘We wilden een infrastructuur die gemakkelijk te controleren en eenvoudig te beheren was.’
In de nieuwe situatie is opnieuw gekozen voor een op Hewlett Packard Enterpires (HPE) gebaseerd netwerk. Het NKI-datacenter bestaat volledig uit HPE FlexFabric 5940-switches, waarmee de kern, de aggregatie en de toegangslagen worden gebouwd. Dit is vervolgens aangesloten op de campus-netwerken en biedt toegang tot NKI-toepassingen, inclusief een geplande uitbreiding van een virtual desktop infrastructure-omgeving (van VMware dat draait op een HPE Hybrid IT-platform).
Op dit moment gebruikt het NKI maar liefst tweeduizend virtuele desktops. Artsen en verpleegkundigen kunnen in het ene deel van het ziekenhuis een virtuele desktopsessie starten en dan eenvoudig naar een ander deel van het ziekenhuis verhuizen om met een veegbeweging van hun badge weer terug te keren in hun sessie. Het bespaart tijd en biedt artsen veel meer flexibiliteit om van patiënt naar patiënt te gaan.
Op het moment van spreken, is er overigens nog sprake van twee datacenters, beide op locatie, vult Sijstermans aan. ‘De komende maanden migreren we naar een nieuw gebouwd datacenter op locatie en naar een extern datacenter in Amsterdam, een zogeheten private cage. Een van de twee bestaande datacenters wordt dan omgebouwd tot netwerkknooppunt.’
Moderne jas
Maar er is meer. Het hijsen van de netwerkarchitectuur in een moderne jas maakt naadloze connectiviteit op de gehele locatie mogelijk, waaruit weer tal van voordelen voortvloeien. Sijstermans noemt de mobiliteit van werknemers, het ophalen van gegevens aan het bed, connectiviteit voor een reeks moderne gezondheidszorgapparaten en het onderhoud van elektronische patiëntendossiers. Ook maakt de ‘verbouwing’ de weg vrij voor verdere digitale innovatie, met inbegrip van het gebruik van internet of things in de gezondheidszorg.
Bovendien ontstaat een omgeving van wereldklasse, wat ook weer helpt om getalenteerde onderzoekers aan te trekken én te behouden. Niet dat de ‘oude situatie’ een struikelblok voor potentiële werknemers was. ‘Een infrastructuur voor ziekenhuis en research werkt met name belemmerend voor onderzoekers gezien de veiligheids- en continuïteitseisen die gesteld worden vanuit de kliniek’, vervolgt Sijstermans. ‘Om beide doelgroepen, dus kliniek en onderzoek, beter te kunnen faciliteren, gaan we (micro)segmentatie toepassen om datastromen tussen kliniek en research te kunnen reguleren.’
Daarbij, zo stelt Sijstermans, is het NKI geen doorsneeziekenhuis. ‘We moeten twee groepen – zorg & research – bedienen met eigen kenmerken. Beide delen hebben gegevens nodig en die gegevens moeten veilig worden bewaard. Maar ze gebruiken verschillende systemen en toepassingen en hebben verschillende regels.’ De uitdaging van Sijstermans was dus om een enkele en eenvoudige netwerkinfrastructuur te bieden die beide kan ondersteunen en toch bijzonder veilig en gesegmenteerd is, terwijl het eenvoudig te beheren is. ‘De kracht is de korte lijnen tussen beide groepen en die moeten gefaciliteerd worden. NKI-AVL is een comprehensive cancer center, gespecialiseerd in behandeling en onderzoek naar kanker. AVL heeft de ambitie om het kankerprobleem in de twintigste eeuw op te lossen. Hiervoor is cutting edge-technologie nodig.’
(Dit artikel staat ook in Computable-magazine #02/2020)
De oplossing
Uit de door het NKI vrijgegeven case study komt naar voren dat de transformatie van het netwerkarchitectuur is gerealiseerd in samenwerking met Deltics, gevestigd in Hengelo en sinds jaar en dag de it-serviceprovider van het NKI, en netwerkleverancier Aruba, onderdeel van Hewlett Packard Enterprise. De twee partijen ontvingen het volgende eisenpakket:
● Ononderbroken mobiliteit van medische staf ter verbetering van de productiviteit
● Verhogen van het informatie-beveiligingsniveau in verband met exponentiële toename van data
● Realisatie van een modern netwerk voorzien van software defined-technologie die toonaangevend kankeronderzoek ondersteunt
Waarna de oplossing de volgende kenmerken bevat:
• 802.11ac-indoor- en outdoor-toegangspunten
• Mobiliteitscontrollers
• Master mobiliteitscontrollers
• Aruba Campus Core, distributie- en edge-switches
• Meridian Mobile App-platform
• ClearPass Policy Manager en toegangscontrole
• AirWave-netwerkbeheer