Europa krijgt steeds meer nieuwe datacenterhubs. De traditionele top vijf – Londen, Frankfurt, Amsterdam, Parijs en Dublin – maakt nog wel de dienst uit maar nieuwe hubs in steden als Milaan, Zurich, Stockholm en Warschau groeien snel. Die ondervinden minder last van knelpunten, zoals een dreigend energietekort, stijgende grondprijzen, ruimtetekort en het werven van voldoende personeel.
Dit stelt Mitul Patel, hoofd van het datacenteronderzoeksteam van vastgoedinvesteerder CBRE, tijdens de conferentie Kickstart Europe 2020. Deze conferentie over datacenters en cloud computing, gehost door de Dutch Datacenter Association (DDA), vindt vandaag plaats in de RAI in Amsterdam.
Volgens Patel wordt 2019 een recordjaar voor de co-locatiemarkt in Europa. Nog nooit is er zoveel gebouwd, waarbij de datacenterlocaties steeds groter worden. De vier grootste hubs groeide vorig jaar met gemiddeld een kwart. Alleen al in Londen nam de capaciteit in het vierde kwartaal toe met circa honderd MW.
De CBRE-analist wijst vooral op grote vraag naar de publieke cloud als aanjager van deze groei, die groter is dan de vastgoedinvesteerder had verwacht. Eindgebruikers vragen om meer capaciteit. Ook bij grote organisaties, zoals banken en multinationals, speelt de vraag of zij hun eigen datacenters willen behouden of toch ook overstappen naar de publieke dan wel hybride cloud.
En die vraag zal alleen nog maar toenemen in de co-locatiemarkt. Nu nog wordt er nog steeds veel computercapaciteit on premise aangeboden (72 procent), terwijl de percentages van managed co-locatie en publieke cloud op respectievelijk achttien en tien procent liggen. Dat verschuift de komende jaren naar tien, dertig en zestig procent, voorspelt hij.
Sta-in-de-weg
Daarnaast is er nog de groei van de megadatacenters, de hyperscalers van AWS, Google en Microsoft (Azure). Nu nog is in Europa alleen Dublin een hub van colocatie-datacenters en hyperscalers maar Patel voorziet dat zich in andere steden ook meer hyperscalers gaan vestigen. En dat hoeven niet per se de grote ‘vijf’ te zijn, hield hij zijn publiek in de RAI voor. Steden als Milaan, Zurich, Stockholm en Warschau groeien snel. Maar bijvoorbeeld ook Luxemburg, Moskou en Genève krijgen meer grote datacenters.
‘Tot een paar jaar geleden was vooral de top vijf actief; nu melden door de groei van de publieke cloud andere steden en regio’s zich ook. Daar is bouwgrond bijvoorbeeld nog makkelijk aan te kopen en niet schreeuwend duur geworden. Er zullen meer regio’s volgen.’
Wel waarschuwt Patel voor knelpunten als de dreigende stroomtekorten; Amsterdam/Schiphol, West-Londen en delen van Dublin hebben hier al last van. Dat zet de exploitatie en uitbreidingsplannen onder druk. Niet voor niets werd er in 2019 een tijdelijke bouwstop in de regio Amsterdam aangekondigd en zijn partijen uit de datacenterketen recent een ambitieus energiebesparingsprogramma (Leap) gestart.
Hij noemt ook de moeilijk personeelswerving als een potentiële sta-in-de-weg voor de groei van datacenteraanbieders. Dat is niet alleen een algemeen vraagstuk in de it- én bouwmarkt, maar ook een specifiek probleem voor co-locatiepartijen. Zij zien dat potentiële nieuwe medewerkers vaker bij de hyperscalers en grote clouddienstverleners in dienst gaan.
Het is jammer dat zo’n initiatief als LEAP, ondanks deelname van nationale spelers als de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Nederland ICT erg gericht lijkt op korte termijnbelangen van de regio Amsterdam en vergelijkbaar met (deelnemer aan LEAP) Schiphol (waar de gemeente Amsterdam grootaandeelhouder van is) met z’n dochter in Lelystad wat betreft vliegverkeer niet in staat lijkt om het nationale belang voorop te stellen als het over Nederland als geheel gaat om te concurreren op Europese of wereldschaal. Ook als het over zee(data)kabels gaat maakt het echt niet veel uit of deze in Vlissingen, Den Helder of de Eemshaven aan land komen, om maar een voorbeeld te noemen.
Groene mega-datacenters kunnen we beter op de zeebodem direct bij de windmolenparken gaan situeren, waar Microsoft al mee bezig is om te onderzoeken (inclusief waterstof als energiebuffer?), dan de energietransitie op land in regio’s met overbelaste elektriciteitsnetten nog meer te frustreren. Dat lijkt me op z’n minst een leuke stelling hierbij. TenneT legt namelijk niet alleen dikke koperkabels vanaf land op de zeebodem naar de transformatoren bij de windparken, maar ook glasvezels met meer dan voldoende capaciteit! AMS-IX kan zo als gedistribueerde exchange weer de grootste van de wereld worden, los van colocatie op dichtbevolkt land. En zet Nederland zich als maritieme natie weer eens goed op de wereldkaart, bovendien. Wat een export mogelijkheden als je dit als eerste realiseert! Wel even wennen voor de traditionele vastgoed investeerders, zo’n idee, dat snap ik wel.
In het hele land datacenters aan warmtenetten voor woonwijken koppelen draagt wel “terrestrisch” echt lekker bij aan energiebesparing en het reduceren van CO2-uitstoot. Met de edge-cloud ontwikkelingen is de era waarin de publieke cloudproviders het hardst groeien toch al aan het einde aan het raken en een meer hybride visie waarin regionale datacenters ook weer een prominentere rol spelen bij de groei van internet onvermijdelijk.