We hebben sinds kort ineens een 5G-mast in de wijk staan. Ik schrok er toch een beetje van. Ja, het is op de één of andere manier toch een beetje eng. Tenminste, je hoort er allemaal verhalen over. Spreeuwen die uit lucht vallen, koeien die ineens warme melk geven, straatverlichting die het nu wel doet.
Van de week was mijn trui ineens statisch. Ik begon toch te twijfelen. En ik geloof die verhalen allemaal niet, maar ik rij sindsdien toch maar even met een boogje om de mast heen. Wat heel gek is, want hij doet het nog niet eens. Je vraagt je toch af, wat doet al die straling? Kunnen we straks maaltijden ook buiten de magnetron opwarmen? Mogen we nog wel spinazie eten? Word ik nu ook afgeluisterd door de Chinezen?
Achter muurtje staan
Straling blijft eng. Iedereen die wel eens een röntgenfoto heeft laten maken, blijft het toch verdacht vinden dat de dokter ineens achter een muurtje gaat staan als de foto wordt genomen.
Er wordt vanuit zowel voor- als tegenstanders altijd geschermd met wetenschappers. Maar wie zijn dat? Aan welke kant staan zij? Zijn dat ook Chinezen? En hoe dicht wonen zij eigenlijk bij zo’n mast? Ik lees ook nergens het daadwerkelijke onderzoek terug.
Straal maar door
5G schijnt essentieel te zijn voor de doorontwikkeling van onze economie. Maar de grote vraag is natuurlijk: wat wil je, een gezond lichaam of een gezonde economie? Ik zou voor het eerste gaan. Dus als je mij nu vraagt dan zeg ik: ‘doe maar geen 5G’. Maar ik weet ook dat zodra mijn internet maar een beetje traag wordt, ik toch weer overstag ga. Er hoeft maar één zandlopertje in mijn schermpje te verschijnen en ik ga heel hard roepen: ‘straal maar door, ik neem het risico wel’.