De politie in België gaat kinderporno opsporen via nieuwe software die video-data koppelt aan gegevens in databanken van Interpol en de eigen systemen. Het gaat om slimme software die de sectie Child Abuse in januari in gebruik neemt. Daardoor moet de snelheid van onderzoeken en video-analyse verbeterd worden en meer tijd ontstaan om makers van kinderporno en slachtoffers te lokaliseren.
Dat meldt De Morgen. De krant schrijft dat het team Child Abuse, bestaande uit vijf man, in 2019 op basis van de binnengekomen meldingen 15.000 beelden moesten bekijken en beoordelen. Dat is een forse stijging ten opzichte van eerdere jaren. Zo kwamen er in 2015 nog 2.500 meldingen binnen.
Het team krijgt de (video)beelden via Europol en beoordeelt of er iets strafbaars op te zien is en of er een link met België is. Om de duizenden beelden te ordenen op prioriteit, gebruikt de politie een grote internationale database met misbruikbeelden. Hierbij worden de nieuwe beelden gekoppeld aan de video’s en foto’s van Interpol. Dit gebeurt nu nog handmatig.
Om het handmatige proces te versnellen, neemt de politie deze maand software in gebruik. Het programma kruist de nieuwe beelden automatisch met bekend materiaal uit internationale politiedatabanken. Het is onbekend om welke software het gaat.
De politie verwacht in eerste instantie wat bugs binnen de software, maar het moet uiteindelijk tijdsbesparing voor het team opleveren. Zij kunnen hiermee tijd vrijmaken om de makers van kinderporno en hun slachtoffers op te sporen.