Een kleine groep Nederlandse webhosters en internetbedrijven onderneemt structureel te weinig actie om de online verspreiding van kinderporno aan te pakken. Met die kritiek komen het Meldpunt Kinderporno en een de brancheorganisaties DINL, DHPA en ISPConnect. Zij roepen gezamenlijk die bedrijven op om aan te sluiten bij branchebrede samenwerkingen om de online verspreiding van dat materiaal aan te pakken.
Michiel Steltman van stichting DINL vindt het onbegrijpelijk dat een aantal partijen vrijwel niets doet tegen de online verspreiding van het ‘verschrikkelijke materiaal’ terwijl de rest van de providers zich wel inzet om Nederland schoon te houden van afbeeldingen van seksueel kindermisbruik. ‘Door dat lakse gedrag krijgt de hele Nederlandse sector een slechte reputatie.’
Volgens Arda Gerkens van het Meldpunt Kinderporno is het onmogelijk om het Nederlandse internet helemaal schoon te krijgen. ‘Maar de hoeveelheden die we nu hebben, kunnen we drastisch verminderen. We hebben samen met het ministerie van J&V en de sector in de afgelopen maanden instrumenten ontwikkeld [zie kader onderaan artikel red.] om het verspreiden zoveel mogelijk te voorkomen en wanneer we het zien, zo snel mogelijk weg te halen.’ Zij roept bedrijven op hiervan gebruik te gaan maken.
24-uurs norm wordt niet gehaald
De brancheorganisaties scherpten onlangs hun gedragscodes aan waarin onder andere is afgesproken het materiaal binnen 24 uur te verwijderen. Maar lang niet alle hostingproviders zijn aangesloten bij de brancheorganisaties of hebben de gedragscode ondertekend, schrijven de brancheorganisaties en het meldpunt in een gezamenlijke verklaring.
Steltman: ‘Er zijn hostingproviders die onbeheerde servers hebben, en datacenters met servers van buitenlandse klanten. Technisch en juridisch kunnen zij dan niet altijd zelf ingrijpen in wat er op die servers staat. Maar zij kunnen wel van hun klanten eisen om dit te doen.’
Gerkens: ‘Wanneer jouw klant kinderporno op een server heeft staan, dan is het onbegrijpelijk dat je deze klant daar niet op aanspreekt. En als deze geen maatregelen treft om het materiaal te verminderen, of structureel te weinig onderneemt, dan moet je er simpelweg afscheid van nemen.’
New York Times over ‘schandvlek’ Nederland
De Nederlandse sector van hosting- en internetproviders staat al jaren bovenaan de ranglijst van landen die het meeste materiaal verspreiden. De verspreiding van video en beeldmateriaal van misbruik via Nederlandse servers moet volgens hen dan ook harder worden aangepakt dan nu gebeurt.
De organisaties doen die oproep mede naar aanleiding van een artikel in de New York Times waar Nederland opnieuw wordt genoemd als het land dat de meeste webhosters met kinderporno heeft. Gerkens: ‘We moeten deze schandvlek verwijderen.
Gedragscode ondertekenen
Steltman heeft weinig begrip voor de lakse houding van sommige bedrijven. DINL en de andere betrokken partijen roepen dan ook de hostingbedrijven en datacenters, die niet zijn aangesloten, op om alsnog de gedragscode te ondertekenen en zich voortvarend in te zetten in de strijd tegen kinderporno op het Nederlandse internet.
Met sommige partijen is het Meldpunt in overleg over de te treffen maatregelen. ‘Het ene gesprek loopt voorspoediger dan het andere’, stelt Gerkens.
Meldpunt Kinderporno en DINL
Het Meldpunt Kinderporno bestaat sinds 1995 en is een onderdeel van het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM). Die stichting zet zich in voor het bestrijden en voorkomen van (online) seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen. Het EOKM is aangesloten bij INHOPE, een internationaal netwerk van meldpunten. Het volgt de Inhope Code of Practice, werkt nauw samen met de politie en biedt een kennisbank met allerlei publicaties over seksueel misbruik van kinderen.
Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL) is een samenwerking van aanbieders en organisaties in de Nederlandse digitale infrastructuur. Deelnemers zijn onder meer AMS-IX (Amsterdam Internet Exchange), DHPA (Dutch Hosting Provider Association), ISPConnect, Stichting NLnet, SURF en de VvR (Vereniging van Registrars). De brancheorganisatie profileert zich als spreekbuis van die sector en wil een centrale rol spelen in de Nederlandse online economie.
Het is een detail maar volgens onderzoek van Internet Watch Foundation staat weliswaar 60% van de kinderporno op servers in Europa maar dat is toch vooral veroorzaakt doordat sinds 2015 veel Amerikaanse servers verhuisd zijn toen een groot deel van Nederlandse datacenter capaciteit in buitenlandse handen is gekomen. We voeren dus een obscure ranglijstje aan omdat Arda Gerkens als senator van de SP zat te slapen op het pluche van de Eerste Kamer tijdens de uitverkoop van Nederland. De voormalig lerares Nederlands is dan ook vooral idealistisch maar niet erg realitisch met haar schandvlek.