Software AG viert dit jaar zijn vijftigste verjaardag. Het Duitse softwareconcern maakte naam met de transactionele databasesysteem Adabas en breidde zijn portfolio daarna gestaag uit. De specialist in data- en applicatie-integratie maakt de laatste paar jaar ook werk van het internet of things (iot). In veel iot-toepassingen zit onder de motorkap technologie van Software AG.
Als er nu één ding is waarin Software AG de afgelopen vijftig jaar zich heeft bewezen, dan is het wel data- en applicatieintegratie op een veilige manier. Dat vindt Wilfred Harbers, chief technology officer van het softwarebedrijf in de Benelux. ‘Als integratiespecialist voelen wij ons dan ook als een vis in het water bij het internet of things. Al die zaken die bij iot gekoppeld moeten worden, – de edge gateway, de devices, de applicaties, de cloud, – en het kanaliseren van de datastromen, dat is een kolfje naar ons hand. Software AG is sterk in protocollen, technieken en streaming analytics.’
Het bedrijf uit Darmstadt is van oudsher een leverancier van platformtechnologie. Denk aan, om er een paar te noemen, Adabas (databases), Natural (ontwikkeltaal), Webmethods (integratiesoftware), Aris (business process management), Terracotta (in memory) en Cumulocity (iot). Het is een technologisch gedreven bedrijf dat met zijn platforms vaak de stille kracht is achter it-oplossingen die door partners worden geleverd.
Op de trom
Wat Harbers betreft mag Software AG best harder op de trom slaan. Het bedrijf zorgt er bijvoorbeeld dat de kassasystemen van de Albert Heijn onderling verbonden zijn, koppelt bij chemiereus DSM de manufacturing execution systems (mes) in de productie-omgeving met de business SAP-erp-omgeving om klantorders te verwerken en helpt ING met het inrichten van een omnichannel waarbij gelijktijdig ook de governance en compliance zijn geregeld. ‘Maar dat weet eigenlijk bijna niemand.’
‘Weinig mensen weten ook dat Software AG de stille kracht achter veel iot-oplossingen is’, stelt hij. Kern van het iot-platform van het bedrijf is het in 2017 overgenomen Cumulocity, een cloudplatform waarop iot-apparatuur en -applicaties zijn te beheren. Ondersteund door eerdere overnames, waaronder Apama (streaming analytics), en latere acquisities, zoals Trendminer (visuele data-analyse) en Built.io (cloudapp-integratie). Onder meer KPN gebruikt Cumulocity als motor voor zijn KPN Things, een dienst voor iot-toepassingen voor de zakelijke markt. Net als de Duitse industriegigant Siemens, dat voor zijn Industrie 4.0-platform zowel Cumulocity als Webmethods inzet.
Best bewaarde geheim
Die onbekendheid heeft te maken met de strategie van Software AG om oem-partnerships met andere softwareleveranciers te sluiten, waarbij producten als een white label worden opgenomen in het aanbod. Onder leiding van de topman Sanjay Brahmawar, die begin 2018 werd aangesteld, komt daar verandering in. Samenwerking blijft belangrijk, maar wel strategischer (oftewel minder partners) en Software AG moet zich meer uitspreken als expert op het gebied van onder meer iot & analytics. Brahmawar zei eerder dit jaar op een persbijeenkomst op het hoofdkwartier in Darmstadt dat Software AG van zijn imago als ‘best kept secred’ af moet; het remt groeikansen af.
Die kentering was al te merken aan de recente iot-aankondiging samen met T-Systems. Met behulp van het Cumulocity iot-platform van Software AG kunnen T-Systems en moederbedrijf Deutsche Telekom hun klanten een breder aanbod van iot-diensten aanbieden. Dit Cloud of Things IoT-platform biedt ook nieuwe functies, waaronder streaming analytics, micro services en nieuwe protocollen, en is onder andere bedoeld om de ontwikkeling van smart cities te versnellen.
Niet weer het iot-wiel uitvinden
Een andere opvallende samenwerking is de Duitse alliantie Adamos. Daarin heeft een aantal fabrikanten, partners én Software AG de handen ineen geslagen om Industrie 4.0-oplossingen (iiot = industriële iot) van de grond te tillen. Denk aan bedrijven als DMG Mori, Dürr, Zeiss en ASM. Achterliggende gedachte is dat niet elk bedrijf apart het iot-wiel gaat uitvinden. Maar dat er een platform wordt aangeboden, op basis van Software AG-technologie (Cumulocity, Apama) en add-ons van partners, waarmee bedrijven kunnen prototypen en iiot-applicaties ontwikkelen.
Bovendien kunnen machinebouwers met zo’n breed gedragen platform hun klanten overtuigen om gegevens te leveren om hun iiot-apps te verrijken. Inmiddels is er al een aantal fabrieksapps, zoals EEA Streaming Analytics van Dürr voor process data en de Factory chat van ASM, een soort Facebook voor de productievloer, die ook door andere leden van Adamos zijn te gebruiken. De ambitie is er om het iiot-platform internationaal uit te rollen.
Hotspot
Terug naar de Benelux: daar vierde het Software AG-team begin juli het gouden jubileumfeest op de voormalige werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM). Dat is nu een hotspot voor de maakindustrie van de toekomst en biedt plaats aan allerlei innovatieve bedrijven en onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Een ervan is de IoT Academy, een stichting die zich als doel stelt om bij te dragen aan innovatie in Nederland door het stimuleren van iot. Software AG is van deze stichting platinum partner geworden.
Voor Harbers heeft het partnerschap van de IoT Academy een tweeërlei doel: de loods waar de stichting is gevestigd maar waar ook talloze innovatieve projecten en bedrijven te zien zijn – het RDM Innovation Dock -, is een inspirerende en indrukwekkende plek om (potentiële) klanten mee naar toe te nemen. ‘Daar zie je in de praktijk ontwikkelaars aan de slag met sensoren, raspberry pi’s, apps, digital twins, asset management, robots, 3d-printers, de cloud, lora-netwerken, noem het maar op, om high tech-toepassingen te bouwen.’
De tweede reden is om in contact te komen met universiteiten en hogescholen. ‘Wij bieden hen de mogelijkheid om onze Cumulocity-tooling voor iot en analytics uit te proberen. Daar zitten jonge mensen tussen die later onze ambassadeurs in het bedrijfsleven kunnen worden. Die zijn nodig om als Software AG ook de komende vijftig jaar een rol van betekenis te spelen.’
(Deze bijdrage verscheen eerder in Computable-magazine #01/2020.)