Innovatie is het sleutelwoord in het beleid dat staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor ogen staat. Daarin speelt digitalisering, in het bijzonder artificiële intelligentie (ai), een cruciale rol. Keijzer noemt het zelfs essentieel voor onze toekomstige economische groei. Maar wel in een menselijke maat met aandacht voor de ethische kant én een helpende hand aan het mkb. 'Ik vind het ongelooflijk interessant wat er in de ict-sector gaande is. Fascinerend.'
Op haar bureau in haar werkkamer liggen twee boeken: Ninja Future, waarin bestsellerauteur Gary Shapiro de gevolgen van technologische innovaties voor de maatschappij beschrijft, en het degelijke overzichtswerk European Fintech Navigation. Vakliteratuur, benadrukt Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) lachend. ‘Ik lees graag over innovatie.’
Dat het onderwerp hoog op haar agenda staat, blijkt wel uit twee recente aankondigingen: het opgestelde Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie (ai), waarin het kabinet en bedrijven gezamenlijk ongeveer twee miljard vrijmaken om te investeren in ai-toepassingen, én het nog ambitieuzere afgesloten Kennis- en innovatieconvenant 2020-2023 (KIC). Bedrijven, kennisinstellingen en overheden beloven daarin in 2020 gezamenlijk voor bijna vijf miljard euro te investeren in het vernieuwde topsectoren- en innovatiebeleid van het kabinet.
‘We richten ons hier op innovaties die een antwoord hebben op maatschappelijke vraagstukken, zoals energie en klimaat, landbouw, water en voedselveiligheid, gezondheid en, uiteraard, cybersecurity’, zegt de bewindsvrouw.
Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor zogeheten sleuteltechnologieën, waaronder fotonica, ai, nano en quantum. Hier wordt naar verwachting één miljard euro in geïnvesteerd. Keijzer: ‘In het convenant bepalen we waar we ons geld op gaan richten Vanuit de gedachte: hoe zorgen we dat we voorop blijven lopen met onze economie en houden we onze welvaart op peil? Nederland scoort hoog op allerlei lijstjes: wij hebben de meest concurrerende economie in Europa, staan op de vierde plek op de innovatieranglijst en zijn het best verbonden land via internet en mobiele technologie. In dit convenant zetten we de volgende stappen om aan de top blijven.’
Fundamentele veranderingen
De staatssecretaris wijst op de zogeheten groeibrief waaraan het kabinet werkt. Of anders: het verdienvermogen voor de toekomst. ‘Het staat buiten kijf dat innovatie daarin het sleutelwoord wordt. Vergeet ook niet het investeringsfonds Invest.nl. Dat heeft straks 2,5 miljard te besteden om vernieuwende bedrijven te ondersteunen die moeilijk aan financiering komen. Als staatssecretaris verantwoordelijk voor innovatie en digitalisering ben ik verguld met al deze plannen.’
In die groeibrief staat de economie van de toekomst centraal; het kabinet zet er in uiteen waaraan Nederland over twintig, dertig jaar geld kan verdienen. ‘Dan voelt iedereen wel aan dat ai daarin medebepalend wordt. Het zal ons leven en economie fundamenteel veranderen en dat geldt ook voor de huidige ict-systemen. Er komt, zoals ik het bestempel, een ‘gigantische kansenkant’ aan. Willen we onze welvaart behouden, dan moeten we als land, economie en bedrijfsleven daarin mee kunnen doen.’
Deze noodzaak is voor het ministerie van EZK aanleiding geweest om samen met bedrijfsleven, kennisinstellingen en universiteiten dat Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie op te stellen. Daarin staan drie hoofdlijnen centraal: hoe kan het bedrijfsleven van ai profiteren, op welke manier kan de samenleving er profijt van trekken, en hoe krijgt de ethiek een plek hierin? De komende tijd worden allerlei voorstellen uitgewerkt en initiatieven gestart om die lijnen uit te werken.
Computer says no
Hoewel het onderwerp mensenrechten en ethiek rondom digitalisering bij BZK ligt, trekt Keijzer het ook naar haar ministerie toe. De ethiek van de digitale wereld is in haar beleving namelijk eveneens een economisch onderwerp. ‘Vertrouwt een consument deze techniek niet, dan gaat die deze ook niet gebruiken. En daarmee mis je vervolgens economische kansen. Als ik met bedrijven spreek, dan zeg ik dat zij moeten stilstaan bij de ethische kanten van technologie. Denk aan ‘Computer says no’, die scène uit de tv-serie Little Britain; je hebt de neiging om die mevrouw over de balie heen te trekken. Dit is comedy maar we gaan naar een situatie waarin dit gemeengoed wordt. Bedrijven moeten kunnen uitleggen hoe het algoritme in hun systemen tot een besluit komt.’
Doen zij dit niet goed, dan gaat de overheid ze via wetgeving daartoe dwingen, waarschuwt Keijzer. Beter is, vindt zij, dat we met z’n allen nadenken en discussiëren over wat we acceptabel vinden bij het gebruik van ai. Waar liggen de ethische grenzen? Zeker bij zelflerende systemen, waarbij de oorspronkelijke bouwer zelf niet meer kan achterhalen hoe een besluit tot stand is gekomen.
Maar de bewindsvrouw wil het vraagstuk niet lastiger maken dan het is. ‘Over ethiek kun je erg abstract spreken maar eigenlijk is de vraag simpel: vind je het voor jezelf acceptabel als jij of een dierbare thuis een besluit krijgt uitgedraaid vanuit een computer, zonder handtekening en zonder toelichting? Is het antwoord nee, dan doe je dit ook een ander niet aan. Dat is in mijn optiek ethiek, als je het praktisch en simpel houdt. Voorwaarde is wel dat we in gesprek blijven over wat aanvaardbaar is in het maatschappelijk verkeer. Als je niet met elkaar praat leef je ook niet met elkaar samen.’.
In Europees verband
Keijzer wijst bovendien op de Algemene wet bestuursrecht, waarin de juridische voorwaarden staan waar langs een overheid moet bewegen, en dus ook de digitale overheid. Hoe de Chinese overheid ai inzet om burgers overal te controleren, is niet haar idee van een digitale samenleving. Net als de privacy-ondermijnende werkwijzen van de big five (Google, Amazon, Facebook, Apple en Microsoft) in de VS.
‘Ik wil het op een andere, Europese manier doen. Of je het nu hebt over de regelgeving voor digitale platforms, de beveiliging van iot-devices, de inrichting van 5G-netwerken, de ethische richtlijnen voor ai of de machtsposities van techbedrijven, dat zijn vraagstukken die je in Europees verband moet beantwoorden.’
Keijzer is daar ook druk mee; zij is net terug van een werkbezoek aan Zweden en Finland om daar met collega’s uit de betreffende regeringen overleg te voeren over of dit soort onderwerpen. Van haar mag Nederland zich binnen Europa wel wat offensiever opstellen als het gaat om de inrichting van de digitale economie. ‘Wij maken deel uit van een Europese markt van vijfhonderd miljoen consumenten. Dat besef is er nog te weinig. Als een van de digitale koplopers hebben we ook echt wat in de melk te brokkelen. Die kracht zouden we meer moeten inzetten.’
Triple Helix-model
De Nederlandse aanpak voor innoveren geniet daarbij haar voorkeur. De basis ervan is het Triple Helix-model, een gespecialiseerde publiek-private samenwerking tussen drie partijen: overheid, kennisinstituten en bedrijfsleven. Ja, ze kent de geluiden dat er te weinig geld voor innovatie wordt uitgetrokken; die waren ook te horen bij het actieplan voor ai. Volgens critici bestaat een deel van het vrijgemaakte budget van zo’n twee miljard euro uit al eerder gereserveerde bedragen. Dat erkent de staatssecretaris maar zij wijst erop dat het daarbij gaat om geld dat in eerste instantie voor andere doeleinden was bedoeld. ‘Daar zitten bijvoorbeeld ook projecten uit de zorg bij waarnaar nu ook vanuit de ai-kant gekeken wordt. Dat biedt nieuwe mogelijkheden.’
Keijzer vervolgt: ‘Ik zeg daar dan ook altijd bij: ‘Dames en heren, u kijkt altijd zo verlekkerd naar andere landen, zoals Frankrijk waar opeens een fonds van één miljard de wereld in wordt geslingerd. Weet wel dat wij dat in Nederland op een andere manier doen. De overheid gaat in gesprek met universiteiten en ondernemers en dat betekent dat er geld wordt geïnvesteerd in daar waar de experts kansen zien. Die samenwerking maakt ons sterk en dat blijkt ook uit de effectiviteit van onze investeringen: die zijn groter dan in andere landen.’
Meer geld?
Bovendien, er is de komende tijd substantieel meer budget voor innovatie dan in voorgaande jaren. Tel daarbij nog de programma’s van de Europese Commissie op, zoals het Horizon2020-programma, dan is er veel geld voor tech-onderzoek en -investeringen beschikbaar.
Niet iedereen is echter tevreden. Zo wil de Nederlandse datacentersector, een belangrijke hub in Europa, dat het kabinet geld uittrekt voor het aanleggen van zeekabels. Dit in navolging van de Noorse overheid die daar zo’n driehonderd miljoen euro voor vrijmaakt. In Nederland wordt dat werk overgelaten aan de grote techconcerns als Google en Microsoft, waardoor de afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven groter wordt. Als die besluiten die kabels te verleggen om elders een datacenterhub te ondersteunen, verzwakt dat de positie van Nederland als digitale mainport.
Keijzer wijst erop dat er genoeg potjes bestaan om steun te vragen voor investeringsplannen. ‘EZK heeft in zijn innovatiebeleid een aantal sleuteltechnologieën geprioriteerd. Dat neemt niet weg dat er voor andere technologieën ook mogelijkheden liggen. Alleen, je moet er wel moeite voor doen. Kijk, iedereen wil altijd meer geld. Maar we moeten wel kijken naar waar de taak van de overheid ligt en wat bedrijven zelf moeten oplossen. In het geval van die aanleg van zeekabels, dat heeft onze aandacht, maar ik ga er niet een fonds zoals in Noorwegen voor beschikbaar stellen. Dat is niet onze werkwijze’.
(Dit artikel verscheen eerder in Computable-magazine #01/2020.)
Ict-portefeuilles
De ict-portefeuilleverdeling binnen het kabinet is verdeeld over drie bewindslieden. Simpel gezegd: minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) pakt de digitale veiligheid aan, (tijdelijk) minister Raymond Knops (Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties) is verantwoordelijkheid voor de digitale overheid en staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) gaat over de digitale economie. Voor Keijzer is ict geen tabula rasa. In de vorige kabinetsperiode bemoeide zij zich als Tweede Kamerlid voor het CDA met ict-overheidshoofdpijndossiers PGB (Persoonsgebonden Budget) en de Basisregistratie Personen (BRP).
interessant artikel, vooral hoe EZK tegen de voorstellen van het bedrijfsleven zelf aankijkt, als het over innovatie en ICT beleid gaat! Ik zou het wel onder “Digital Innovation” plaatsen en niet bij topic Carrière.
Aparte tegenspraak ook nog. Wel aangeven dat werkwijze van de ‘big five’ privacy ondermijnend is maar diezelfde bedrijven wel zeer belangrijke infrastructuurprojecten uit laten voeren die Nederland is uitstekend zelf zou kunnen realiseren.