Nederland lijkt zijn zaakjes goed op orde te hebben als het gaat om het inzamelen en recyclen van computerapparatuur. Niets is minder waar. In de minder zichtbare datacenterwereld wordt namelijk een groot deel van de it-hardware en -componenten afgedankt zonder oog te hebben voor hergebruik van materialen. Het Europese project Cedaci poogt een einde te maken aan deze e-waste.
Even wat cijfers van de Amsterdam Economic Board: in 2016 stonden naar schatting bij Nederlandse datacenters 4,3 miljoen servers, waarvan 1,5 miljoen binnen de regio Groot-Amsterdam. Jaarlijks worden hiervan in een vervangingscyclus circa een half miljoen servers afgedankt. Daarvan verwerken gecertificeerde recyclers slechts 24 procent van deze hardware tot grondstoffen en verkopen Nederlandse refurbishers na een opfrisbeurt amper 11 procent van de servers voor hergebruik in binnen- en buitenland.
De rest – ruim de helft van de afgedankte servers – wordt direct via de handel voor hergebruik geëxporteerd of belandt op een stortplaats. Alleen, deze apparatuur verdwijnt uit beeld omdat een centrale registratie voor export voor hergebruik ontbreekt. Onduidelijk is dan ook wat er uiteindelijk mee gebeurt. ‘Doodzonde’, zegt Julie Chenadec, projectmanager Green IT Amsterdam, een denktank en initiator op het terrein van duurzaamheid en ict in Europa en een van de partners van Cedaci. ‘Door deze export worden jaarlijks miljoenen tonnen aan waardevolle hulpbronnen uit deze sector verspild. Het is belangrijk dat juist deze kritische en vaak zeldzame grondstoffen beschikbaar komen voor hergebruik’.
Disbalans
Deze treurige balans is de afgelopen jaren alleen nog maar meer uit het lood gaan staan. Immers, het aantal datacenters is fors gestegen en blijft toenemen. Plus, wat diezelfde Amsterdam Economic Board constateert, er worden veel meer servers afgedankt dan dat er op de markt worden gebracht. Door technologische ontwikkelingen zijn er voor een bepaalde werklast in bijvoorbeeld de cloud minder servers nodig, want de nieuwe generatie apparaten werken efficiënter.
Die disbalans tussen het officiële en het grijze circuit is niet alleen uit oogpunt van duurzaamheid ongewenst maar ook om gezondheidsredenen: nog steeds komt veel afgeschreven apparatuur ter verwerking in Afrika terecht. Daar wordt het vernietigd en verbrand, waarbij giftige stoffen vrijkomen en er in veel gevallen geen proces van hergebruik is ingericht. Gevaarlijk werk en vaak kinderarbeid, vult Chenadec nog aan.
Geopolitiek
Bovendien spelen geopolitieke overwegingen een rol. Zij wijst op een door de EU opgestelde lijst van 27 kritieke grondstoffen voor de verwerkende industrie, waaronder de ict-sector, de zogeheten ‘critical raw materials’ (crm’s). Denk aan kobalt, wolfraam, siliciummetaal, bariet, magnesium, fosfor en grafiet. Zestien daarvan komen uit China, de rest uit Afrika, met name Congo en Zuid-Afrika. Het besef is in Europa nog niet echt doorgedrongen dat de industrie voor zo’n 60 procent van de grondstoffen afhankelijk is van China. En gezien de groeiende digitalisering steeds afhankelijker wordt. Als de Chinese overheid besluit de export van één of twee elementen aan banden te leggen, komt Europa in de problemen. En een land als Congo is politiek niet altijd even stabiel.
In Europa moet er in haar ogen meer aan wetgeving worden gedaan om de export van afgedankte servers in goede banen te leiden. ‘En waarom niet veel meer verwerkingsfabrieken in de Europese Unie opstarten? Dat is nog goed voor de werkgelegenheid ook.’
Weigerachtig
Helaas neemt dus op dit moment de hoeveelheid e-waste alleen maar toe. Bijkomend probleem is de weigerachtige houding van de industrie om vol in te zetten op recycling en refurbishing. Chenadec snapt dat ergens wel. De heersende gedachte bij datacenters is dat er op servers die vervangen moeten worden, gevoelige data staan. Vernietiging is dan de meest praktische oplossing. Daarbij bestaat in de sector de volgens haar onterechte beeldvorming dat tweedehands-apparatuur gevoeliger is voor storingen dan nieuwe spullen; voor datacenters is de gedachte aan uitval alleen al een gruwel.
Ook het feit dat veel servers in een datacenter geen eigendom zijn van de datacenterexploitant maar van de ict- dan wel clouddienstverlener maakt het lastiger om partijen aan te spreken op e-waste. En dan heeft ze het nog niet eens gehad over de talloze zombieservers die in een datacenter draaien. ‘Dit soort loze servers zouden beter gemonitord moeten worden middels een refurbished service-programma.’
Cedaci
Toch heeft zij goede hoop om hen te overtuigen dat je wel kunt recyclen en refurbishen zonder data bloot te geven. Daarvoor is het programma Cedaci (Circular Economy for the Data Center Industry) in het leven geroepen. Het is een Europees project want het e-wasteprobleem speelt in alle EU-landen, waar de situatie vaak nog slechter is dan in Nederland.
Doel is het bedenken van een circulair model waardoor kostbare grondstoffen en andere waardevolle componenten uit it-hardware, die end of life is verklaard, kunnen worden gehaald en hergebruikt. Soms als kant-en-klare server of switch, in andere gevallen in de vorm van opnieuw te gebruiken componenten of desnoods als grondstof. Met als extra streven het creëren van een beter gestructureerde markt voor tweedehands-datacenterapparatuur in Europa.
Bij Cedaci zijn partijen uit vier landen betrokken: Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland. Tot de Nederlandse deelnemers behoren behalve Green IT Amsterdam, afvalverwerker SIMS, refurbisher Aliter Networks, branchevereniging NL Digital, adviesorgaan Amsterdam Economic Board en de onderwijs-ict-dienstverlener Surfsara.
‘Ook de DDA – de Dutch Datacenter Association – voelt de urgentie. We zijn met hen in gesprek over een apart project om de focus op gerenoveerde en gerecyclede hardware in de Nederlandse datacenters te vergroten. Voor dit project gebruiken we de werktitel ReStructure 2.0, een verwijzing naar een eerder project dat we hebben gedaan op het gebied van recycling en renovatie’, meldt Chenadec.
Drie onderzoeken
Er lopen bij Cedaci drie onderzoeken: in Engeland wordt onderzocht hoe door verbeteringen in het design van it-hardware er minder grondstoffen nodig zijn; in Frankrijk staat de herwinning van materialen centraal en in Nederland buigen partijen zich over het opzetten van een business case voor refurbishment in datacenters.
‘We ontwikkelen daarnaast een decision making tool voor alle datacenter-subsectoren om circulaire bedrijfsmodellen te ontwikkelen en te optimaliseren. Evenals verbeterde renovatie-, recycling- en terugwinningsstrategieën voor crm’s en de Europese richtlijn WEEE. Wij kunnen hierbij gebruik maken van onderzoek dat in een vorig project van Green IT Amsterdam is gedaan: het eerder genoemde ReStructure-project‘, licht Chenadec toe. ‘Daarbij is de gehele keten voor refurbishment in kaart gebracht. De volgende stap is om aan te tonen dat hergebruik van apparatuur, componenten en grondstoffen wel degelijk haalbaar en lucratief is en niet gevaarlijk. Ligt er eenmaal een business model dan willen we daarmee de bedrijven in de sector overtuigen om mee te doen met de circulaire economie.’
Het tij mee
Inmiddels is er hard gewerkt aan het opzetten van een eerste pilot, om kennis en ervaring op te doen over recycling en refurbishment van it-hardware in datacenters. Bijvoorbeeld de economische implicaties van het vervangen van servers door refurbished apparatuur, ook in samenspel met een cloud-omgeving. ‘Als wij kunnen aantonen dat de prestaties hetzelfde zijn hoeft zo’n gebruikersorganisatie geen nieuwe apparatuur meer aan te schaffen. Dat is efficiënter, goedkoper en duurzamer. Die economische voordelen van een circulaire strategie willen wij voor het voetlicht brengen.’
‘En we hebben het tij mee als je kijkt naar de huidige klimaatdiscussie en de klimaatdoelstellingen die het kabinet heeft gesteld’, vervolgt zij. ‘Dat kan een katalysator voor verandering zijn. E-waste is de schaduw die over de ict-sector hangt. Het wordt hoog tijd dat die verdwijnt.’
Dit artikel is ook enigszins ingekort gepubliceerd in Computable Magazine 2020/#1.
Netwerk en Catalyst
Cedaci heeft een netwerk opgezet voor kennisdeling en krachtenbundeling.
Verder trekt Cedaci op met een andere Europees project: Catalyst. Daarin wordt onderzocht hoe een datacenter kan veranderen in een ‘multipurpose hub’, bijvoorbeeld als energiebron.