'You keep using that word. I don’t think it means what you think it means.' Google dat en zie één van mijn favoriete memes. Dit keer is dat het woord: schaalbaarheid. Voor velen betekent het iets anders en er zit een hele wereld van ontdekkingen aan vast. Techniek is overigens maar een kleine invulling hiervan, maar dat heb ik door de tijd heen geleerd.
Als start-up wil je de wereld veroveren: Je maakt een minimum viable product en door met snelle iteraties de feedback van klanten te verwerken krijg je steeds meer tractie, stappen investeerders in en na een paar jaar heb je jouw exit en ben je multimiljonair.
Dit is alleen mogelijk als jouw product of dienst schaalbaar is. Schaalbaarheid is absoluut niet alleen een technisch ding en net zo goed organisatorisch.
Stel je bent een freelancer en geeft klanten adviezen op een bepaald vlak. Dit is niet schaalbaar. Je inkomsten zijn per uur het tarief en heeft dus een plafond. Door een methodiek te ontwikkelen en deze onder licentie te delen met andere adviseurs heb je een eerste laag gevonden in schaalbaarheid.
Piekmomenten
Als je een app ontwikkelt die ineens heel veel gebruikt wordt, dan kan dit gevolgen hebben voor de snelheid waarop je app reageert. Denk aan piekmomenten, of als het via social media viraal gaat. Door een infrastructuur in te richten die mee ademt met het gebruik, is dit een vorm van schaalbaarheid. Dit gaat dus over techniek. Dit kan op twee manieren: De server die je gebruikt krijgt steeds meer capaciteit. Dit is verticaal schalen en kent zijn limiet. Door bijvoorbeeld met containers te werken die naast elkaar erbij gezet worden noem je horizontaal schalen en is over het algemeen een duurzamere vorm van schaalbaarheid die veel beter is te automatiseren.
Een organisatorische vorm van schaalbaarheid is zelfbediening. Als nieuwe klanten zich aan moeten melden via een contactformulier of via een sales kanaal gaan. En als er voor deze klanten een op maat offerte wordt gemaakt en hier ook opstartkosten aan verbonden zijn, dan is dit veel slechter schaalbaar dan als alles gaat op basis van zelfbediening. Een klant maakt zelf een account aan en verstrekt medewerkers toegang door accounts aan te maken, of dit door middel van zelfregistratie toe te staan. Je staat toe dat een prospect klant wordt zonder dat je hiervoor handmatig handelingen voor hoeft te richten. De App store is een prachtig voorbeeld van schaalbaarheid. Gebruikers kunnen zelf kiezen wat ze installeren en aanbieders van apps kunnen deze zelf plaatsen in de store. Schaalbaarheid door een eco-systeem.
Soms is organisatorische schaalbaarheid subtiel. Stel dat je een inwerkprogramma aanbiedt voor nieuwe medewerkers van een grote organisatie. Dan wil je dat bepaalde afdelingen of vestigingen zelf het programma kunnen inrichten, maar dat dit niet inzichtelijk is door andere vestigingen of afdelingen. Je hebt dan meer rollen en lagen nodig die werkzaamheden kunnen scheiden. Dit is een vorm van schaalbaarheid: Als deze laag mist zullen grotere organisaties niet snel klant worden.
Inhoudelijke vorm
Dan heb je een inhoudelijke vorm van schaalbaarheid. Je kunt een generiek security awareness programma uitrollen naar iedere organisatie. Elke medewerker heeft wel een telefoon en doet wat met het internet. De manieren van beveiliging zijn breed toepasbaar. Maar een inwerkprogramma voor medewerkers kun je niet makkelijk maken in verschillende organisaties. Zie je het al voor je? ‘Welkom bij onze organisatie, we zien medewerkers als ons kapitaal’ is niet erg persoonlijk. Als je in de zorg aan de slag gaat en je ziet een verpleger in het uniform van Medezorg die zegt; ‘Leuk dat je bij Medezorg komt werken, ik leg je kort uit waarom Medezorg niet alleen de eerste keus is van onze cliënten, maar ook de leukste plek is om te werken!’
Dan is dat een stuk persoonlijker. Dit betekent maatwerk die je voor iedere organisatie opnieuw moet maken en is daarmee minder schaalbaar. Door templates gericht op de zorg te maken kun je wel zeer snel een omgeving inrichten en aanpasbaar maken door de organisatie zelf. Door standaard scripts gereed te maken met een goede instructie, staat alles al klaar om hiervan een video te maken. Het is eenvoudig herhaalbaar en met de scripts kan een klant zelf de nodige content maken. De stappen van een inwerkprogramma kunnen in een template gezet worden zodat de tijd van beginnen met het programma en implementeren hiervan, dicht op elkaar liggen.
Een andere versneller is weer technisch. Door software klaar te maken voor koppelingen met andere systemen kan dit de implementatietijd verkorten. Met goede instructie kan een klant zelf de koppelingen inrichten omdat deze al voorgebakken zijn. Door de documentatie goed op orde te hebben kan een klant zichzelf helpen. Daarnaast kun je natuurlijk het scherm dat gebruikers zien van de software in het Nederlands maken. Door deze schermen meertalig te maken ondersteun je organisaties met meerdere talen en wordt gebruik van je programma mogelijk voorbij de landsgrenzen.
Het hele proces van leren hoe je dienst werkt tot de implementatie ervan moet zonder menselijk handelen mogelijk worden. Als je dit bereikt is je dienst of product echt schaalbaar. Je kunt dan echt groeien zonder belemmeringen. In feite is dit waar iedere startup van droomt. Dit is dan de basis voor een bedrijf met een hoge waardering en waarde. Dit betekent het benutten van alle technische mogelijkheden en het invullen van alle organisatorische mogelijkheden.
Spreekt dit je aan? Zet dan de volgende stappen. Breng in kaart wat al schaalbaar is en wat nog niet schaalbaar is. Maak van wat je mist een roadmap. Dat is een planning van onderdelen die je wilt realiseren op chronologische volgorde. Handig voor een planning, maar ook interessant voor investeerders en klanten. Zie jij nog aanvullingen als het gaat om schaalbaarheid? Plaats ze dan in de reactie. Bevat dit artikel alle details en antwoorden? Absoluut niet. Maar hopelijk helpt het wel om stappen te zetten op weg naar schaalbaarheid.
Ik plaats deze reactie zodat ik automatisch mailtjes krijg als jij reageert.
Ik zou het woord willen vervangen door “schraalbaarheid”.
Aangezien je schaalbaarheid nodig hebt wanneer de vraag naar je produkt sterk groeit, maar:
– de aantrekkelijkheid van je produkt afhangt in hoeverre het toegespitst kan worden op unieke situatie van de klant
– en diezelfde toespitsing juist de schaalbaarheid tegenwerkt
Heb je een soort evenwicht nodig in je produkt. Een mate van schraalheid (klantonafhankelijke aspecten) die door de klanten zelf worden geaccepteerd. Dan pas is werkelijke groei mogelijk.
@KJ,
Ik denk dat het een combinatie is tussen vraag en aanbod. Je product/dienst moet iets leveren wat anderen nog niet kunnen/doen of tegen een ander prijspunt of een andere (lees betere) kwalitieit. Deze factoren dragen allemaal mee aan het succes. Dan pas creeer je vraag. En wil/gaat men gebruik van je product/dienst maken. Natuurlijk moet dit flexibel, efficient en schaalbaar zijn. Zaken als robuustheid, beschikbaarheid en de kwaliteit spelen hier ook een grote rol in. Zoals Henri al zegt is dit meer dan alleen techniek maar ook de organisatie er achter. Al speelt de technische kant hier natuurlijk nog wel een grote rol in. Dat zie je ook mooi terug in het artikel van Henri.
@KJ: Uiteraard kan schaalbaar ook schraalbaar zijn. Kijk maar naar de lopende band.Je zult per situatie moeten afwegen wat voor wie het beste is. Om een praktisch voorbeeld te noemen bij onboarding in de zorg. Natuurlijk wil je dat het persoonlijk is, wordt en blijft, maar de realiteit is dat de werkdruk in de zorg zo hoog ligt dat het de organisatie zelf ook teveel inspanning kost om zo’n project te draaien. Door hen de tools te geven om snel van start te kunnen gaan met templates en een werkbare “standaard” kunnen ze zelf aan de slag en waar er naderhand waarde kan worden toegevoegd maak je maatwerk. Doordat veel klanten snel aan de slag kunnen is er ook meer draagvlak om hoogwaardige content toe te voegen. Veel problemen in de zorg spelen op veel plekken. Maar door ook een buddy-systeem aan te bieden op basis van zelfbediening, breng je toch weer het persoonlijke op een -jaja- schaalbare manier 🙂
Van de week moesten de zelfscan kassa’s bij de AH vervangen worden… er stond meteen een rij van twintig meter per kassa.
Persoonlijk contact bij de kassa is maar een wens van een beperkt aantal mensen. De schaalbare oplossing die zelfscan heet brengt iedereen voordelen.Behalve dan voor diegene die achter de kassa wil werken.
En zoals Ruud aangeeft kan schaalbaarheid zelfs leiden tot betere kwaliteit. Dus het hangt af van de situatie.
Waarom mijn (minimum viable) product schaalbaar moet zijn is me een raadsel, een tractie krijg ik toch vooral door populariteit. Een succesvolle app hoeft dan ook helemaal niet schaalbaar zijn en voor de distributie ervan kan je gebruik maken van een appstore. Op dezelfde manier kun je als freelancer schaalbaar zijn door een boek te schrijven welke je distribueert middels bestaande verkoopkanalen. Ik hoef hierin niet zelf het wiel uit te vinden.
Heel anders wordt dit als er een methodiek ontwikkeld is die onder licentie gedeeld wordt met andere adviseurs omdat dit schraalbaarheid betekent door een groter aanbod bij een gelijke vraag. En om de vraag te creëren waar Ruud het over heeft zal er iets aan marketing gedaan moeten worden zoals het schrijven van een opinie. Er zijn nu eenmaal weinig producten of diensten die zich zelf verkopen, de ééndagsvliegen van een hype daargelaten.
@Een Oudlid …schaalbaarheid hang heel erg af van het soort app wat je schrijft. Voor een app die grotendeels lokaal op je device draait is schaalbaarheid geen issue inderdaad, maar als de app onder de motorkap gebruikt maakt van allerlei web- of serverbased transacties (bijvoorbeeld een facebook app) dan wordt de schaalbaarheid al snel een issue als je backend de datarequests niet verwerkt krijgt.
Pa Va Ke,
Als ik als app ontwikkelaar voor de back-end gebruik maak van een dienst van anderen dan is m.i. het vraagstuk van de schaalbaarheid teruggebracht tot een pay-per-use afweging. Hier komt dus het voordeel van de cloud om de hoek kijken, een differentiatie in je digitale transformatie waar Henri dus zo enthousiast over is en ik hoef hierin niet het wiel uit te vinden:
“Digital Transformation (DT or DX) often utilizes cloud computing, reducing reliance on user owned hardware but increasing reliance on subscription based cloud services” – Wikipedia
Ik weet niet voor wie dit artikel bedoeld is. Maar inhoudelijk heb ik de nodige bedenkingen…
Het in licentie geven van een werkmethode met een verdienmodel op uren gaat niet zo heel veel helpen; tenzij die uren gecombineerd worden met een productcomponent. Wel is het dan zaak dat er geen lineair verband zit tussen omzet en marge op het product en de benodigde uren. Dat wil zeggen dat de omzet op het product harder moet kunnen groeien dan de uren component.
Als je iets hebt waar veel vraag naar is, dan is iemand je voor geweest. Ga er dan maar vanuit dat er veel aanbieders zijn en je in een rode oceaan terecht bent gekomen. Dan is prijs vaak het enige onderscheidend vermogen en is schaalbaarheid inderdaad belangrijk vanwege de kostencomponent.
Terug naar de tekentafel is dan misschien handiger: wat is er nodig om onderscheidend te zijn. En in hoeverre brengt dat je dichter bij een blauwe oceaan.
Andersom – als je iets hebt waar weinig vraag naar is vis je waarschijnlijk in een blauwe oceaan en zijn er weinig aanbieders. In dat geval is “niets-doen” je grootste concurrent. Voordeel is wel dat schaalbaarheid geen issue is; althans niet voor de korte termijn.
Wel is het zaak alvast na te denken over hoe dat gerealiseerd kan worden. Immers, mocht het je lukken om je grootste concurrent te verslaan, dan heb je 1-2 jaar om een substantieel marktaandeel binnen te harken. Daarna komen er andere aanbieders op de markt waardoor de oceaan langzaam rood kleurt.
Maar in welke oceaan je ook vist, als startup heb je in alle gevallen te maken met “vertrouwen” en “gunfactor”: krijg je de kans om te laten zien dat je product/dienst combinatie inderdaad werkt en dat je geen eendagsvlieg bent… en dat in een maatschappij waar het risico-denken de boventoon voert. Dat is misschien nog wel de grootste uitdaging.
Hi Will, ik snap je reactie en hier staat in wat je al jaren kunt lezen, je geeft prima voorbeelden en onderbouwd. Jaren geleden zou ik het ongetwijfeld ook helemaal met je eens geweest zijn. Tot slot is het niet per se waar of niet waar, maar merk ik dat de realiteit zo complex is dat alles wat we schrijven nog niet voor de helft kan kloppen. Daarnaast lees ik hier ook jouw bevindingen in die jij op doet in jouw markt. Het onderwerp is schaalbaarheid. Hier gaan we:
Over het werkmethode licentiemodel: Tja wat is een product? Een methode beschreven op papier met plaatjes en instructies. Is dat een product? Is dat een dienst?Ik geef een voorbeeld. Milon Cirkel. Een fitness concept waar een sportschool voor betaald om het te mogen gebruiken. Zo ver ik weet lieveren ze niet de spullen en betaal je dus voor het advies en het recht deze label te mogen volgen. Is het schaalbaar? Ja zeker, en dit is gewoon vergelijkbaar met een consultant die iets voor 1 klant doet, het omvormt naar een concept en dit verkoopt aan klanten die de consultancy doen. Je kunt het uitbrengen in meerder talen, een heel distributie partner netwerk opzetten, etc. Om meteen het blauwe en rode oceaan te debunken… Fitness bestaat al jaren, licenties en concepten bestaat al jaren. Is marge een probleem? Nee. Zijn andere je voor geweest? Ja. Is er al een verzadigde markt van sportscholen? Ja.
Het concept of ergens al veel vraag naar is vind ik zeer beperkt productief. Het is niet zwart wit. Steps en fietsen bestaan al heel lang, toch zie je ineens in steden steps verschijnen. Was daar vraag naar? Ja en nee. Mensen vroegen niet om steps, maar om gemak die overigens ook nog ingevuld kan worden op andere manieren. Coolblue zit in de meest verzadigde markt die er bijna is. Is Coolblue een race naar de bottom aan het doen? Niet dat ik weet. “Ah!” zeg je dan, maar stel dat je een concurrent wilt worden van Coolblue, dan is iemand je voor geweest! Maar Coolblue zat in een concurrerende markt. Ze hebben zoals dat heet ge-pivot. Inzichten opgedaan die dramatisch succesvol bleken.
in mijn ogen mis je het grootste component in succes en schaalbaarheid: Product-market fit.
Facebook lijkt onverslaanbaar… think again. Dat je een netwerk effect niet zo maar verslaat is evident, maar je kunt altijd flanken. En met de schaalbaarheid van tegenwoordig kan een slimme app zoals TikTok zeer snel groeien… product-market fit.
Je geeft aan dat vertrouwen en gunfactor het belangrijkste is. Ik zeg “No sir!”. Product-market fit en bijvoorbeeld timing zijn belangrijker. Welk probleem los je op? Hoe makkelijk is het om deze te adopteren?Als jij een goed tooltje hebt met goede instructie die mensen zonder tussenkomst van arbeid in kunnen zetten die een probleem oplost… dan is vertrouwen en gunfactor nauwelijks van belang. Het zijn juist indicatoren van het ontbreken van schaalbaarheid.
Natuurlijk valt er op ieder punt wat ik schrijf wel een tegenargument te verzinnen. Ik geef ze alleen ter illustratie dat zaken ook heel anders kunnen zijn dan binnen je eigen referentiekader. Ik worstel nog genoeg met product-market fit en scherpe focus en daarmee kom ik terug op je eerste zin. Waarom schrijf ik dit en voor wie? Zou ik mijn tijd niet moeten besteden aan de zin hiervoor?
Het antwoord is: Ik schrijf nu eenmaal graag over wat mij bezig houdt. Ik hoop dat ik hiermee mensen op ideeën breng en misschien zelfs help. Het heeft relatie met wat ik nu doe en pak daar een onderwerp uit. Thanks voor lezen en reageren Will!
Henri,
Om een semantische discussie te voorkomen is het wel handig als je geaccepteerde definities gebruikt, ik gaf in eerdere reactie de uitleg van Wikipedia over Digitale Transformatie en wijs op het feit dat schaalbaarheid een term is die onlosmakelijk hiermee verbonden is:
“Scalability of schaalbaarheid duidt op het vermogen van een softwareproduct om mee te groeien wanneer het gebruik en/of het aantal gebruikers van het product groeit. Een product is schaalbaar wanneer er zonder aanpassingen aan de software in plaats van 10, 100 of 1000 gebruikers kunnen worden bediend.” – Encyclo.nl
Will heeft het over de INSEAD theorie voor innovatie met de blauwe oceaan, het zoeken naar een niche waar de concurrentie nog niet moordend is. En om in te gaan op je genoemde problematiek van product-market fit(ness) dan valt één ding direct op. De populariteit van fitbits waar omheen allerlei diensten te bouwen zijn want hoewel deze fitbits seperate operationele systemen zijn hebben ze een data integratie in de cloud naar een ‘Common Platform to Manage Competitor Identities’ welke schaalbaar en multitenant moet zijn. Maar hier geldt dat je het wiel niet uit hoeft te vinden want je kunt – op basis van een licentie – middels apps allerlei diensten ontwikkelen zoals persoonlijke workouts. Rapporten laten zien dat er – ondanks overname van Fitbit door Google voor 2,1 miljard dollar – tot 2025 nog genoeg kansen liggen in deze (groei)markt van wearable (AI) technologie. Oja, vertrouwen aangaande de privacy speelt hier wel een rol.
“Als jij een goed tooltje hebt met goede instructie die mensen zonder tussenkomst van arbeid in kunnen zetten die een probleem oplost…”
Precies om deze reden gaat een digitale transformatie in sommige sectoren sneller dan in andere, een schreeuwend personeelstekort in de zorg zorgt voor een snelle adoptie van wearable (AI) technologie. Uiteraard valt de oplossing van Google/Fitbit af maar er zijn nog genoeg andere serieuze spelers in deze markt zoals: Honeywell, Abbott Laboratories, Medtronic, Omron, Acute Technology, F. Hoffmann La Roche, GE Healthcare, Analog Devices, Bayer, Fujitsu, Philips, Qualcomm, Bosch en LifeScan om wat voorbeelden te noemen. Juist in deze zorgmarkt wil je maatwerk voorkomen omdat je niet alleen moet voorzien in een onderlinge dataportabiliteit maar ook moet voldoen aan allerlei (behandelings)protocollen.