De concurrentiestrijd in de aanleg van glasvezelnetwerken verhardt, met negatieve gevolgen voor alle glasvezelpartijen en het publieke vertrouwen in digitale voorzieningen. Brancheorganisatie Fiber Carrier Association roept daarom op om de huidige concurrentiestrijd te staken en meer samen te werken om een gezond Nederlands glasvezellandschap te waarborgen.
Het is de belangrijkste conclusie uit het nieuwe rapport ‘Nederland op Glasvezel’, het jaarlijkse overzicht van de sector dat vandaag is gepubliceerd door brancheorganisatie Fiber Carrier Association (FCA).
Heftige concurrentiestrijd
Volgens het rapport van de FCA kampen meerdere Nederlandse gemeenten met zogeheten ‘overbouw’. Andrew van der Haar, directeur van FCA, geeft aan dat vaak meerdere glasvezelpartijen zich bij eén gemeente aanbieden voor de aanleg van een glasvezelnetwerk voor huishoudens. Dit terwijl in de meeste gevallen slechts één netwerk rendabel is.
De heftige concurrentiestrijd om de aanleg en exploitatie van lokale netwerken kent volgens Van der Haar vooral verliezers. ‘We zien dat concurrenten proberen elkaar op lokaal niveau de pas af te snijden. Met als resultaat kapitaalvernietiging en huishoudens en burgers die in sommige gevallen langer moeten wachten op glasvezel of zelfs helemaal geen aansluiting krijgen.’
Doorgeschoten marktwerking
De scherpe concurrentie heeft volgens Van der Haar negatieve gevolgen voor het vertrouwen van consumenten in glasvezel. Als voorbeeld wijst hij naar de Gelderse gemeente West Maas en Waal, waar de concurrentiestrijd tussen twee partijen eerder dit jaar leidde tot boetes voor consumenten. Van der Haar: ‘Er bestond onder de inwoners van West Maas en Waal veel onduidelijkheid over welke partij uiteindelijk het glasvezelnetwerk zou aanleggen. Ze schreven zich tijdens de vraagbundeling in voor beide netwerken, niet wetende dat ze een bindende verplichting aangingen. Met honderden euro’s boete tot gevolg nu beide netwerken ook daadwerkelijk worden aangelegd. Het spreekt voor zich dat dit het vertrouwen in de sector weinig goed doet.’
Van der Haar vreest verder dat de ‘krachtmeting’, zoals hij het noemt, ook een negatieve invloed heeft op gezonde marktwerking binnen de sector. ‘Grote partijen hebben vaak een duidelijk voordeel in deze concurrentiestrijd. Zij zijn in veel mindere mate afhankelijk van investeerders voor de aanleg van hun netwerken en kunnen daarom snel inspelen op nieuwe kansen. Het komt geregeld voor dat een kleine glasvezelpartij vraagbundeling doet voor een nieuw netwerk, om vervolgens te moeten aanschouwen hoe een concurrent zonder meer ook aankondigt een glasvezelnetwerk aan te leggen in dezelfde gemeente en daarbinnen in dezelfde wijken. Gemeenten willen helpen, maar zijn wettelijk met handen gebonden.’
Meer bevoegdheden voor gemeenten
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) ziet hetzelfde beeld ontstaan. De autoriteit deed onafhankelijk onderzoek naar de glasvezelsector en publiceerde dit najaar haar rapport, met daarin onder meer de aanbeveling om gemeenten meer bevoegdheden te geven om regie te voeren. Van der Haar is blij met de conclusie maar hoopt ook op vervolgstappen. ‘De aanbevelingen van de ACM zijn voorgelegd aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. We weten nog niet welk vervolg er vanuit de overheid aan dit rapport gegeven zal worden, maar we houden het vanuit de FCA nauwlettend in de gaten.’
Wellicht is het een uitvloeisel van bovenstaande, maar Vodafone ging een eigen netwerk aanleggen en dus liggen er nu twee glasvezelleidingen door ons gebouw. Voor mijn gevoel één teveel…
Dit is precies waarom ik al jaren roep dat telecom infra naar consumenten (en dan heb ik het over de fysieke infrastructuur tot in de meterkast) gewoon een NUTS-voorziening zou moeten zijn: Één onafhankelijke partij legt de kabels in de grond en is eigenaar van de locaties ( PoP’s ) waar die kabels getermineerd worden. In die PoP’s kunnen marktpartijen vervolgens hun apparatuur plaatsen en zo diensten aanbieden over die vezels. Zoals Reggefiber jarenlang steden als Almere, Leeuwarden, etc. en kleine plaatsen heeft verglaasd, in een “Active Optical Network” (point to point) topologie, heeft dat prima gewerkt. Op de twee vezels die in mijn Almeerse meterkast uitkomen kunnen, door de ontbundelde (ODF) toegang, al 4 operators onafhankelijk van elkaar diensten aanbieden ( Tweak, KPN, T-mobile en Jonaz hebben elk eigen apparatuur hangen).
Zoals het nu dreigt te gaan, gaat KPNNetwerk (nieuwe naam van Reggefiber) in de toekomst alleen nog GPON uitrollen, wat een shared medium topologie is, dus geen ODF toegang meer mogelijk en dus afhankelijkheid van Wholesale breedbanddiensten van KPN. En gaan partijen als T-mobile zich straks dus genoodzaakt zien om NOG een keer de straten open te graven en consumenten straks met meerdere glasvezelaansluitingen op te zadelen.
@Eymert Versteegt: Je hebt helemaal gelijk.
Alle koperen telefoonkabels, maar ook alle (Ziggo) coaxkabels zijn verouderd en moeten op termijn vervangen worden door glasvezel. Dat schreeuwt om een netbeheerder voor glasvezel datacommunicatiekabels. Het is mij een raadsel waarom de rijksoverheid dit nog niet onderkend heeft, je zou toch verwachten dat er bij de betreffende ministeries en diensten meer dan genoeg kennis aanwezig moet zijn om dit te bedenken.
Dat gemeentes toestaan dat er twee glasvezel netwerken in dezelfde straat worden ingericht is complete waanzin, falend gemeentelijk beleid. Het geld dat daarvoor geïnvesteerd wordt komt niet ten goede aan andere plaatsen waar niet geïnvesteerd wordt.
De essentie van het probleem heeft niks met concurrentie te maken. Maar met de spagaat rondom “snel-internet”.
Dit wordt door de verschillende soorten overheid gezien als een nutsvoorziening; maar dan zonder zelf de benodigde voorinvesteringen te willen doen vanwege de hoge, financiële risico’s. Met als argument “marktwerking” wordt die hete aardappel vervolgens doorgeschoven naar commerciële, marktpartijen.
Die willen eigenlijk ook geen risico lopen en willen alleen iets doen als die investering binnen een jaar terugverdiend is; liefst gegarandeerd. Om dat voor elkaar te krijgen wordt er gewerkt met een voorinschrijving; op het eerste oog zonder afnameverplichting.
Als achteraf (na aanleg) blijkt dat de afname achterblijft en de investering niet in het eerste jaar terugverdiend dreigt te worden treden de kleine lettertjes in werking: “u heeft getekend voor [iets] met verplichte afname. Voor [datum] horen we graag welk pakket we bij u kunnen leveren.”
En tja – met die verplichte afname is het risico weg en zijn er ineens meerdere marktpartijen die daar wel een graantje van mee willen pikken!
Oplossingrichting?
Terug naar de status “nutsvoorziening”… Immers, als burger krijgen we in alle gevallen de rekening gepresenteerd die we hoe dan ook gaan moeten betalen = terug naar de bron van het geld en financiering.
En als we dan toch bezig zijn: graag ook voor gas, water, licht en gezondheidszorg… lijkt me een gezonde aanpak voor de alsmaar toenemende kosten en dito financiële ”buffers” (ook wel aangeduid met “bedrijfsresultaat” of “winst”).
🙂
Dus gemeentes geven vergunningen af om twee glasvezelnetwerken aan te laten leggen voor dezelfde woonhuizen?
@Johan Duinkerken: in ons geval betrof het een bedrijfspand. Maar wel de hele stoep dus twee keer open, twee gaten in de fundering, twee kabels over de plafonds naar de serverruimte…Onzinnig!