Een term die intussen steeds meer voet aan de grond krijgt is multi-cloud. De opzet van multi- cloud is dat een organisatie gebruik gaat maken van meerdere cloud omgevingen. Op zich is dit niet nieuw, maar de argumentatie om het te gebruiken begint langzaam steeds duidelijker te worden. Blijkbaar is er een behoefte aan multi-cloud. Welke overwegingen zijn er om een multi-cloud omgeving te gaan gebruiken?
Het lijkt ook voor veel organisaties een grote stap om naar een publieke cloud te gaan. Een multicloud is daarbij misschien de overtreffende trap van iets waar men al twijfels over heeft. Er zijn echter heel goede redenen om een multi-cloud omgeving te gebruiken. Er zijn twee belangrijke drivers voor een multi-cloud, de organische en de strategische.
De organische driver gaat meestal uit van een legacy omgeving. Vaak is de kennis aanwezig binnen de organisatie en zijn er meerdere afdelingen die al geëxperimenteerd hebben met een cloud omgeving. Deze ongecoordineerde stappen leiden vaak naar een cloud omgeving die van verschillende providers wordt betrokken.
De strategische driver vindt vaak plaats door gebruik te maken van de best in class service en features van de verschillende cloud providers. De focus om nieuwe features aan te bieden is bij elke aanbieder anders. Of het nu gaat om containers, authenticatie of computer configuraties, dit kan per publieke cloud omgeving anders zijn. Een reden om dan meerdere omgevingen te hebben kan dus valide zijn om om te switchen van omgeving.
Meerdere omgevingen
Een andere strategische reden kan zijn dat een tweede cloud omgeving perfect gebruikt kan worden als disaster recovery omgeving. Een cloud omgeving is redundant ingericht. Hierdoor zou het misschien niet nodig zijn. Maar stel dat door een incident de connectie naar een publieke cloud omgeving niet meer werkt? Het zou dan prettig zijn om naar een andere cloud omgeving te kunnen gaan om die applicaties te gebruiken die de belangrijkste business processen nodig hebben.
Vendor lock-in is een overweging om een tweede publieke omgeving op te zetten. Prijzen van een aanbieder staan nu contractueel vast. Maar er zal meer en meer worden gekeken naar hoe de markt zich beweegt en in hoeverre dit invloed op de prijs heeft.
Bovenstaande lijst is zeker nog niet compleet. Waar in ieder geval bij moeten worden stilgestaan is de integratie van de diverse cloud platformen. Provisioning van servers, het management van de servers en het monitoren van de capaciteit of gebruik vragen om een broker functie tussen de verschillende cloud platformen. Op dit moment zijn de broker functies nog verschillend in functionaliteit en wordt er gedacht vanuit het platform. Een onafhankelijke leverancier heeft een andere kijk op deze broker functie. Hij is niet gebonden aan één technologie en kan zich meer focussen op het oplossen van het probleem van integratie.
“Eén van de veel gehoorde klachten over de cloud is dat het allemaal duurder is dan beloofd en veel organisaties komen er achter dat verspreidde data via een multi-cloud strategie niet alleen de kans op datalekken vergroot maar vooral tot administratieve tekortkomingen leidt. Ik zeur graag over het (BTW) bonnetje omdat de omgekeerde bewijslast nogal vervelend is als je geen back-up van de cloud hebt en organisaties moeten de kleine lettertjes van een cloud provider nog maar eens lezen als het om een herstel in tijd van ‘gebruikersfouten’ gaat”
Bezin eer ge begint geldt ook hier weer. Zorg dat je het overzicht en de controle tussen al die wolken blijft behouden. Niet alleen technisch maar ook financieel. Per use case zal het verschillen. Het is daarom van groot belang je applicaties en de daar bijhorende data op de juiste manier te classificeren/kwalificeren. En dat doe je in mijn optiek op basis van technische criteria ( performance, schaalbaarheid, redundantie, security ) maar ook op basis van business criteria ( regelgeving, compliancy, kosten, flexibiliteit ) . Ook hier is een goede voorbereiding weer het halve werk wat veel teleurstelling kan voorkomen. En dit is iets wat je niet alleen tijdens de voorbereiding alleen maar in kaart moet brengen. Dit is iets wat “ongoing” is.
Hallo Ruud M.
Bezint eer ge begint gaat wel om je startpunt. Vaak is er geen bewustzijn aangaande data terwijl de controle op je data geen vrijblijvendheid kent. Zo is het inderdaad handig als je bij het aanmaken van data er direct een bewaartermijn op plakt. Het digitale residu van veel business processen moet 7 jaar of meer bewaard worden terwijl de meeste services niet langer dan een paar jaar mee gaan. De cloud speelt dan ook steeds vaker een facilitaire rol in fraudes, bewust of onbewust.