Er is reuring op de processormarkt. Na jarenlang meer dan 95 procent van de servermarkt in handen te hebben, wordt Intel nu geconfronteerd met serieuze concurrentie van oude bekende AMD. De release van de tweede generatie 7nm Epyc ‘Rome’ server-cpu’s is misschien wel de grootste innovatie van het jaar met de meeste impact op de servermarkt.
Gaan de indrukwekkende mogelijkheden van deze nieuwe chips ervoor zorgen dat AMD in staat is om marktaandeel af te snoepen van Intel?
Intel levert al veertig (!) jaar processoren aan de markt. Zo nu en dan hebben ze een concurrent voorbij zien komen, waaronder AMD. Echter, geen van deze partijen is een serieuze bedreiging geweest voor de chipgigant. Toch heeft AMD een aantal jaren geleden besloten de race weer aan te gaan en met de lancering van hun nieuwe Epyc-lijn lijken ze de in steen gebeitelde verhoudingen binnen de cpu-markt op scherp te zetten.
Wie heeft de kleinste?
Chipfabrikanten zijn al jaren bezig met een nano-battle, om chips zo klein mogelijk te maken. Een chip bestaat op het meest fundamentele niveau namelijk uit simpele transistors. Des te meer transistors er op dezelfde oppervlakte geplaatst kunnen worden, hoe sneller de chip is. Daarnaast biedt een kleinere transistor, een lagere weerstand. Daarmee neemt het energieverbruik van de chip af en produceert de chip dus minder warmte. Bovendien betekent een kleine chip, goedkopere productie. Kleiner is in dit geval dus beter.
Echter, de laatste jaren neem de snelheid waarmee chips kleiner worden, af. Dat is niet zo gek, want de chipmakers lopen tegen een aantal fysieke grenzen aan die bepaald worden door natuurwetten. Het is overigens niet de eerste keer dat de industrie tegen een onoverbrugbare fysieke grens leek aan te lopen. Toch is het de producenten tot op heden nog steeds gelukt met het gebruik van andere materialen, de transistors verder en verder te doen krimpen. Fabrikanten nemen nog steeds kleine stapjes en maken hun chips steeds een beetje beter, kleiner en sneller. De grote vraag is, hoeveel kleiner kunnen we nog gaan?
Epyc aantal cores
Afgelopen maand toverde AMD ineens een monster van een chip uit de hoge hoed, met de release van de tweede generatie Epyc server cpu-serie, codenaam Rome. ’s Werelds eerste 7nm server cpu en de eerste die gebruikmaakt van PCIe Gen 4 voor connectiviteit. De nieuwe Epyc-serie, gebaseerd op een chiplet-ontwerp met maximaal acht afzonderlijke cpu-chips, die elk tot acht cores kunnen hosten. Het topmodel onder de grotere serverprocessors heeft dus 64 cores en 128 threads, werkend op een basiskloksnelheid van 2,6 GHz. Volgens AMD brengt dit de total cost of ownership met maximaal 50 procent terug bij veel datacenter-workloads.
Even ter vergelijking, Intel’s Xeon Cascade Lake-serie heeft 48 cores. Hiermee biedt AMD twee keer de dichtheid, 1,25 keer de frequentie bij hetzelfde vermogen, of de helft van de vermogensbehoefte bij hetzelfde prestatieniveau als de vorige generatie. Bovendien zijn ze ook nog eens een stuk goedkoper. Tijdens de persconferentie pronkte de chipproducent met tachtig wereldrecords. Voor het eerst in twintig jaar kan AMD écht concurreren met Intel in de servermarkt.
Slag om de chipmarkt
Dat betekent natuurlijk niet dat AMD de strijd al gewonnen heeft. Intel is tenslotte al jaren de gevestigde naam op de markt. Dat geeft bedrijven vertrouwen en is belangrijk voor de reselling en het gebruik van de technologie in een platform. Intel heeft sterke langlopende relaties met hardware-vendoren, en ze hebben op het gebied van support hun zaakje goed voor elkaar. Dat zorgt ervoor dat ze vrijwel altijd op de ‘preferred suppliers list’ verschijnen.
Bovendien is het wat chips betreft, appels met peren vergelijken. De feature-set van de paradepaardjes verschillen nogal van elkaar. AMD biedt weliswaar een aantal innovatieve features, maar Intel heeft weer een aantal features die AMD niet heeft. De grote install base, is een ander aspect dat in het voordeel van Intel spreekt. In het geval van een tech-refresh is het veel praktischer om door te bouwen op dezelfde technology stack – en lastiger om bijvoorbeeld een cloud-platform van Intel naar AMD te migreren.
Interessante chiprace
De concurrentie die nu gaande is in de servermarkt leidt tot een dynamische markt voor servers en high-performance computing, wat allerlei voordelen biedt voor allerlei bedrijven en gebruikers. Het klassieke voorbeeld van de voordelen van een concurrerende markt. En als het goed afloopt voor AMD kunnen zij een stuk marktaandeel heroveren op Intel de komende paar jaar.
De grote vraag is of AMD het volhoudt om serieus te kunnen concurreren met de chipgigant. Kunnen ze de enorme volumes aan? Kunnen ze het snel genoeg voor elkaar krijgen? Of heeft Intel wellicht nog een truc achter de hand? Ik ben in ieder geval benieuwd naar de lancering van de 56 core Cooper Lake-chip, die gepland staat voor de eerste helft van 2020. Zal die de grenzen opnieuw verleggen?
Cooper Lake is vooral een doekje voor het bloeden: Het zijn twee aan elkaar geknoopte Cascade Lakes. Met de hoeveelheid warmte die Cascade lake nu al produceerd kan Intel alleen de kloksnelheid sterk omlaag brengen. De eerste structurele oplossing van Intel is Ice Lake voor de servermarkt, die voor eind 2020 op de planning staat. Echter, uit de informatie die van AMD komt, weten we dat die het tegen Milan (Zen4 gaat opnemen.) Vermoedelijk zal Rome evenwel al concurrerend zijn tegen Ice Lake, laat staan Milan. Daarmee is uw vraag of AMD het volhoudt al voor een flink deel beantwoord: In ieder geval tot in 2021.