Ook tragische gebeurtenissen ontsnappen niet aan de vooruitgang. Zoveel blijkt nu datawetenschappers, studenten en techbedrijven aan de bouw zijn begonnen van de ‘grootste moorddatabase van Nederland’. Daarin publiekelijk beschikbare data die de politie moeten helpen bij het oplossen van coldcase-moorden. ‘Misschien zit er wel eentje in deze zaal.’
Het is een intrigerende opmerking van Jaap Knotter, lector Advanced Forensic Technology aan Saxion Hogeschool: ‘In principe is vrijwel elke moord al een keer gepleegd, alleen de plaats en tijd verschillen telkens.’ Het is hierom dat Knotter een publiek-private samenwerkingsverband leidt van studenten van verschillende studierichtingen (onder meer softwareontwikkeling en digitale opsporing) en ict-bedrijven (Pandora Intellligence, Icologic en Factor Veiligheid) dat werkt aan een systeem, dat op basis van empirisch onderzoek moet helpen de ontbrekende puzzelstukjes in oude, niet opgehelderde moordzaken te vinden.
Plaats delict: het podium in Theater 1 van de vakbeurs Infosecurity.nl, Data & Cloud Expo die vorige week in de Jaarbeurs in Utrecht plaatsvond. HIer legt de oud-rechercheur uit dat de moordatabase zijn legitimering vindt in het werk van Peter de Kock (met K-O-C-K). Deze voormalig filmmaker, politiechef en oprichter van Pandora Intelligence legde eerder het fundament voor een terrorismedatabase, waarbij een aanslag is als een verhaal, als een zich voltrekkend scenario. Als je daar een paar elementen van kent, dan kun je het verder invullen.
Het woord ‘aanslag’ is nu ingewisseld voor ‘moord’. Ook een moord heeft een verhaallijn. Of, aldus Knotter, een story bestaande uit twaalf componenten, die altijd terugkomen. Die elementen – de bouwstenen zoals dader, slachtoffer, motief, plaats delict, moordwapen, context en zo verder – hangen nauw met elkaar samen. En daarmee komt Knotter bij de kern van de moorddatabase: door publieke beschikbare informatie (‘dus geen politiewerkinfo’) over historisch crimineel gedrag met een dodelijke afloop te verzamelen en over elkaar heen te leggen, zijn mogelijk patronen te ontdekken die kunnen helpen bij het oplossen van cold cases. Moeten rechercheurs het bij een onderzoek nu nog hebben van hun eigen kennis en ervaring, met een dergelijke database is een deel van het denkwerk te automatiseren. ‘De database moet een soort workflow vormen tijdens onderzoek naar cold cases’, aldus Knotter.
Geen geheim
Knotter maakt er geen geheim van dat het hem steekt – om niet te zeggen emotioneert – dat ook in Nederland nog tal van onopgeloste moordzaken liggen te wachten. ‘Er lopen nog daders rond. Misschien zit er wel eentje in deze zaal.’ Volgens hem zijn er ook personen die weet hebben van een moordzaak. Hij noemt ze ‘wetenschapsdragers’, personen die met naam en toenaam weten dat iemand verantwoordelijk is voor een doding. ‘Gemiddeld twee per moord. Juist die personen moeten we zien te bereiken. Mogelijk is hun betrokkenheid of de afhankelijkheidsrelatie met de dader veranderd en zouden ze erover kunnen vertellen. Ze hebben mogelijk minieme stukjes informatie in handen die de politie niet heeft, maar die wel voor een doorbraak kunnen zorgen.’
Status
Gevraagd naar de status van de database, verrast Knotter met de opmerking dat zijn team al drie jaar bezig is met het voeden van de database en deze inmiddels gevuld is met duizenden moord- en doodslagzaken. ‘Nog voor het einde van dit jaar gaan we ‘m lanceren.’ Knotter licht toe dat de reden om deze moorddatabase vooralsnog alleen aan te wenden voor onderzoek naar cold cases een juridische is. ‘Een cold case kunnen we in betrekkelijke rust onderzoeken. Bovendien dwarsbomen we er geen lopende onderzoeken mee.’ Hij voegt eraan toe dat de cold cases ‘mainstream’ zijn. ‘Het zijn de huis-tuin-en-keukenzaken waarover weinig wordt geschreven en waarover ook weinig bekend is bij het grote publiek.’