Wie open source intelligence (osint) serieus neemt, kan beter direct stoppen met het gebruik van Google. Dat stelt oud-MIVD’er Arno Reuser tijdens zijn presentatie op Infosecurity.nl in de Jaarbeurs in Utrecht.
Naast de door zoekmachines geïndexeerde informatie op internet zijn er tal van bronnen met openbare informatie die zijn te raadplegen voor het maken van bijvoorbeeld een risico-analyse of het natrekken van de herkomst van een cyberaanval, vertelt Reuser.
‘Ict’ers in de cybersecurity raadplegen vaak uit gemakzucht Google. Ze tikken drie trefwoorden in en hopen op het beste. Een cruciale denkfout. Ze gaan er namelijk van uit dat het antwoord altijd in elektronisch vorm vindbaar is en dat Google er altijd bij kan. Beide veronderstellingen zijn fout.’ Aan het woord is Arno Reuser. De goeroe op het vlak van open source intelligence (osint) richtte begin jaren negentig een open source intelligence unit in voor de MIVD. Tegenwoordig is hij zelfstandig adviseur en geeft hij les aan de HBO University.
Reuser, lange baard, gebogen schouders en een scherp stemgeluid, loopt druk over het podium van één van de theaters op de beursvloer. Hij ontwierp een informatiesysteem op basis van open bronnen waarmee beslissingsmakers antwoorden kunnen vinden op ‘informatieproblemen’.
Google moet het tijdens de presentatie meerdere keren ontgelden. Reuser wijst op de verschillende uitkomsten van Google-zoekmachines per landendomein. ‘Bovendien is het deel van internet dat niet geïndexeerd is door zoekmachines vijftig tot vijfhonderd keer groter dan het wereldwijde web’, vertelt hij. ‘Google met die grote waffel: we gaan alle boeken van de wereld indexeren… www is maar een klein deel daarvan’, bromt hij voor een volle zaal.
Hij deelt zijn visie op osint en legt uit dat er zoveel meer is dan alleen het wereldwijde web. ‘Denk aan network news transfer protocol (nntp), het protocol dat gebruikt wordt voor de verspreiding van berichten in Usenet-nieuwsgroepen via nieuwsservers, Usenet-discussiegroepen, internet relay chat (discussiefora waarop ook één-op-één communicatie en data-uitwisseling plaatsvindt, red.), ftp enzovoort.’
Fantastische informatiepositie
Volgens de voormalige MIVD-medewerker kunnen bedrijven en organisaties het meeste profijt hebben van hun inlichtingenwerk als ze commerciële databronnen zoals bijvoorbeeld LexisNexis (digitaal doorzoekbare mediabronnen zoals kranten en magazines) koppelen aan de info van conventionele bibliotheken en informatie die online ook buiten het world wide web beschikbaar is. ‘Dan heb je een fantastische informatiepositie.’
Reuser heeft gelijk, de macht die Google gekregen heeft door het vormen van profiles van iedereen is veel te groot om gezond te zijn.
Jan, jij bent een man van de wetenschap. Wat is wetenschap?
In mijn ogen het creëren van een framework waarin we toestaan die iets waar is. En als we dat dan hebben gaan we experimenteren om zo’n waarheid op een betrouwbare manier aan te tonen.
Waarom is de macht van Google te groot? Hoe kunnen we dat aantonen met experimenten?
Is google machtig omdat het ons kan beïnvloeden met een filterbubbel?
Kunnen we ons niet beschermen met de verleidingen van advertenties waarmee Google komt?
In het verlengde kun je dat ook doortrekken naar de uitspraken van Arno. Wanneer is de informatie die ik op Google aantref niet goed genoeg? Heb ik een computer probleem? Dan zoek ik op Google en kom mogelijk via stack overflow op een antwoord die mijn probleem oplost. En zo kan ik meerdere voorbeelden geven.
Ik ken Arno niet en hij zal ongetwijfeld een berg ervaring hebben met diepe inzichten. Dat kon ik helaas niet uit het filmpje halen waardoor ik het idee krijg dat hij vooral een idealist is, zich tegen Google wil verzetten, of gewoon wil koketteren met zijn kennis zoals ik dat graag doe als het bijvoorbeeld over cloud computing gaat.
Er zijn genoeg manieren om te kunnen concluderen waarom Google slecht voor ons is. Maar wat ik vaak zie is framing, drogredenen en complottheorieën.
Zolang Google makkelijk is en de behoeften van velen vervult zal er niet snel naar alternatieven uitgeweken worden.
Misschien begrijp je mijn houding t.o.v. Google beter als ik je vertel dat ik mensen aanraadt google niet voor alles te gebruiken.
URL’s in te typen in het browserveld voor URL’s en niet in googles zoekveld. Ook andere zoekmachines te gebruiken, niet alleen Google.
Monokulturen zijn altijd slecht in de biologie en in de ict, mensen motiveren om alternatieven te gebruiken en zo diversiteit te promoten zie ik als opgave voor iedere ict-er.
Overigens gebruik ik google ook, hoofdzakelijk voor vak-gerelateerde zaken.