De vrije markt versus overheidsbemoeienis. Dit is kort door de bocht het verschil in visie tussen de Verenigde Staten en Europa wat betreft het stimuleren van de technologiesector. Om de strijd met China te winnen, zien beide continenten samenwerken als essentieel. Over de uitvoering daarvan zijn de partijen het niet eens.
Het verschil in inzicht werd gisteren duidelijk tijdens CES Unveiled in de Beurs van Berlage in Amsterdam. De grootste technologiebeurs, die in januari in Las Vegas plaatsvindt, gaf een voorproefje aan de Nederlandse en Europese markt. Daar leken met name de Amerikanen zich toch wel zorgen te maken om de toenemende technologische macht van China.
Dat de Europeanen technologie willen laten groeien in een duidelijk juridisch en reglementair kader, werd al duidelijk tijdens de openingsspeech van burgemeester van Amsterdam Femke Halsema. Zij wees op de grote aanwezigheid van Airbnb in de hoofdstad, waarvan ze zowel nadelen (meer drukte in de stad) als voordelen (extra inkomen voor huizenbezitters) ziet. Ze benadrukt dat de technologische sector zelf niet (alleen) kan voorzien in regels om een en ander in goede banen te leiden. Immers, de auto-industrie kwam zelf niet met het idee van een autoriem, dat stelde toch echt de overheid verplicht.
Het contrast met Gary Shapiro, president en ceo van CES-organisator CTA (Consumer Technology Association), kan niet groter zijn. Hij meent namelijk dat er te veel regulering is in Amsterdam en in Europa en benadrukt dat ondernemingen de kans moeten krijgen om zo vrij mogelijk te ondernemen waarbij de nadruk ligt op innovatie en democratie. Dit is volgens Shapiro dé manier om het te winnen van in zijn ogen technologisch sterke totalitaire staten.
Momenteel te veel regulering in Europa?
Ook tijdens de paneldiscussie, geleid door Prins Constantijn van Oranje, komt de Europese regulering van de techsector naar voren. In de discussie staat de vraag centraal hoe we in Europa meer zogenaamde unicorns kunnen creëren. Dit zijn startups in privébezit met een waarde van meer dan één miljard dollar. Voorbeelden hiervan zijn Airbnb en Stripe. Deelnemers aan de discussie waren voorzitter van Booking.com Gillian Tans, de Nederlandse staatssecretaris van Economie Mona Keijzer en Andreas Olmes, partner bij de Duitse publiek-private durfkapitaalbeleggingsonderneming High-Tech Gründerfonds dat zich focust op start-ups.
Om een unicorn in Europa te ontwikkelen, is het volgens Olmes essentieel om ingenieurs groter te laten denken om groei te realiseren. Ook ziet hij de gang naar de beurs als een groeifactor, maar dan is er in strikte zin geen sprake meer van een Unicorn.
Booking.com, één van de grootste succesverhalen op techgebied in Europa, kwam in 2005 in handen van zijn Amerikaanse branchegenoot Priceline. Voormalig ceo en de huidige voorzitter van Booking Gillian Tans licht toe waarom het bedrijf toch in Amsterdam is gebleven. ‘De reismarkt is het grootst in Europa, verder profiteren we hier van de diversiteit van werknemers en hun kennis van verschillend talen.’ Ze wijst er wel op dat ze hoopt dat er in Europa uiteindelijk één digitaal beleid komt. Op dit moment moet het bedrijf namelijk rekening houden met wetten en regels uit meer dan twintig landen, die onderling van elkaar verschillen. Keijzer beaamt dit en ziet ook Europa voor zich als één economische ruimte met daarbinnen één ‘digital marketplace’. Ze stelt ook dat de voorstellen hiervoor in de maak zijn en dat ze op dit moment werkt aan een strategisch actieplan rond kunstmatige intelligentie, samen met haar Europese collega’s. Doel is om te komen tot een Europese ai-strategie of in elk geval tot gelijkwaardig beleid in alle lidstaten. Prins Constantijn noemt tot slot de huidige Europese regels juist niet innoverend en restrictief, Keijzer brengt hier tegenin dat de GDPR juist een voorbeeld is van Europees-brede regelgeving waar nu in de VS naar gekeken wordt om één en ander in goede banen te leiden.
Thema’s CES 2020
Digital health, data & analytics, smart cities en startupzone Eureka Park. Dit zijn de pijlers van CES 2020 dat van 7 tot 10 januari plaatsvindt in Las Vegas.
Steve Koenig, die zich bij CES-organisator CTA met name bezighoudt met marktonderzoek, stelt daarnaast dat het internet of things plaatsmaakt voor het intelligence of things. 5G speelt hierbij een belangrijke rol. Hij maakt hierbij onderscheidt tussen massive iot en critical iot. Bij het eerste is er sprake van kleine datavolumes en kleine kosten. Deze vorm van iot vinden we volgens hem terug bij smart buildings en in de logistiek en de agrisector. Critical iot heeft een extra lage latency nodig en vinden we terug bij gezondheidszorg en operaties op afstand en binnen de verkeersveiligheidbranche. Tot slot stelt Koenig dat we ai steeds meer in consumentenproducten terug gaan zien en dat uiteindelijk vrijwel alles ‘smart’ wordt.