Slechts enkele jaren geleden beloofden autofabrikanten dat we uiterlijk in dit jaar, 2019, zelfrijdende auto's en autonome taxidiensten zouden hebben. De realiteit blijkt anders, en nu zijn autofabrikanten wat realistischer en bekennen dat de auto zonder bestuurder nog steeds jaren verwijderd is van volledig autonoom rijden op de wegen. General Motors stelde onlangs dat het de commerciële inzet van zelfrijdende auto’s zou uitstellen tot na de doelstelling van 2019. De technologie is zo geavanceerd dat het voorstellingsvermogen van de ceo’s vooruit is gaan lopen op de realiteit.
Voor de ict is uiteraard de sleutelrol weggelegd, denk aan de kunstmatige intelligentie die met enorme snelheid big data uitwisselt met het internet of things door gebruik van 5G. Maar wat heeft een zelfrijdende auto nu precies nodig, en waar staat België op deze weg?
Vijf fases
Om een auto autonoom te maken moet deze beschikken over geavanceerde technologie, zoals radarsensoren in de bumpers die de auto helpen om omleidingen, vertragingen in het verkeer, botsingen tussen voertuigen en andere obstakels te detecteren. Optische camera’s worden gebruikt om wegmarkeringen en verkeerssignalen te identificeren. De LIDAR (Laser Illuminating Detection and Ranging) zorgt voor een zeer nauwkeurige 360-graden detectie waarin alle objecten in bereik worden opgelicht en ingevoerd in de boordcomputer. Tenslotte hebben autonome auto’s gps nodig om in combinatie met radars, sensoren, LIDAR en ‘deep learning’ mappingsoftware het voertuig veilig naar zijn eindbestemming te manoeuvreren. Alle gegevens die worden gegenereerd door de camera’s en sensoren worden in realtime verwerkt door de kunstmatige intelligentie (ki – reeds in de jaren ’80 bekend onder de naam KITT).
Om het niveau van deze technologie in kaart te brengen is de analyse van de Amerikaanse Society of Automobile Engineers (SAE) het meest gebruikt. Hierin wordt het pad naar de volledig autonome wagen opgedeeld in vijf fases. In de eerste fase wordt elektronica geïntroduceerd die de chauffeur helpt- dit begon al in de jaren ’80. In de tweede en derde fase kan meer geavanceerde elektronica de controle al deels overnemen zoals Advanced Driver Systems (ADAS), vooral op de snelweg en niet in de hectische binnenstad. In de vierde fase heeft de chauffeur nog controle in sommige omstandigheden, maar in de vijfde fase is ook deze mogelijkheid weggenomen en is de auto volledig autonoom. De meer geavanceerde auto’s zitten nu in de derde fase, en grijpen soms zelfs al autonoom in, bijvoorbeeld bij noodstoppen. In het drukke België zijn er té veel onverwachte omstandigheden denkbaar om de controle volledig uit handen wilt geven, dus hoewel niveau vier en vijf voor personenauto’s niet nabij is, maakt juist de hoge bevolkingsdruk de kansen en noodzaak voor smart mobility en autonome vervoersystemen hoger.
Een (semi)-autonome auto kun je al wel op de autostrade zelf laten rijden, voorbeelden hiervan zijn de Tesla Model 3, BMW 5-serie, Mercedes-Benz E-Klasse en de Volvo S90. Verder is een snel mobiel internet noodzakelijk, zoals de vijfde generatie (5G). Alexander De Croo, minister van Digitale Agenda stelt hierover: ‘5G is zeer belangrijk voor bijvoorbeeld die zelfrijdende auto. Er zit heel wat intelligentie in de auto zelf, maar er moet ook worden gecommuniceerd met de andere auto’s rond jou. Een zelfrijdende auto is een goede zaak, want dat gaat leiden tot minder ongelukken. De ongevallen van vandaag worden in 95 procent van de gevallen veroorzaakt door menselijke fouten.’
Grotten van Han
Een belangrijke juridische vereiste is een rij-examen voor autonome voertuigen. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) heeft onlangs laten weten dat hij daaraan werkt ‘Wanneer auto’s volwaardige deelnemers aan het verkeer worden, is het niet meer dan logisch dat de overheid eerst zijn goedkeuring geeft, alvorens ze op de straat toe te laten’, aldus de minister. Daarnaast mogen sinds mei vorig jaar autoconstructeurs en technologiebedrijven op Belgische wegen testen uitvoeren met autonome wagens. Ze moeten daarvoor eerst een aanvraag indienen bij François Bellot, de federale minister van Mobiliteit. Aldus zijn er enkele pilotprojecten gaande met autonome bussen voor openbaar vervoer, zoals op Zaventem en in het Brusselse Woluwepark, en sinds vorige maand op de campus in Jette van de Vrije Universiteit Brussel. Maar Vias heeft één project al echt doorgevoerd op de openbare weg; in Han-sur-Lesse. Op een vast parcours van 500 meter van de parking van de Grotten van Han tot aan het gemeenteplein rijdt daar sinds oktober 2018 een autonome shuttle, als een leuk en vernieuwend alternatief voor de nostalgische tram. Tot dusverre zijn er weinig technische problemen geweest en geen ongelukken, en de lokale bevolking is er al aan gewend.
Stef Willems van Vias stelt dat autonome voertuigen ook veel veiliger zijn: ‘een zelfrijdend voertuig drinkt niet, valt niet in slaap en is niet op zijn smartphone bezig.’ Volgens specialist Pieter Morlion van More Lion moeten we de komst van autonome voertuigen gebruiken om de infrastructuur voor elektrisch rijden te stimuleren en een shift te maken in mobiliteitscultuur van autobezit naar autodelen. Hard nodig wanneer men bedenkt dat Vlaanderen op vlak van CO²-uitstoot een tegenkoers vaart.
Acceptatie en toekomst
Desondanks de positieve woorden van onderzoekers en ministers zijn wij Belgen minder happig op de zelfrijdende auto. Een onderzoek dat de Duitse toeleverancier Bosch recent voorstelde toonde dat van dertien onderzochte landen de duizend deelnemende Belgen zich meest sceptisch toonden over de autonome auto. Zo zouden slechts 11 procent van de ondervraagde Belgen zijn kinderen door een zelfrijdende auto naar school of naar de sportclub laten brengen. België scoort daarmee het laagst van alle ondervraagde landen. Uit een enquête van Vias institute blijkt soortgelijk dat meer dan vier op tien Belgen (42 procent) meent dat het grootste nadeel van de autonome voertuigen verlies van hun vrijheid achter het stuur is. Zij willen zelf de controle over hun voertuig houden en niet de ‘bevelen’ overlaten aan een ‘computer’.
Qua technologie zit het dus wel goed in België, en ook de overheid is niet stil blijven zitten. Maar de Belg is er niets gerust op. En hier is een rol voor de ict weggelegd. Deze kan een draagvlak creëren bij de burger door de zelfrijdende auto geleidelijk meer autonoom te maken naargelang de ontwikkelingen in de ict dit toelaten. En positieve verhalen over kleinschalige projecten zoals dat van Vias zullen dat draagvlak creëren, indianenverhalen over dodelijke ongevallen in Amerika juist weer niet. België is zeker op de juiste weg. Er wordt hard gewerkt door de overheid aan de komst van deze auto’s en naar alle waarschijnlijkheid, maken zij de Belgische wegen alleen maar veiliger.
Richard de Jong, vertegenwoordiger bij Oponeo