Steeds minder gemeenten vragen via web- of e-mailformulieren om onnodige informatie. In 2017 ging nog 17 procent op dit vlak de fout in, vorig jaar 15 procent en dit jaar daalt het percentage verder naar 13 procent. En voor het eerst is er geen enkele gemeente meer die burgers verplicht hun burgerservicenummer te geven bij het stellen van een eenvoudige vraag.
‘Het is goed te zien dat gemeenten zich bewust zijn van de privacy van burgers’, aldus Peter van de Wijngaart van Wij Verdienen Beter, een bureau dat onderzoek doet naar het functioneren van de overheid. Deze bevinding is een van de resultaten van het onderzoek ‘Bereikbaarheid Gemeenten’ dat Wij Verdienen Beter voor de vijfde jaar op rij uitvoerde naar de bereikbaarheid van gemeenten per e-mail.
Hieruit komt naar voren dat dit jaar 86 procent van de gemeenten voldoet aan de e-mailgedragslijn voor overheden door een eenvoudige vraag binnen twee dagen te beantwoorden. In 2018 voldeed maar 62 procent van de gemeenten aan deze gedragslijn.
APV
Alle 355 gemeenten kregen per e-mail (of indien niet beschikbaar via een webformulier) een eenvoudige vraag voorgelegd. De vraag ging dit jaar over de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Overeenkomstig de e-mailgedragslijn voor overheden moet deze vraag binnen twee werkdagen beantwoord worden. In totaal 14 procent van de gemeenten was te laat met het beantwoorden van de vraag. Bij 38 gemeenten moest de vraag na vier weken herhaald worden omdat nog geen antwoord was ontvangen. Van zeven gemeenten werd in het geheel geen antwoord ontvangen op de eerste of de tweede e-mail.
Een andere constatering is dat in 2018 de opmars van webformulieren ten koste van e-mail-bereikbaarheid was gestopt. Dit jaar blijken er toch weer meer gemeenten niet meer per e-mail bereikbaar te zijn voor burgers.
Gender
Verder stelt het onderzoeksbureau vast dat gender lastige materie blijft voor gemeenten. Zij werden voor het onderzoek benaderd door mystery-burger Kaya van den Eijnden. Er zijn zowel veel mannen als vrouwen die Kaya als voornaam hebben. 164 gemeenten (36 procent) doet een gokje of Kaya een man of een vrouw is in plaats van een genderneutrale aanhef te gebruiken in hun antwoord. Ook een grote stad als de gemeente Utrecht gebruikt geen passende neutrale aanhef.
Dat het contact met de burger ook goed kan verlopen, bewijzen de 119 gemeenten die niet alleen gewoon bereikbaar zijn per e-mail maar verder ook geen drempels opwerpen voor het stellen van een vraag. Ze antwoordden snel en stelden geen onnodige vragen die inbreuk maken op de privacy van hun burgers, aldus Wij Verdienen Beter.
Weten hoe uw gemeente scoort? Zie hier voor de resultaten.
“Van zeven gemeenten werd in het geheel geen antwoord ontvangen op de eerste of de tweede e-mail.”
“Dit jaar blijken er toch weer meer gemeenten niet meer per e-mail bereikbaar te zijn voor burgers.”
Onthutsend. Die gemeenten mogen toch wel even met name genoemd worden?
Volgens de link antwoordt mijn gemeente binnen 2 dagen op vragen die per e-mail gesteld ziijn en dat is niet waar. Ik kan verwijzen naar het krantenartikel hierover maar dat is niet de strekking van het verhaal, het gaat om het respecteren van de privacy door ambtenaren en ook hier zet ik mijn kanttekeningen. Vragen op grond van de WOB leiden in 70% van de gevallen tot een opmerkelijke interesse in sociale profielen, een respect voor de privacy is dus nogal discutabel als we kijken naar de persoonlijke nieuwsgierigheid van sommige ambtenaren. Dat deze ambtenaren even goed te profileren zijn via dezelfde open bronnen van sociale media levert een hilarisch beeld op, zeker de helft blijkt in een andere gemeente een politieke rol als raadslid te hebben.
Een constatering dat steeds meer gemeenten niet meer per e-mail bereikbaar zijn voor de prangende vragen – al dan niet op grond van de WOB – van de burger is dan ook interessanter dan de hoogste discutable conclusies over een gender neutrale aanhef welke ik persoonlijk als beledigend interpreteer.