Het kabinet gaat bij de innovatieregeling WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) meer rekening houden met de snellere ontwikkelcycli in de ict-sector. Hierbij wordt tegemoet gekomen aan de wens van veel softwarebedrijven die niet meerdere kwartalen tegelijk vooruit kunnen kijken. De huidige WBSO sluit wat dat betreft onvoldoende aan bij de trend naar DevOps en kortere doorlooptijden bij de ontwikkeling van nieuwe applicaties.
Minister Wopke Hoekstra (Financiën) kondigt een uitbreiding van het aantal aanvraagmomenten aan in de Memorie van Toelichting op zijn nieuwe begroting. Het aantal keren per jaar waarop afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) kan worden aangevraagd, gaat van 3 naar 4 keer. Dit betekent dat elk kwartaal een aanvraag is te doen is. Zeker voor bedrijven die op korte termijn bepalen welke software ze in de komende periode ontwikkelen, is dat gunstig. Bij een eerdere evaluatie van de WBSO had het kabinet al laten doorschemeren de systematiek van indienen en toekennen van een S&O-aanvraag zo veel mogelijk te willen vereenvoudigen en te verkorten.
Verder wordt het uiterste moment van het indienen van een aanvraag gesteld op de dag voorafgaand aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft. Later volgt dan de goedkeuring. Tot nog toe moest ten minste een maand van tevoren een aanvraag worden gedaan.
Sander Wolfensberger, partner bij het subsidieadviesbureau SUBtracers, vindt deze verandering zelfs belangrijker dan de uitbreiding van het aantal aanvraagmomenten. ‘De periode tussen aanvraag en start van het project is nu niet meer een volle kalendermaand, maar net als bij eenmanszaken al het geval was slechts één dag. Dit geldt overigens niet voor start datum 1 januari. Dan is de deadline 20 december van het jaar ervoor.’
Meerdere aanvragen per jaar
Volgens Wolfensberger worstelen veel ict-bedrijven die zelf een aanvraag doen, met de matching tussen de projecten en de WBSO-aanvraag. Hierbij geldt echter dat vaker per jaar aanvragen ook meer werk is. Het levert dezelfde afdrachtvermindering (subsidie) op.
Wolfensberger: ‘Slimme aanvragers verwoorden de lange termijn innovatie strategie zodanig dat volstaan kan worden met één of maximaal twee aanvragen. Dit levert ook een grotere Innovatiebox op. Door de juiste rode draad van de innovatie te verwoorden blijft de aanvrager flexibel om “korte termijn innovatie projecten” onder de WBSO te scharen, mits een technische link te vinden is. Het project is daarmee een essentieel onderdeel van het geheel aan Speur en Ontwikkelingswerk, oftewel het project is een bouwsteen van de lange termijn strategie.
Wonderlijk dat zowat elk bedrijf meent innovatief bezig te zijn naar vrijwel geen enkele kans op die subsidie maakt.
“U ontwikkelt zelf een product, productieproces of programmatuur of u voert technisch- wetenschappelijk onderzoek (TWO) uit.” is een van de voorwaarden.
Waarschijnlijk gaat het daar mis.
Innovatie in bedrijfsleven doen we gewoonlijk door gedrag van anderen te kopiëren.
Dat deden we altijd al alleen heet dit nu innovatief.
Het kopieerproces zelf noemen we omarmen. We omarmen devops, agile, scrum, containers en de innovatie zelf.
Het kost wel een boel geld.