Datacenters in de Haarlemmermeer vragen zoveel stroom dat netbeheerder Liander er zijn reservesystemen inzet. Deze systemen zijn normaal gesproken enkel bedoeld voor uitzonderlijke situaties, waarin storingen of werkzaamheden de regionale stroomvoorziening bedreigen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) verleent echter een tijdelijke ontheffing, meldt BNR Nieuwsradio.
De inzet van het reservesysteem voor de stroomvoorziening in de Haarlemmermeer is niet zonder risico. Het betekent dat er geen noodvoorziening meer is in geval van stroomstoring. Ook is er geen back-up voor onderhoudswerk, vertelt Huibert Baud op BNR. Volgens de manager capaciteitsinvesteringen bij Liander is er momenteel sprake van een ‘absolute noodgreep’, terwijl een permanente oplossing nog jaren op zich laat wachten.
Hoog energieverbruik
Gemeente Haarlemmermeer kondigde afgelopen juli een tijdelijke bouwstop voor datacenters af, samen met gemeente Amsterdam. Het hoge energieverbruik van de datacenters was daarvoor een belangrijke aanleiding, net als het ruimtegebruik. Er zijn in de wereld weinig regio’s waar zoveel datacenters staan als in de regio Haarlemmermeer-Amsterdam.
Overigens is het dreigende stroomtekort door het toenemend aantal datacenters niet nieuw. Zo luidden de uitbaters van datacenters in mei 2018 daarover de noodklok. Tennet, beheerder van het landelijke elektriciteitsnet, berekende zelfs al in 2007 dat het elektriciteitsaanbod in de noordelijke Randstad binnen enkele jaren tekort zou schieten door de ict-sector.
Windmolenpark
Ook in de Wieringermeer heeft Liander toestemming van de ACM om het reservesysteem aan te spreken. Hier wordt de extra capaciteit niet ingezet voor datacenters, maar voor het transport van stroom van een windmolenpark, aldus BNR.
Volgens manager capaciteitsinvesteringen Baud is Liander afhankelijk van provincies en gemeenten voor de toewijzing van locaties waarop de netbeheerder zijn transportcapaciteit kan uitbreiden.
Dat ‘serverless’ principe kost dus erg veel stroom omdat uitzetten geen optie is. Tel de energie er nog bij op die nodig is voor het netwerk en het wordt duidelijk er sprake is van de paradox van Jevons als het om de cloud gaat. Zo lang er nog geen draadloos stroom is zullen fysieke wetten de uitspraken van mr. Serverless ontkrachten als het om de schaalbaarheid van Infrastructure as Code gaat.
Als een permanente oplossing voor de powerfeed nog jaren op zich laat wachten dan heeft tape de toekomst omdat er geen energie voor alle ‘data in ruste’ nodig is. Heel anders ligt dit met ‘in-cache’ oplossingen die data kwijt raken als de stroom uitvalt en wanneer dit gebeurt is de vraag nu zelfs het onderhoudswerk niet meer gedaan kan worden.
Waarom moeten die datacenters nou allemaal in het westen van ’t land dat toch al veel te vol is? Verplaats ze naar een plek waar ruimte is, alles wat geen westen is is goed. De locatie is met de huidige netwerken geen enkel probleem.
Probleem is dat het energieverbruik zich nu concentreert op de Haarlemmermeer. In het verleden had ieder bedrijf nog eigen servers staan en virtualisatie was er nog niet. Toen werd er relatief meer energie verbruikt. Daarnaast groeit nu het automatiseringsniveau en daarmee behoefte aan servercapaciteit. Dit was redelijk voorspelbaar. Vreemd is, dat als dit in 2007 al bekend was, dat daar dan kennelijk niet voldoende op ingespeeld is.